Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Vallende wethouders

Wethoudersonderzoek 2008 - 2008 is het op een na slechtste jaar. Afgelopen jaar verlieten 122 wethouders tijdelijk of definitief het pluche na een vertrouwensbreuk. In 2004 waren dat er 145. De parallel: beide jaren waren het tweede volledige collegejaar ná de raadsverkiezingen. Binnenlands Bestuur zet de verliezen op een rij.

08 januari 2009

Bijna tweehonderd wethouders verlieten het afgelopen jaar tijdelijk of definitief het politieke toneel. De meesten, 122 van de 196, moesten vertrekken of in de wachtkamer plaatsnemen vanwege een politieke vertrouwensbreuk. 2008 is daarmee voor wethouders het op een na slechtste jaar geworden sinds de invoering van het dualisme in 2002. Het record van 145 politiek gesneuvelde wethouders uit 2004 werd niet gehaald, maar met 122 wethouders die politiek in de problemen raakten, is 2008 voor wethouders een nieuw dieptepunt. Tussen 2004 en 2008 is er een opvallende parallel. Beide jaren zijn het tweede volledige ‘regeringsjaar’ van de colleges die na de raadsverkiezingen van respectievelijk 2002 en 2006 aantraden. Sinds de verkiezingen is het aantal vertrokken wethouders elk jaar gestegen. De teller stopte in 2008 bij 196. In 2007 stond de teller op 131 waarvan 71 na een politiek conflict, terwijl in 2006 49 wethouders vertrokken, die na de raadsverkiezingen in dat jaar waren geïnstalleerd. Dertig van hen wegens een politiek conflict. Na de raadsverkiezingen van 2002 was er hetzelfde beeld: een elk jaar groeiend aantal vertrokken wethouders met een piek in het tweede volledige collegejaar. Daarna daalde het aantal vertrokken wethouders.

 

Dat 2008 het record van 2004 niet verbetert, kan worden verklaard met het argument dat iedereen (raad, wethouders en burgemeesters) inmiddels beter de weg weet te vinden in het duale bestuurssysteem. Echter: ook mag niet vergeten worden dat er door herindelingen en fusies in 2008 1512 wethouders waren, terwijl in 2004 begonnen werd met zo’n 1650 wethouders. In ieder geval lijkt het hoge aantal vertrokken wethouders niet te worden veroorzaakt door ‘de wethoudervan- buiten’. Een minderheid van de vertrokken wethouders, drie op de tien, is afkomstig van buiten de raad. De opvolgers zijn fifty-fifty afkomstig vanuit de raad en van buiten de gemeenteraad.

 

Collegecrises
Opvallend in 2008 is het grote aantal colleges dat in een crisis geraakte. In achttien gemeenten werden de wethouders demissionair en kwamen zij vaak niet meer terug. Albrandswaard, Bodegraven, Harenkarspel, Kampen, Meerssen, Nederweert, Nuth, Roerdalen, Scherpenzeel, Tilburg, Uitgeest, Valkenswaard, Veghel, Waalwijk, Wassenaar, Weesp, Winsum en Zeewolde vormen dit illustere rijtje. Anders dan vorig jaar, toen in zes gemeenten de burgemeester werd meegezogen in het conflict, kwam alleen de Veghelse burgemeester Arno Frankfort samen met al zijn wethouders tussen de wielen. Bleven daarmee alle burgemeesters op hun plek? Nee, maar liefst 61 gemeenten zagen in het afgelopen jaar hun burgemeester vertrekken. Meestal was er sprake van (vervroegde) pensionering - soms van promotie. Zoals Leen Verbeek (PvdA) die vanuit Purmerend commissaris van de koningin in Flevoland werd. Burgemeester Wim de Gelder (GroenLinks) verruilde Bloemendaal voor Alphen aan den Rijn.

 

Als we alle burgemeesterswijzigingen én wethoudersvervangingen bij elkaar optellen, wijzigde in 2008 in 162 gemeenten de samenstelling van het college. Dat is een op de drie (36 procent). Ter vergelijking: in de hele eerste duale collegeperiode haalden 190 colleges zonder verlies van wethouders of burgemeester de eindstreep en werden zes op de tien colleges getroffen door een verandering van de collegesamenstelling.

 

Gezondheid 
Een trend die zich in 2007 aankondigde, zette zich in 2008 door. Een groot aantal wethouders gaf er om persoonlijke redenen, danwel vanwege de gezondheid (noodgedwongen) de brui aan. Voor verschillende wethouders was de combinatie van een reguliere baan met de bestuursfunctie te zwaar. Het aantal wethouders dat om gezondheids- en persoonlijke redenen (zoals pensionering) vertrok, steeg van tien in 2006 via 27 in 2007 naar 37. Een recordaantal van vijf wethouders overleed afgelopen jaar.

 

Opvallend was ook dat negen wethouders het wethouderschap verruilden voor een fulltime betrekking buiten het openbaar bestuur. Ook hier is sprake van een trend, sinds de verkiezingen stijgt het aantal wethouders dat een baan buiten het gemeentehuis prefereert boven het wethouderschap. Dat wordt niet altijd op prijs gesteld. De Leeuwardense wethouder Yvonne Bleize (GroenLinks), die directeur van het Cartesius Instituut in de Friese hoofdstad is geworden, werd er tijdens haar afscheid van de raad aan herinnerd dat zo’n snel vertrek niet de bedoeling was. Wethouder word je in beginsel voor een periode van vier jaar, zo kreeg Bleize te horen. 

 

Het wethouderschap blijkt ook in 2008 een mooie opstap naar een andere publieke functie. Liefst tien wethouders solliciteerden met succes naar het burgemeesterschap. Twee wethouders van de ChristenUnie, Wouter de Jong (Houten) en Marion Haak-Griffioen (Woerden), verkasten na de collegecrisis in het Utrechtse provinciale bestuur naar de provincie om gedeputeerde te worden in het nieuwe college van GS. De Haagse wethouder Jetta Klijnsma (PvdA) maakte de politiek mooiste promotie met haar benoeming vlak voor kerst tot staatssecretaris van Sociale Zaken.  

 

Lees ook:
Lijst gevallen en vertrokken wethouders 2008
De meest spraakmakende vertrekken

 

 

Verantwoording
Het wethoudersonderzoek 2008 is in opdracht van Binnenlands Bestuur uitgevoerd door het onderzoeksbureau UZ3 van Peter Faber. Aan het onderzoek hebben alle 443 gemeenten meegewerkt. Verder is informatie verkregen via de websites van gemeenten, dagbladen, radio en tv, politieke partijen en de lokale en regionale bladen. De verantwoordelijkheid voor het onderzoek berust bij Binnenlands Bestuur. 

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie