Steden die zeker werken
Meten is weten. Toch is beleid lang niet altijd gebaseerd op wetenschappelijke data en is evalueren een ondergeschoven kindje. In Amerika zorgt Results for America ervoor dat lokale overheden hun beleid ‘evidence based’ maken. Wat kan een Nederlandse gemeente daarvan leren?
De voordelen van evidence based beleid
Innovatie lijkt het toverwoord bij het oplossen van problemen in de maatschappij. Of het nu gaat om nieuwe taken in het sociaal domein of om het verbeteren van de economie, om de Omgevingswet of ict-beleid – overal wordt aandacht (en geld) gevraagd voor innovatie. Maar of al dat innoveren ook iets oplevert, weet de overheid vaak niet, zo concludeerde onlangs het Britse Innovation Growth Lab. Beleid is nog vaak gebaseerd op aannames, niet op bewijs. ‘Betrouwbare studies naar het effect van innovatiebeleid zijn heel zeldzaam.
Ook in Nederland’, tekende Het Financieele Dagblad onlangs op uit de mond van een onderzoeker van het Centraal Planbureau (CPB). De Amerikaanse non-profitorganisatie Results for America vraagt al jaren aandacht voor goed onderzoek naar beleid en de effectiviteit daarvan. De organisatie helpt overheden bij ‘evidence based’ of in ieder geval ‘evidence informed’ beleid, dat is gestoeld op onderzoek. ‘Onderzoeken wat werkt moet normaal worden bij het opstellen van beleid’, aldus oprichter en directeur van RFA David Medina.
Hij was onlangs in Nederland als gastspreker van het door ScienceWorks georganiseerde congres Vormgeving van Evidence Informed Beleid. ‘Iedereen is bij zulk onderzoek gebaat, ook politici’, vertelt Medina. ‘Linkse politici willen weten hoe ze het beste arme mensen kunnen helpen, of hoe het ouderenbeleid beter kan. Politici die meer rechts georiënteerd zijn, kunnen beter verantwoorden wat er met het geld van de belastingbetaler gebeurt. Door beter te onderzoeken weten ze of ze waar voor hun geld krijgen.’
Kijken wat werkt
Medina is geen onbekende in de Amerikaanse politiek. Naast vele functies als beleidsadviseur voor verschillende senatoren, was hij directeur bij het Amerikaanse Vredeskorps en werkte hij als plaatsvervangend stafchef voor first lady Michelle Obama. Results for America levert zelf geen advies over bepaald beleid. Medina wil die twee zaken gescheiden houden. ‘Ons doel is te zorgen dat beleidsmakers gaan kijken wat werkt en wat niet, zodat ze hun geld beter kunnen besteden.’ Zo wil RFA in drie jaar tijd van een aantal grote Amerikaanse steden ‘What Works Cities’ maken, waarbij beleid gebaseerd is op cijfers. Er zijn inmiddels zo veel steden in geïnteresseerd, dat de honderd gemakkelijk wordt gehaald.
De eerste stap voor die steden om tot evidence based beleid over te gaan, is het creëren van open data voor publiek, onderzoekers en beleidsmakers. Daarnaast stellen de steden zichzelf meetbare doelen waarover ze met regelmaat in het openbaar verantwoording afleggen. Ook zetten ze kostenevaluaties op en moet de manier van inkoop veranderen: meer gebaseerd op resultaten. Ten slotte gaan de steden uitzoeken welk beleid er gedurende lange tijd níet heeft gewerkt in hun stad.
‘We helpen te kijken naar wat er niet werkt of waarvan niet duidelijk is of het wel werkt. Vervolgens kunnen die programma’s worden verbeterd; lukt dat niet, dan worden de geldstromen verlegd naar programma’s die aantoonbaar wel werken’, aldus Medina. Onderdeel van de aanpak is een ‘ranking systeem’ waarbij steden aan de hand van vijftig criteria langs een meetlat worden gelegd. Welke steden het beste scoren wordt later dit jaar bekend.
Beter beleid
Een Amerikaans voorbeeld van evidence based beleid is volgens Medina het ‘Headstart Program’. Dit educatieprogramma voor kleine kinderen wordt betaald door het rijk en loopt al tientallen jaren. Er gaat jaarlijks een miljard dollar in om, verdeeld over 1.600 organisaties die bijvoorbeeld bijscholing of voorschoolse opvang leveren.
‘Jarenlang kregen die organisaties gewoon hun geld, zolang ze maar niet werden beschuldigd van misbruik of het niet op orde hebben van de brandveiligheid’, vertelt Medina. Maar de regeringen van George W. Bush en Obama hebben prestatie-indicatoren toegevoegd en nu wordt het Headstart Program beoordeeld op de inhoud. Zo is eindelijk zichtbaar wat de resultaten zijn van bepaalde programma’s. De slechtst scorende 10 procent krijgt bovendien niet meer automatisch geld. Zij moeten verbeteringen laten zien, anders kunnen andere organisaties hun taken overnemen.
‘Het is geen bezuinigingsmaatregel’, benadrukt Medina. ‘De criteria om voor het programma in aanmerking te komen zijn ongewijzigd, evenals het budget. Maar er wordt beter gekeken naar wat er met het geld gebeurt.’ In Seattle doen ze iets soortgelijks met daklozen. Jarenlang kregen organisaties die daklozen opvingen hun geld gebaseerd op het aantal bedden dat ze vulden.
Maar nu moeten instellingen die subsidie aanvragen laten zien hoe ze zorgen dat die daklozen over een of twee jaar niet meer dakloos zijn. ‘Sommige organisaties veranderen nu hun manier van werken. Maar er zullen er ook zijn die dat niet lukt. Die krijgen dan geen geld meer.’ Het komt allemaal neer op: laat zien wat je doet, meet het, en stop met de dingen die geen resultaat opleveren.
Medailles
Results for America maakt vaak gebruik van ranglijstjes van organisaties, soms compleet met medailles. Maar zijn de Verenigde Staten niet veel prestatiegerichter als het gaat om ergens ‘de beste’ in te zijn? Kortom: zou dat in Nederland ook werken?
Medina benadrukt dat het niet gaat om ‘namen and shamen’. ‘Het betreft organisaties die bovenaan staan en dus goed bezig zijn. Dat kan inspireren, want iedereen vindt het fijn om ergens goed in te zijn en dat te laten zien. Dat werkt in de VS en dat kan ook in Nederland werken’, denkt hij. ‘We willen met positieve aandacht laten zien dat resultaten meten werkt.’
In een ander project dat vijf jaar geleden werd opgezet, krijgen jaarlijks tien steden van de federale overheid het budget voor sociale programma’s uitgekeerd zonder dat daar verplichtingen aan hangen over hoe het uit te geven en zonder alle verantwoordingssystematiek die er normaal gesproken bij komt kijken. Of het nu gaat om onderwijs, werkgelegenheid of criminaliteit – alle federale regels gelden niet meer. De enige voorwaarde is dat de steden bepaalde resultaten beloven te halen én dat ze toezeggen de uitkomsten van hun beleid onafhankelijk te laten evalueren. Inmiddels doen er al veertig steden mee.
Voor resultaten is het nog te vroeg, maar Medina is hoopvol gestemd. ‘Veel mensen steunen deze manier, omdat Democraten het aangrijpen om beleid te verbeteren en Republikeinen hun wens voor minder regels verwezenlijkt zien worden.’
Doordat de steun voor evidence based beleid van beide kampen in het Amerikaanse politieke systeem komt, is het niet erg moeilijk beleidsmakers over te halen mee te doen. Kijk maar naar het aantal steden dat zich heeft aangemeld voor What Works Cities-programma, aldus Medina. Bovendien, van de 36 federale programma’s die evidence based zijn, heeft ruim 95 procent ook voor het komend jaar de overheidsbudgetten weten te behouden. De regering- Trump wil veel van die programma’s beëindigen of korten op hun budget.
Maar omdat ze bewezen effectief zijn en leden van het Congres daardoor overtuigd zijn van hun nut, heeft het Congres die bezuinigingen niet goedgekeurd. Met een besmuikt lachje sluit Democraat Medina af: ‘Dus zelfs in dit, laat ik voorzichtig zijn, ongewone politieke klimaat dat we nu in Amerika hebben, heb ik goeie hoop dat we stappen voorwaarts kunnen zetten.’
Evidence based beleid in praktijk
Volgens het programma What Works Cities zijn er vijftig criteria waaraan lokale overheden kunnen werken, willen ze hun beleid voortaan op data baseren. Het gaat daarbij om onderwerpen als hoe doelen worden gesteld en bepaalde zaken worden gemeten. Maar de lokale overheden dienen ook burgers bij het project te betrekken en de cijfers met hen te delen. Ook moeten burgemeesters publiekelijk het belang van het programma benadrukken. Voor het invoeren van evidence based beleid bij de rijksoverheid worden tien punten genoemd, zoals het verplicht stellen van 1 procent van het budget voor evaluatiedoeleinden, het aanstellen van een ‘hoofd evaluatie’ en het instellen van een prestatiemanagementsysteem.
Nederlandse beleidsmakers zouden veel meer gebruik moeten gaan maken van buitenlandse onderzoeksresultaten. Dat kan de veel voorkomende Nederlandse tunnelvisie bij de overheid verminderen. En er is geen geld om alles in Nederland opnieuw te onderzoeken.
Daarom moeten beleidsmakers uitstekend Engels spreken, wetenschappelijke onderzoeksrapporten kunnen lezen, en goed kunnen zoeken op internet. Zie daarvoor de handleiding van Google.
Je kunt voor elk maatschappelijk probleem oplossingen zoeken via Google, met bijv. de volgende zoekterm:
"naam van het probleem" "evidence based" "best practices".
Meer voorbeelden:
gangs "evidence based"
"gang prevention" "best practices"
"bullying prevention" "best practices" study
"traffic jam" research solutions
"drug prevention" university
"traffic safety" professor
"school violence" "new solution"
"police innovation"
enz.