Terneuzen mag woning met 40 wietplanten niet sluiten

De burgemeester van Terneuzen mag een woning waarin maar liefst 40 wietplanten zijn aangetroffen, niet sluiten. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant vindt dat de eigenaar aannemelijk heeft gemaakt dat hij de wiet voor eigen, medicinaal gebruik teelde.

Geen dealergerei aangetroffen

In februari dit jaar trof de politie een kwekerij aan in de woning van de man, waarover een buurtbewoner al eens melding had gedaan. Hij of zij had wel eens mensen met sporttassen uit de woning zien komen en in een auto zien stappen. In de woning trof de politie echter geen dealergerei zoals weegschalen, gripzakjes of andere verpakkingen aan. Het hoge aantal planten en de melding uit de buurt, waren voor burgemeester Jan Lonink (PvdA) desalniettemin genoeg aanleiding om de woning met artikel 13b van die Opiumwet in de hand te sluiten. De man met de groene vingers ging daarop in bezwaar en besloot een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechter.

Huisarts

De voorzieningenrechter stelt dat de man aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen dealer is, en de wiet bovendien hard nodig heeft voor medicinaal gebruik. De man legde uit dat hij sinds een verkeersongeval 21 jaar geleden last heeft chronische en hevige zenuwpijnen. Niets dat de huisarts  voorschreef, zware pijnstillers incluis, wilde baten. De medicinale wietolie die voorhanden is, zou te slap zijn en de medicinale wiet weer te sterk. De huisarts beaamde dit allemaal en gaf aan dat de wietolie die de Terneuzenaar zelf maakt, tot nu toe het effectiefste medicijn voor hem is gebleken, met de minste negatieve bijwerkingen.

Geen beroep, bezwaar ingewilligd

‘Het betoog van de verzoeker is helder en consistent’, oordeelde de rechter, die ook vond dat de verklaringen van de huisarts het verhaal voldoende onderbouwen. De rechter woog ook mee dat de man een onderbouwd verhaal had over de planten die hij teelt en de wijze waarop hij zijn wietolie produceert. Dat het Openbaar Ministerie de strafzaak tegen de man al had geseponeerd en dat er verder geen handelsparafernalia zijn aangetroffen, speelde ook een belangrijke rol bij het toewijzen van de voorlopige voorziening. De melding van de buurtbewoner over de mensen met de sporttassen – volgens de man zijn dochters, die beurtelings een week bij hem verblijven – vond de rechter onvoldoende bewijs. Een woordvoerder van de gemeente Terneuzen laat desgevraagd weten dat burgemeester Lonink niet in beroep gaat tegen de uitspraak en dat het bezwaar van de man tegen de woningsluiting is ingewilligd. Volgens een woordvoerder van de gemeente is dit de eerste keer dat een voorgenomen woningsluiting door de gemeente Terneuzen door de rechter wordt tegengehouden.