Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Tarzan in de overheidsjungle

Na 17 jaar neemt de Rotterdamse ombudsman Migiel van Kinderen afscheid. Het gemeentebestuur schendt volgens hem te gemakkelijk grondrechten.

12 februari 2010

Een ‘Tarzan in de overheidsjungle’, zo typeert rechtsgeleerde Peter Rijpkema Migiel van Kinderen, de vertrekkend ombudsman van Rotterdam. ‘De longen worden er uit gegild’, grinnikte Rijpkema op het afscheidssymposium voor Van Kinderen, terwijl hij een filmpje liet zien van acteur Johnny Weismuller, die in de rol van Tarzan woest schreeuwend op zijn borstkas slaat. Van Kinderen was ruim 17 jaar ombudsman van de Havenstad en omliggende gemeenten en wist in die periode met regelmaat in en tot ver buiten de regio de aandacht te trekken met gepeperde uitspraken.

 

Terugkijkend zegt Migiel van Kinderen zelf dat ’90 tot 95 procent’ van zijn werk zich buiten het zicht van buitenstaanders heeft afgespeeld. ‘Maar als ombudsman schiet je er niks mee op als je alleen in rapporten blijft roepen dat ergens “onbehoorlijk” is gehandeld, dat is alleen de officiële toets. De boodschap moet wel overkomen natuurlijk en een ombudsman moet zichtbaar zijn voor de burger. Ik paste mijn taalgebruik aan de grootte van de organisatie in kwestie en de context aan. In een kleine gemeente als Bleiswijk paste ik het principe van “de doserende depper” toe: steeds op rustige toon de boodschap blijven herhalen. En in Rotterdam ging het met boksballen.’

 

Tot het ultieme gevecht kwam het in 2007 toen Van Kinderen een uiterst kritisch rapport schreef over de Rotterdamse interventieteams; ambtenaren die onaangekondigd huisbezoeken aflegden. In een interview kwalificeerde de ombudsman de leden van deze teams bovendien als ‘laagopgeleid boeventuig’. Een keiharde confrontatie met college en de raad volgde, met name met Leefbaar Rotterdam, de geestelijk hoeders van de teams. De fractie eiste het aftreden van Van Kinderen. Daarvoor was niet genoeg steun, maar de ombudsman kreeg wel een flinke reprimande, bovendien nam de raad een motie aan om extra interventieteams de wijken in te sturen.

 

Van Kinderen: ‘Ik was al eerder wel gekapitteld, bijvoorbeeld toen ik de term ‘nieuwe flinkheid’ gebruikte over cameratoezicht en gebiedsverboden. Maar nu kwam ik aan het speeltje van de Leefbaren en de “Veiligheidsburgemeester”, Ivo Opstelten.’ Het raadsdebat over de kwestie was voor hem een ontluisterende ervaring. ‘Ik zat op de tribune en je mag niks zeggen hè, terwijl het allemaal over mij ging. En er zijn daar dingen over mij gedebiteerd, zo grof, waarvan ik dacht: hoe is het mogelijk? Zo ga je niet met elkaar om. Ik zat te wachten tot Opstelten zou ingrijpen, maar dat gebeurde niet. Daar word je wild van hoor.’

 

Moedernorm

 

Van Kinderen kwam, voor hij ombudsman werd, uit de sociale advocatuur; een pet die hij volgens de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, nooit heeft afgezet. De burger beschermen tegen machtsmisbruik van de overheid was het doel, en het maakte niet uit hoe. ‘Vleien, dreigen, chanteren, alles is geoorloofd als je maar voor elkaar krijgt wat nodig is. Ik was niet altijd bevoegd om ergens wat over te zeggen, maar dat zag ik niet als een belemmering om wat te doen.’

 

Van Kinderen introduceerde de moedernorm als maatstaf voor overheidshandelen: behandelt de ambtenaar in kwestie de burger zoals je zou willen dat je moeder wordt behandeld? Door de samenstelling van de bevolking en de politieke wind die er waait is Rotterdam een speciale stad voor een ombudsman, zegt hij. ‘Rotterdam heeft het bijzondere probleem dat er zo veel laag opgeleide mensen wonen. En die mensen stappen niet zo snel naar de rechter. Ze hebben de boosheid wel, maar ze weten niet wat ze ermee moeten doen. Burgers voeren veel te weinig procedures. Ja, misschien op het gebied van ruimtelijke ordening en vergunningen, daar weten ze de rechter wel te vinden, maar over basale rechten wordt nooit geprocedeerd. Als ombudsman heb ik geprobeerd dat gat op te vullen.’

 

Zorgelijk vindt Van Kinderen die stilte over het schenden van grondrechten, want er gaat in zijn ogen veel mis. Vooral in Rotterdam. De stad wordt alom geroemd om het creatieve en doortastende beleid, maar daar hoef je bij hem niet mee aan te komen.

 

‘Als ombudsman krijg je natuurlijk vooral veel huis-tuinen- keukenklachten. Maar in Rotterdam ging het op een zeker moment wel heel vaak over zaken waar echt grondrechten werden geschonden. Men zoekt de grenzen op, en daar is niks mis mee, maar in deze stad gaat het bestuur daar ook zonder problemen overheen. Veiligheid gaat boven privacy zeggen ze dan. Ja hallo, dank je de koekoek! Dat is een compleet verkeerd signaal, we hebben die wetten niet voor niks hoor! Als je onbewust over die grenzen gaat, alla, maar doe je dat bewust dan ben je gewoon onrechtstatelijk bezig.’

 

Met het argument dat grote problemen om onorthodoxe maatregelen vragen kan Van Kinderen niks: ‘Rotterdam kampt met grote sociale problematiek en armoede. Als je dat wilt oplossen door meer mensen bijzondere bijstand te geven: prima! Wil je dat met een huisbezoek doen: ook leuk. Maar dan bel je eerst op en maak je een afspraak. Creatief kun je ook zijn terwijl je je aan de regels houdt.’

 

Politiek

 

Van Kinderen heeft het politieke hart links zitten, daar is ie zelf niet stiekem over. Heeft zijn politieke smaak zijn werk als ombudsman niet te veel beïnvloedt? ‘Welnee! Ik heb puur geanalyseerd en feiten vastgesteld. Het is mijn plicht om misstanden aan de orde te stellen, dat is geen politiek bedrijven. Weet u wat politiek bedrijven was? De tegenkracht die werd georganiseerd toen ik mijn rapport over de interventieteams uitbracht. Die motie over uitbreiding ervan: wat een powerplay was dat, echt ongehoord. Maar er is uiteindelijk wel een nieuw protocol voor die teams gemaakt en er zijn sinds die hele affaire ook veel minder klachten van burgers geweest. Dus zo raar waren mijn opmerkingen blijkbaar toch niet.’

 

Van Kinderen, vanaf maart opgevolgd door Annemieke Zwaneveld, bezint zich nog op zijn toekomst. Een toekomst in de politiek zou kunnen. ‘Ik ben nooit politiek geweest, maar als je ziet hoe het nu in Rotterdam gaat, daar word je niet vrolijk van hoor. De complete middelmatigheid van de PvdA en dan dat Leefbaar… dat loopt ook helemaal uit de klauwen. Rotterdam is niet erg gezegend met intelligentsia en wat er is laat de politiek aan het voetvolk over. Iemand met een goed stel hersens en een beetje welbespraakt loopt er amper tussen. Ik heb commitment met die stad, er is nog zoveel onrecht, daar móet ik nog wat mee.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie