Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Willemijn Verkoren: ‘Terreurdreiging niet opblazen’

De Nederlander verdrinkt eerder in bad dan dat hij bij een terreuraanslag omkomt. Toch vinden we terrorisme een existentiële bedreiging.

03 september 2021
bedreiging.jpg

De Nederlander verdrinkt eerder in bad dan dat hij bij een terreuraanslag omkomt. Toch vinden we terrorisme een existentiële bedreiging. Willemijn Verkoren pleit ter gelegenheid van twintig jaar 9/11 in haar boek ‘Uit de terreurspiraal’ voor nuchterheid.

Teamleider S12

JS Consultancy
Teamleider S12

Omgevingsmanager

Evides
Omgevingsmanager

Ligt je nieuwe boek over de dwaze oorlog tegen het terrorisme in landen als Irak en Afghanistan bijna bij de drukker, en wat gebeurt er? De Taliban (president Bush in 2004: ‘Taliban is no longer in existence’) nemen in een vloek en een zucht Afghanistan over en Kaboel in. Willemijn Verkoren, auteur van het deze week verschenen boek Uit de terreurspiraal; een nieuw perspectief op terrorisme, zag het einde van de regering in Kaboel naken na de aankondiging van het Amerikaanse vertrek, maar dat het zó snel zou gaan? Verkoren: ‘In de laatste drukproef mag je hier en daar een komma veranderen, maar ik kwam nog met hele alineas. Dat kon echt niet, vond de uitgever. Nu ja, ik troost mij met de gedachte dat alles in het boek wijst op de uitkomst zoals we die nu zien in Afghanistan in de zinloze War on Terror.

De War on Terror begint, na de aanslagen op New York en Washington op 11 september 2001, op 7 oktober 2001 in Afghanistan. B-52 bommenwerpers strooien tonnen bommen uit over Al Qaeda de Taliban. Dat deden ze begin vorige maand trouwens nog steeds – allemaal voor niks. ‘In Afghanistan zijn twee dingen door elkaar gaan lopen’, zegt Verkoren (43) in het vredige Blauwe Theehuis in het Amsterdamse Vondelpark. ‘De oorlog tegen het terrorisme begon in Afghanistan omdat daar de leiding van Al Qaeda zou zitten.

De Amerikanen hebben wel wat Al Qaeda- leiders weggebombardeerd en tien jaar later werd Osama bin Laden in Pakistan gevonden, maar de terreur stak in andere verschijningsvormen toch weer de kop op. Nu is IS de voornaamste terreurgroep, maar het is hetzelfde verhaal. Terrorisme is een veelkoppig monster. Je kunt een kop afhakken, maar er groeien steeds weer nieuwe aan. Je bereikt niets met bombardementen en liquidaties van leiders.’

De bombardementen en de latere drone- aanvallen op Afghanistan hebben niet alleen niets opgeleverd, ze waren volgens haar ook contraproductief omdat ze kwaad bloed zetten bij de Afghanen die het Westen nu juist wilde bevrijden van de Taliban. ‘De VN meldde in 2019 nog dat er meer Afghaanse burgers om het leven kwamen door Amerikaanse aanvallen dan door de Taliban. Het land is kapot. Jonge mannen zonder werk hebben geen andere keuze dan zich aan te sluiten bij de Taliban’, zegt de universitair hoofddocent Conflict Studies & International Relations in Nijmegen.

Medische zorg

De Amerikanen gooiden bommen, en dat deden de Nederlanders ook met hun F-16’s, maar de Nederlandse militairen waren vooral in Afghanistan om de Afghanen te helpen met medische zorg en onderwijs. Ze ruimden mijnen en bekostigden weeshuizen en schooltjes voor jongens en meisjes. Met de beste bedoelingen en met het hart op de goede plek. Dat heeft de verslaggever niet van horen zeggen, hij stond er met zijn neus bovenop in Kaboel, Pol-e-Khomri en Tarin Kowt.

Verkoren: ‘De militairen valt niets te verwijten; zij hebben fantastisch werk verricht. Het moet heel zuur zijn dat ze dat allemaal voor niets hebben gedaan. Maar je kunt in Afghanistan met een militaire operatie geen democratische samenleving maken. Ik zei dat in Afghanistan twee dingen door elkaar liepen. Dat was het tweede: als we toch in Afghanistan zijn voor de War on Terror, dan gaan we er meteen gewapenderhand vrijheid en democratie brengen. De neoconservatieven onder Bush geloofden daar in. Dat geloof is er niet meer.’ We hebben de afgelopen twintig jaar niet alleen in Afghanistan en Irak het paard achter de wagen gespannen, dat hebben we op het thuisfront ook gedaan, aldus Verkoren.

‘In de strijd tegen de terreur zijn in het Midden-Oosten en Afghanistan vergeefse en zelfs contraproductieve oorlogen gevoerd en in het Westen zijn nieuwe problemen gecreëerd. Extreemrechts is opgekomen, moslims zijn gestigmatiseerd en er is een groeiend wantrouwen tussen burgers en de overheid. De overheid maakt profielen van ons op basis van ons digitale gedrag. We hebben er geen inzicht in. We krijgen geen toegang tot die informatie. Wie als radicaal wordt gezien, ook als diegene geen geweldgebruik voorstaat, wordt al snel in de gaten gehouden of ingeschreven voor een deradicaliseringstraject. Je mag niet radicaal meer zijn, terwijl geweldloze radicaliteit hoort bij een vrije samenleving.

Er zijn minder concrete aanwijzingen nodig om iemand af te luisteren, te observeren of een gebieds- of contactverbod op te leggen. Niet alleen geweldgebruik, maar ook ondersteuning van terrorisme, breed gedefinieerd, is nu strafbaar. Het resultaat van deze maatregelen is dat steeds meer mensen die niets te maken hebben met terrorisme erdoor worden geraakt, met name moslims. Zo kweekt de overheid juist de polarisatie die ze moet willen voorkomen.’

Hysterische reactie

Verkoren komt in haar boek al met al tot de ontnucherende conclusie dat onze rechtsstaat het slachtoffer is geworden van de ‘hysterische’ reactie op 9/11. Verkoren: ‘We hebben talloze vrijheden ingeperkt en maatregelen genomen, denk aan de rechtsbescherming voor terreurverdachten en toegenomen bevoegdheden van inlichtingendiensten, die op gespannen voet staan met de burgerlijke vrijheden die we nu juist zeggen te willen verdedigen. Het net is de afgelopen twintig jaar steeds breder uitgeworpen. Tijdelijke maatregelen worden omgezet in permanente wetten.’

Waarom we dat sinds 9/11 hebben laten gebeuren? Verkoren: ‘Omdat onze manier van leven zogenaamd in gevaar was. We waren in oorlog met het Kwaad. Heel verschillende kranten als Trouw en de Telegraaf zetten na de moord op Theo van Gogh hetzelfde op de voorpagina: ‘Kabinet verklaart de oorlog aan terreur’. Het AD schreef: ‘Het is oorlog’. Elke dag is die strijd tussen goed en kwaad erin geramd. Politici gebruikten oorlogstaal, in Amerika vooral, maar ook hier.

Terrorisme is de dreiging nummer één. Aanvallen in Europa bevestigden dat beeld. Dat is best begrijpelijk, want de beelden waren heel indringend, maar als je nuchter naar de aantallen kijkt, dan zie je dat terrorisme buiten oorlogsgebieden heel weinig slachtoffers maakt. Het beeld komt niet overeen met de werkelijkheid. In Nederland zijn aanslagen door jihadisten tot nu heel beperkt gebleven. Tot dusver zijn hierbij gelukkig slechts enkele doden gevallen, Theo van Gogh en de vier slachtoffers van de schietpartij in de Utrechtse tram. De kans om in een westers land te sterven als gevolg van een terroristische aanslag is zo groot als de kans om geraakt te worden door de bliksem of te verdrinken in bad.’

Maar waar je twee decennia na 9/11 in de Lage Landen ook komt, elke dag word je geconfronteerd met terreurdreiging: betonblokken en controlepoorten bij gebouwen, controles op Schiphol. Alleen, om met terrorisme in aanraking te komen, moet je toch echt naar … Afghanistan of Irak. ‘De westerse invasies leidden in die landen tot meer en niet minder terrorisme.’ Verkoren begint haar boek ermee. Ze is in 2012 op bezoek in de stad Kirkuk in het noorden van Irak om tijdens een conferentie te spreken over geweld en geweldloosheid. Op weg naar een restaurant wordt een pick-uptruck in haar konvooi met daarin peshmerga-bewakers en twee docenten opgeblazen. Drie bewakers komen om het leven, acht mensen raken gewond.

Willemijn Verkoren over die (auto)bom in Kirkuk: ‘Een wetenschapper uit Eri trea zei op weg terug naar het hotel: “Hier ga ik niet sterven. Dit is niet mijn conflict.” Hij had gelijk, maar dat gold niet voor mij. Mijn regering had niet alleen politieke steun verleend aan de invasie, maar ook militairen en helikopters voor de multinationale troepenmacht gestuurd.’

Burgeroorlog

Het gevolg van de invasie was een langdurige burgeroorlog, waarin Al-Qaedain- Irak opkwam en terroristische aanslagen aan de orde van de dag waren. ‘Voor die tijd was er van jihadistisch terrorisme in Irak nauwelijks sprake. In Afghanistan waren de Taliban fundamentalistisch, maar ze waren geen terreurorganisatie. Ze pleegden geen aanslagen op burgers, richtten hun pijlen niet op het Westen. Na de invasie zijn ze aanslagen gaan plegen. Zoals de gewapende escorte in Kirkuk de aandacht van terroristen trok, heeft Westers contraterroristisch geweldgebruik geweld uitgelokt.’

Bij de keuze voor contraterroristisch geweldgebruik heeft het Westen, en ook Nederland, zich volgens wetenschapper Verkoren laten leiden door angst. En dat is precies wat terroristen willen. Verkoren: ‘Een terroristische strategie komt neer op provocatie, het zaaien van angst en het uitlokken van overreacties. De terroristen kregen wat ze wilden. We hebben ons voor hun karretje laten spannen. Binnenlandse maatregelen hebben burgerrechten onder druk gezet en bijgedragen aan de stigmatisering van moslims. Door geweld met geweld te bestrijden en de ene na de andere harde maatregel af te kondigen, zijn we in een negatieve spiraal geraakt.’

Twintig jaar na 9/11 is het hoog tijd dat burgers, media en politici uit de spiraal komen. Ze moeten hun angst opzijzetten, de terreurdreiging nuanceren en weloverwogen beleid gaan maken, vindt Verkoren. ‘De oorlogstaal die nog steeds wordt gebruikt, vergroot alleen maar de angst.’

Relativering

De media spelen een grote rol bij het opkloppen van de terreurdreiging. ‘Terrorisme is goed voor de kijk- en leescijfers. Daar profiteren terroristen van. Zij zijn met hun provocaties uit op aandacht, en die krijgen ze. Terrorisme is ook geliefd in de populaire films, games en boeken, waardoor de discrepantie tussen perceptie en werkelijkheid nog meer wordt vergroot.’ En dat terwijl de terreurdiscussie juist dringend behoefte heeft aan relativering en de-escalatie. ‘We moeten ons niet uit onze tent laten lokken en onze rechtsstatelijkheid hoog blijven houden. Daarmee neem je terroristen de wind uit de zeilen. Zij kunnen de overheid dan niet langer als onderdrukker afschilderen.’

Denkt ze niet dat populistische websites en politici haar met haar genuanceerde boodschap zullen uitmaken voor terroristenknuffelaar? ‘Ik vind terrorisme verwerpelijk. Geweld tegen onschuldige burgers is nooit gerechtvaardigd. Ik weet dat ik geen populaire boodschap heb, maar om het terrorisme te kunnen aanpakken, moeten we het begrijpen. Dat wil niet zeggen dat ik het goedpraat. Mijn boek is er juist op gericht om terrorisme effectiever aan te pakken.

Terrorismebestrijding is gebaat bij betere kennis van de drijfveren van terroristen. Politici en media moeten de terreurdreiging niet opblazen en met de onderbuik blijven reageren. Daarmee is het terrorisme de afgelopen twintig jaar niet minder maar erger geworden.’

‘Uit de terreurspiraal; een nieuw perspectief op terrorisme’. Uitgeverij Boom. Prijs €24,90.
 

CV

Willemijn Verkoren (Amsterdam, 1978) studeerde in 1996 en 1997 geschiedenis en politicologie aan de University of London en van 1998 tot 2003 aan de Universiteit van Amsterdam. Verkoren promoveerde in 2008. In datzelfde jaar werd ze universitair docent bij het Centrum voor Internationaal Conflictanalyse en Management (CICAM) van de Radboud Universiteit Nijmegen, waarvan ze tussen 2010 en 2019 directeur was. Op dit moment is Verkoren in Nijmegen universitair hoofddocent Conflict Studies & International Relations. Ook is ze actief als freelance onderzoeker en auteur.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie