Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Kansloos zonder eendracht’

Interview met Carolien Gehrels. Door meer samen te werken, zouden grote steden het internationaal beter kunnen doen.

10 april 2015

Rivaliserende steden als Amsterdam en Rotterdam kunnen beter de samenwerking zoeken, vindt Carolien Gehrels, tegenwoordig van Arcadis. Dat brengt ze verder. Vooral op het internationale speelveld. 

Ruim een half jaar geleden was Carolien Gehrels voor de PvdA nog wethouder van Amsterdam. Dat was ze acht jaar aan een stuk. Zou ze als wethouder de zaken anders hebben aangepakt met de inzichten die ze de voorbije maanden verwierf, bij Arcadis? Met een ‘uh’ neemt ze een seconde de tijd. Dan: ‘Nee. Wat ik wél heb geleerd, is dat Amsterdam en Rotterdam er internationaal gezien heel goed voor staan.’

Ze wijst op de Sustainable Cities Index, een ranglijst van vijftig wereldsteden die Arcadis laatst opmaakte. Amsterdam en Rotterdam, de enige Nederlandse steden op de lijst, eindigden op respectievelijk de vierde en vijfde plaats. Frankfurt werd in dit people-planet-profit-verband eerste, Nairobi laatste.

Arcadis? Dat is toch dat Nederlandse advies- en ingenieursbureau, voortgekomen uit Heidemij, met in binnen- en buitenland projecten in water, milieu, infrastructuur en gebouwen? Klopt. Maar Gehrels werkt binnen een nieuwe loot aan het firmament, één die zich meer richt op hele gebieden, preciezer: op grote steden. ‘De toekomst is aan de steden’, zegt de oud-wethouder. ‘Ik ben elke dag bezig om ze beter te maken. Daarbij komt mijn kennis en ervaring als wethouder mooi van pas.’

Gehrels’ klantenkring binnen het programma Big Urban Clients (BUC) telt voorlopig een vijftiental steden. Daaronder de miljoenenmetropolen Sao Paulo, New York, Londen, Doha, Shanghai en: ‘de regio Amsterdam-Rotterdam’. Die laatste zet Arcadis vaak als voorbeeld in bij de overige opdrachtgevers: kijk eens hoe goed zaken op orde te brengen zijn. Zie hoe het hoofd te bieden is aan de toenemende druk door de onophoudelijke toestroom van mensen.

Gehrels (47) geeft een voorbeeld. ‘In Amsterdam pakt 40 procent van de mensen de fiets. Velen gebruiken het openbaar vervoer. Hoe lukt zoiets? Door hoge parkeertarieven. Je betaalt je blauw in Amsterdam. Zo zorg je voor schonere lucht en blijft de stad leefbaar.’ Nederland doet het volgens Gehrels mede zo goed door het polycentrisch stedenlandschap: een ‘kralenketting’ van relatief kleine steden, met Amsterdam (800.000 inwoners) als grootste. Die stedelijke structuur moet je koesteren, zegt ze, want daardoor heeft iedereen recreatie binnen handbereik. ‘Binnen een kwartier ben je de stad uit, overal.’

Ze refereert aan ‘monocentrisch’ Londen. ‘Alleen rijke Londenaars kunnen in het centrum wonen. Als ik onze medewerkers daar vraag hoelang ze onderweg zijn naar hun werk, zeggen ze zonder uitzondering: meer dan een uur. Mensen in de schoonmaakbranche wonen op twee uur afstand van hun werk.’ Blijf zorgen voor goede universiteiten in perifere steden als Groningen en Nij- megen, zegt Gehrels. ‘Anders bezwijkt de Randstad onder de toestroom van studenten. Zorg voor goede verbindingen, dus een zweeftrein naar Groningen, dan heeft niemand een probleem, want zit je zo in de Randstad.’

Eindhoven-Noord
Nederlandse steden hebben ook een nadeel, juist doordat er niet één immense stad is, maar meerdere kleinere. In hun ijver bedrijven aan zich te binden, steken ze elkaar de loef af. Met meer eendracht, stelt Gehrels, had Nederland de voorbije jaren vele financials en technologische start-ups méér aan zich kunnen binden, bedrijven die nu vaak voor Londen kozen.

Het is een houding die je je volgens Gehrels niet langer kunt permitteren, ‘want de strijd om de multinationals is al lang geglobaliseerd’. Gigantische steden zijn concurrent en die beschikken over veel excellente kunst, cultuur en talent. Nederland heeft dat ook, maar alleen als we meer op één hoop gooien. Daarom, stelt Gehrels: profileer jezelf als eenheid en zorg er zo voor dat een bedrijf voor Nederland kiest. Wáár het landt, is vers twee.

‘Bij het promoten van Amsterdam zette ik vaak Rembrandt in, maar even goed Johannes Vermeer. Die komt uit Delft ja, maar voor een Chinees of Amerikaan is dat ook Amsterdam, omdat de afstand tussen beide steden in hun ogen echt helemaal niets voorstelt.’

Tevreden stelt Gehrels vast dat steden zich de laatste jaren meer bewust lijken van het globale krachtenveld en eendrachtiger gaan opereren. Daarbij liften ze bovendien mee op elkaars faam. Gehrels zelf deed dat door Amsterdam in 2013 te kenschetsen als ‘Eindhoven- Noord’, nadat de lichtstad was uitgeroepen tot ’s werelds slimste regio.

Andersom kon Eindhovens burgemeester Van Gijzel een paar maanden later prima leven met fundamenteel ASML-onderzoek dat in de Amsterdamse Watergraafsmeer neerstreek. Gehrels: ‘Ga je lopen soebatten, dan vertrekt zoiets misschien wel naar het buitenland.’

Strijd met Den Haag
Gehrels zegt vele voorbeelden te kunnen geven van wethouders of burgemeesters die contact zochten met elkaar, potentiële plooien recht streken en elkaar soms openlijk steunden. Zo haalden Amsterdam en Utrecht samen de Giro d’Italia naar Nederland (2010), behoedde Amsterdam zich ervoor om Rotterdam voor het hoofd te stoten bij de verhuizing van de NRC (2012), stemde Eindhoven de komst van het innovatieve Clicknl af met Amsterdam (2012), sloot Amsterdam de komst van het Europese hoofdkantoor van autofabrikant Tesla kort met de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (2013) en steunde Amsterdam de Haagse kandidatuur voor de Nuclear Summit (2014). Allemaal met succes.

Begrijp Gehrels goed. Het zijn niet de bestuurders, maar de bedrijven, instituten en evenementen die besluiten of en waar ze komen. Evenmin verwijzen wethouders bedrijven naar optimalere collega-steden; EZ-wethouders laten zich voorstaan op het aantal nieuwe arbeidsplaatsen dat ze wisten te genereren. En concurrentie tussen steden bestaat ook gewoon nog.

‘Dat is alleen maar goed, het houdt iedereen scherp. Amsterdam is over de NRC bijvoorbeeld de strijd aangegaan met Den Haag. Nu vertrekt een krant niet snel naar het buitenland. Maar bestaat die kans wel en merk je dat een tweede stad in het spel is, dan moet je gaan praten. Samen maakt je sterker.’


5 tips voor (middel) grote steden
1. Durf te kiezen, voor je specialisme.
2. Kijk daarbij naar waar je sterk in bent (bijvoorbeeld logistiek) en naar wat je aan werknemers in huis hebt (bijvoorbeeld studenten); zoek bedrijfsleven dat daarop aansluit;
3. Gun een andere stad wat. Investeren in goede relaties betaalt zich vroeg of laat terug;
4. Zet sterke ‘merken’ in (als ‘Rotterdam’, ‘Neeltje Jans’, ‘Vermeer’) al zit je 100 kilometer verderop;
5. Volg de denktank Agenda Stad, via www.agendastad.nl.


CV
Carolien Gehrels geboren in Dronten, op 15 december 1967
1985-1991 studie Nederlandse taal en letterkunde, RU Groningen
1992-1994 communicatiemedewerker bij het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam
1994-1997 adviseur bij Podium, bureau voor educatieve communicatie, Utrecht
1997-2000 adviseur bij organisatieadviesbureau Berenschot, Utrecht
2000-2006 managing director, ook bij Berenschot, grondlegger campagne ‘I AMsterdam’
2006-2010 wethouder (sport, kunst & cultuur), gemeente Amsterdam
2010-2014 wethouder (EZ, kunst & cultuur), gemeente Amsterdam
2014-heden Europees directeur BUC, bij advies- en ingenieursbureau Arcadis.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie