Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

'Vaak dubbel motief bij besloten vergadering'

Op initiatief van oudwethouder Mark Harbers vergaderden Rotterdamse raadleden geregeld in beslotenheid. Fractievoorzitter Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam is tegen deze geheimzinnigheid.

12 februari 2010

Hoogleraar Douwe Jan Elzinga waarschuwt voor politieke onderonsjes. ‘Sommige gemeenten zijn geneigd om allerlei besloten overleggen te creëren zodra het een beetje gevoelig wordt’, zegt Douwe Jan Elzinga, hoogleraar Staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en columnist van Binnenlands Bestuur. ‘Het punt is dat daar geen harde inhoudelijke criteria voor zijn. Het wordt aan de gemeentelijke autonomie overgelaten. Persoonlijk vind ik dat er zo weinig mogelijk in beslotenheid moet worden vergaderd. Openbaarheid is van groot belang voor burgers, als ook voor de officiële verslaglegging.’

 

Elzinga vindt dat gemeenten vaak te gemakkelijk beslissen om de deur van de vergaderkamer te sluiten. ‘Bij grote projecten, zoals bijvoorbeeld wijkuitbreidingen, wordt al gauw gezegd: we zijn in onderhandeling, en daarom kan dit niet in openbaarheid worden besproken. Maar ook voor burgers staan bij dergelijke projecten vaak grote belangen op het spel. Het is daarom niet wenselijk om dit soort onderwerpen vrij structureel aan de openbaarheid te onttrekken.’

 

Bijkomend probleem is dat het gevaar op de loer ligt dat achter de gesloten deuren politiek wordt bedreven. ‘Bij geheime stukken zijn de mogelijkheden om het zuiver te houden, groter. Bij besloten vergaderingen loopt de boel sneller door elkaar heen. Je krijgt politieke sonderingen in het fractievoorzittersoverleg of het presidium vóórdat het formele traject begint. Vaak is sprake van een dubbel motief. Men wil er zo goed mogelijk uitkomen. Onder het mom van “er is een private partij bij betrokken”, wordt dan geprobeerd om de boel achter de schermen meteen dicht te regelen.’

 

In reactie op de resultaten van het onderzoek van Binnenlands Bestuur zegt Elzinga: ‘Verschillen tussen gemeenten zijn niet erg. Maar als er té grote verschillen zijn, geeft dat wel te denken. Dan zou je kunnen concluderen dat de ene gemeente openbaarheid hoger in het vaandel heeft dan de andere.’

 

Nat gaan

 

VVD-Tweede-Kamerlid Mark Harbers was van april 2007 tot april 2009 wethouder Economie, Haven en Milieu in Rotterdam. Op zijn initiatief kwam de raadscommissie geregeld achter gesloten deuren bijeen. ‘Als wethouder wil je actief invulling geven aan je informatieplicht, maar het nadeel is dat dit niet altijd in openbaarheid kan’, zegt Harbers. ‘De financiële belangen van de gemeente zijn soms groot, en dan kan het de positie van de gemeente schaden als je alles openbaar maakt.’

 

De toekomst van het Warmtebedrijf Rotterdam werd gedurende het wethouderschap van Harbers veelvuldig in besloten setting met de raadscommissie besproken. Het Warmtebedrijf is in 2005 opgericht om restwarmte uit de Rotterdamse haven, die anders verloren gaat, op grote schaal te benutten voor het verwarmen van huizen en andere gebouwen. Om de restwarmte op te vangen en te distribueren, moet een ondergronds leidingenstelsel worden aangelegd. Aandeelhouders van het Warmtebedrijf zijn de gemeente, de provincie Zuid-Holland, corporatie Woonbron en energieleverancier E.ON.

 

Vertrouwelijk

 

Harbers: ‘Aanvankelijk zou Shell meedoen als leverancier van restwarmte. Maar Shell trok zich terug. Toen kregen we de discussie: hoe moeten we afscheid nemen van elkaar? Wat zijn de gevolgen? Welke alternatieven kunnen we bedenken? Daar waren niet alleen de aandeelhouders, maar ook andere private partijen bij betrokken. De resultaten van de besprekingen en onderhandelingen hebben we voortdurend teruggekoppeld naar de raad. Transparantie is daarbij ondergeschikt aan je onderhandelingspositie. We hebben de raad stap voor stap meegenomen in het hele proces, en dat kan alleen vertrouwelijk.’

 

Volgens Harbers is het in Rotterdam goed gebruik dat onderwerpen die vertrouwelijk worden behandeld, uiteindelijk uitmonden in een openbaar raadsvoorstel. ‘Op dat moment worden alle afwegingen en overwegingen alsnog transparant.’ Harbers, die in het verleden als communicatieadviseur heeft gewerkt, benadrukt dat hij als wethouder de informatieplicht altijd het zwaarst heeft laten wegen. ‘Daar wil je niet op nat gaan.’

 

Roze papier

 

Geheime en vertrouwelijke stukken worden in Rotterdam geprint op roze papier. Oppositieleider Marco Pastors, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam, ontvangt er naar zijn zin onnodig veel van. Niet alleen het aantal geheime stukken, ook de hoeveelheid besloten vergaderingen mag in Rotterdam wel wat minder, vindt Pastors. ‘Door dat stiekeme gedoe hoef je aan niemand verantwoording af te leggen. Daardoor gaat de kwaliteit van de besluitvorming omlaag’, is zijn stellige overtuiging.

 

Behalve over het Warmtebedrijf is volgens Pastors ook over de ontwerpfouten en kredietoverschrijdingen bij de Museumparkgarage geregeld in beslotenheid vergaderd. Deze parkeergarage had in de volksmond toen al de bijnaam ‘blunderput’ gekregen. Volgens Pastors komen besloten vergaderingen en geheime stukken dikwijls voort uit ‘onzekerheid’ bij het college. ‘Men weet niet welke kant men op wil, en wil voorkomen dat iedereen daarvan kan meegenieten. Trial and error. Daarom wordt ervoor gekozen om de gordijnen te sluiten en de raadscommissie bij te praten. Als het dan misgaat, kunnen ze zeggen: u wist er toch van?’

 

Pastors vindt dat het vaak goed mogelijk is om zaken in het openbaar te behandelen zonder te spreken over financiële of andere geheime details. ‘Samen met de SP hebben we dat bij het Warmtebedrijf voor elkaar proberen te krijgen, maar het is ons niet gelukt. Over het feit of dat Warmtebedrijf nog steeds een goede keuze is, moet je in het openbaar kunnen debatteren.’

 

Openbaarheid en publiciteit zijn in de visie van Pastors van cruciaal belang om voldragen besluiten te kunnen nemen. ‘De raad heeft de hefboomwerking van de publiciteit nodig. Als onzin passeert, kunnen bedrijven, burgers, deskundigen of voor mijn part klokkenluiders contact met je opnemen. En als informatie openbaar is, kan je er zelf nog eens over praten met mensen in de stad, of met ondernemers die je tegenkomt. Anders kan je alleen maar afgaan op de informatie van het college, de ambtenaren en de door de gemeente ingehuurde deskundigen. Maar wie zegt me dan dat er geen andere oplossingen mogelijk zijn?’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie