Meer vrouwen in de politiek
Poltiieke partijen moeten - zeker met het zicht op de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 - beter hun best doen om vrouwen te werven voor de actieve politiek. En hen op een verkiesbare plaats zetten.
De opmars van vrouwen in gemeenteraden blijft al ruim dertig jaar steken op zo’n 25 procent. Dit moet anders. Met de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 op komst moeten politieke partijen beter hun best doen om vrouwen te werven voor de actieve politiek. En hen op een verkiesbare plaats zetten. Natuurlijk gaat het om kwaliteit, maar die moet je wel willen en durven zien.
Nog geen één op de vijf wethouders en slechts één op de vijf burgemeesters is vrouw. In zeven andere Europese landen doen vrouwelijke politici en bestuurders het wat beter, met percentages schommelend tussen de dertig en veertig. Een van de oorzaken dat zo weinig Nederlandse vrouwen politiek actief zijn, is dat de Nederlandse politiek gefragmenteerd is, stelt Monique Leyenaar, hoogleraar vergelijkende politicologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Er zijn veel verschillende partijen en vrouwen zijn minder vaak in de top van de lijsten te vinden. Verder stellen lokale lijsten, die een kwart van de raadszetels innemen, weinig vrouwen kandidaat, constateerde Leyenaar. Samen met een Schotse collega deed ze onderzoek naar de opmars van vrouwen in politieke functies in de afgelopen honderd jaar in acht Europese landen.
Leyenaar noemt de stagnatie ‘zorgelijk’ en vindt dat premier Rutte of minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) politieke partijen moet oproepen om meer vrouwen op verkiesbare plekken te zetten. Het is de vraag of beide heren zich hiertoe geroepen voelen en of het rijk hierin een aanjagende rol heeft te spelen.
De stelling dat politieke partijen in aanloop naar maart 2014 een tandje moeten bijzetten om (meer) politica’s te werven − als vraag gesteld op de LinkedIn discussiegroep van Binnenlands Bestuur en op Twitter − leverde veel reacties op. Wisselende, uiteraard, en (frappant?) vooral mannen mengden zich in de discussie.Een non-discussie, stelden enkelen. Het gaat om kwaliteit en geschiktheid, niet om een ‘quotum’ dat moet worden gehaald. Dat doet de politiek uiteindelijk eerder kwaad dan goed. Vrouwen kijken wel uit om te kiezen voor een ongewis politiek-bestuurlijk bestaan, stelde iemand. Niks aan de hand, stelde weer een aantal anderen. Goed voorbeeld doet goed volgen; het komt vanzelf goed. Dat is nog maar de vraag, gezien het feit dat het aandeel vrouwen in de actieve lokale politiek al ruim dertig jaar niet is gegroeid.
Natuurlijk gaat het om de kwaliteit en geschiktheid van potentiele volksvertegenwoordigers. Er moeten geen ‘excuus-Truzen’ op de kandidatenlijst worden gezet. Het is aan politieke partijen en kandidaatstellingscommissies om goede, betrouwbare en integere raadsleden en wethouders te scouten, op te leiden en een eerlijke kans te geven. Partijbonzen en kandidaatstellingscommissies kunnen en moeten zich beter inspannen om meer vrouwelijke kwaliteiten te vinden en aan zich te binden.
Reacties: 11
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Een interessant artikel. Een andere invalshoek blijft helaas ongenoemd: het verschil in opleidingsniveau tussen kiezers en gekozenen. In gemeenten met meer dan 30.000 inwoners is bijna 80% van de gemeenteraadsleden hoger opgeleid. Burgers van gemeenten met meer dan 30.000 inwoners zijn in nog geen 40% van de gevallen hoger opgeleid. De partijen GroenLinks, ChristenUnie en D66 zijn hofleverancier met minimaal 88% hoger opgeleiden gemeenteraadsleden in gemeenten met meer dan 30.000 inwoners. Politici van lokale politieke partijen zijn in bijna 70% van de gevallen hoger opgeleid. Het aantal hoger opgeleiden gemeenteraadsleden in gemeenten met 50.000 inwoners of meer blijkt substantieel hoger te zijn dan bij gemeenten tussen met 30.000 tot 50.000 inwoners. Het opleidingsniveau is relevant, omdat hoger opgeleiden andere prioriteiten stellen dan niet-hoger opgeleiden. Hoger opgeleiden en niet-hoger opgeleiden denken bijvoorbeeld anders over inkomen en economie, samenleven en politiek en bestuur. Naast het gemeenteraadslidmaatschap gaan niet-hoger opgeleiden minder vaak stemmen, zijn niet-hoger opgeleiden minder vaak lid van een politieke partij en bezoeken niet-hoger opgeleiden minder vaak een politieke bijeenkomst.
Dat de bevolking ACHT maal zo groot is.. tsja.
WAAR ZIJN DE 1000 VOLKSVERTEGENWOORDIGERS?
nee, vertegenwoordiging is iets anders dan afspiegeling. Indien het afspiegeling zou moeten zijn, moeten we concluderen dat de imbecielen oververtegenwoordigd zijn....
Ha,ha, u bezoekt kennelijk ook met enige regelmaat een raadsvergadering.
Maar dan neem ik toch aan dat zij zich volgend jaar kandidaat stelt als ze zo sterk van mening is dat er meer vrouwen in de politiek 'moeten'.
Maar, zodra er sprake is van "moeten", is het al bij voorbaat tot mislukken gedoemd.
Dus tot de schrijfster zou ik zeggen (in navolging van wijlen Pim Fortuyn): "Mens, ga toch koken".
Stop alsjeblieft eens met het woord 'excuustruus' want die bestaat uitsluitend in het jargon en het onwillige, engbehoudende hoofd van zowel mannen als vrouwen. Waarom trouwens horen wij nooit van een excuus-guus Terwijl wijd en zijd bestuurlijke bokken worden geschoten. Door mannen wel te verstaan, bij gebrek aan vrouwen.