'Wij werken hard en zijn daar te weinig trots op'
De provincie Zeeland moet een duidelijke toekomstvisie formuleren, haar gezicht meer in Den Haag laten zien en oppassen dat het succesvolle ‘Zeeuwse Model’ niet verwordt tot een ‘Zeeuwse ziekte’. Dat zijn enkele aanbevelingen uit het rapport dat een externe commissie onder leiding van Marc Calon over de provincie schreef. Gedeputeerde George van Heukelom (SGP) voelt zich aangesproken. Maar hij heeft ook weerwoord op de kritiek.
De focus zou niet genoeg op economie liggen.
´Je moet soms wel eens zaken aanpakken die niet tot je kerntaken behoren. Wij hebben het onderwijs opgepakt, daar krijg ik complimenten over. Maar uiteindelijk komt dat de economie ten goede.´
U zou niet genoeg naar Den Haag zijn gegaan.
´Ik ben daar veel geweest om te lobbyen. Maar de status aparte die Zeeland heeft, zien we niet altijd terug in wat we van het rijk krijgen. Neem de veiligheid. Zeeland is, na Rotterdam, het onveiligste gebied als het gaat om watersnoodrampen, scheepvaart, chemische industrie. Dat vraagt enorm veel aandacht. Maar als je maar voor 81.000 inwoners betaald krijgt, kun je dat niet opvangen. Dat betalen per inwoner is gedacht vanuit de Randstad, en dat moet anders. Want wij kunnen wel een aantal problemen voor de Randstad oplossen: met wonen, met ruimte, met industrie.´
U moet een ‘Zeeuws verlangen voor de toekomst’ formuleren.
´Ja, ‘ruimte voor verbeelding’ noemen ze dat. Wij Zeeuwen zijn geen mensen voor verbeelding. Wij werken hard en we zijn daar te weinig trots op.´
Die Zeeuwse aard werd ook als belemmering voor een aantal veranderingen genoemd. U zou niet direct genoeg laten weten wat u vindt.
´Dat hoeft misschien ook niet altijd. Maar het is waar dat de Zeeuw moeilijk z’n eiland loslaat. En als er veranderingen moeten worden doorgevoerd, als er minder voorzieningen zijn als gevolg van de krimp, dan heeft hij tijd nodig om daaraan te wennen.´
Tot slot: u moet u als provincie zakelijker opstellen tegenover de gemeenten.
´Het Zeeuws Model – de horizontale samenwerking tussen gemeenten en provincie, red. - heeft bij de invoering van de wmo heel goed gewerkt. En dan moet je oppassen dat gemeenten niet achterover gaan leunen en de regie aan de grote broer overlaten. Als onze vier steden – Middelburg, Vlissingen, Goes en Terneuzen – hun krachten bundelen, hebben ze wel een bepaalde kwantiteit. Dat loopt bij het sociaal stedenbeleid ook goed. Maar als provincie moeten we meer over onszelf heen kijken en de belangen van de regio zien. Ik ben me daar nu extra van bewust.´
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.