‘Het maakt mij machteloos en emotioneel’
Het schrikbewind van de Taliban is terug in Afghanistan. Het raakt het Flevolander PvdA-Statenlid Abassin Nessar.
Het schrikbewind van de Taliban is terug in Afghanistan. Het raakt het Flevolander PvdA-Statenlid Abassin Nessar. Nessar heeft Afghaanse roots en werkervaring in ontwikkelingssamenwerking in het land. ‘Nederland loopt vooral achter de NAVO aan.’
‘Ik hoor regelmatig van mensen in Afghanistan dat ze mishandeld zijn door de Taliban. Pas weer, oud collega’s die behoren tot de Hazara-minderheid, die klappen kregen. Er worden mensen vermoord. Er zijn wraakacties in Jalalabad. Alles wat ik uit Afghanistan zie, maakt me machteloos en emotioneel’, zegt Abassin Nessar, Statenlid voor de PvdA van Flevoland en bestuurslid van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland (UVAVIN).
Dat is een koepel van ongeveer 70 verenigingen, maar er zijn er veel meer die de circa 50.000 Afghanen hier bedienen. Nessar schat het totaalaantal op ruim 400. ‘Er gebeuren de ergste dingen nu in Afghanistan. Jonge vrouwen, meisjes nog, die als seksslaaf worden gebruikt, want ze worden ontvoerd en vervolgens aan Talibanstrijders uitgehuwelijkt. Ik hou mijn hart vast, voor mijn familie, vrienden en andere Afghanen en dat geldt voor iedereen die uit Afghanistan komt.’
Nessar weet: de toekomst is ongewis. Een collega van hem uit een ander land maar met Afghaanse roots, werd de toegang tot het vliegveld ontzegd door de Amerikanen. ‘Hij ziet er uit als een Afghaan, maar heeft een westers paspoort. Het gevolg is dat hij voor de avondklok de stad weer in moest en in een guesthouse belandde. ´s Avonds klopten de Taliban aan en die waren niet geamuseerd door een westers paspoort. Vervolgens betrokken ze zelf ook kamers daar. De situatie is uiterst gespannen. Er worden mensen vermoord op straat en op straat lopen met een westers paspoort is niet veilig: het westerse paspoort is natuurlijk ook geliefd.’
Kunstenaars
Nessar werkte tussen 2009 en 2013 in zijn geboorteland, het land dat hij begin jaren negentig als negenjarige met zijn ouders ontvluchtte vanwege het geweld. Zijn vader had een oud diplomatiek paspoort, waarmee hij kon aantonen dat hij werd vervolgd. Het gezin belandde in Nederland en Nessar ging politicologie studeren, in Leiden. Later, in 2009 keerde hij terug in Kabul, om te werken voor een cultureel programma gericht op capaciteitsopbouw in cultureel erfgoed met onder andere de restauratie van een park, de Bargh- e- Babur waar een mausoleum staat van een van de voorvaderen van de Mughal dynasty die de Taj Mahal bouwden in India.
Dat was voor de AKDN, het Aga Khan Development Network, een internationale niet-gouvernementele organisatie. Tien miljoen mensen krijgen dankzij AKDN stroom, vijf miljoen mensen gezondheidszorg en ook bezoeken vijf miljoen mensen de parken die de organisatie heeft opgeknapt. Daaronder dus ook het in Kabul opgeknapte park en veel ander cultureel erfgoed zoals oud-synagogen, boeddhistische tempels en Perzische forten.
Nessar was programmamanager in Kabul. Er werden kunstenaars ingevlogen, voor workshops. Een van de thema’s was under siege, onder belegering. ‘Daarmee richtten we ons op thema’s als mensenrechten en zelfcensuur van kunstenaars. Toen kon er heel veel. We hebben één incident meegemaakt. De minister van Informatie en Cultuur vond een kunstwerk niet passend bij de Afghaanse waarden. Dat was een kunstwerk met alledaagse Arabische teksten van vrouwen, waar bezoekers overheen konden lopen. En dat kan niet, want de Koran is in het Arabisch geschreven. Dat heeft de minister verboden. Een van de kunstenaars, een van de Hazara-minderheid, vroeg ‘waarom’ en is toen mishandeld door een beveiliger van de minister. Terwijl die minister een hele liberale man was, een wetenschapper die nota bene in de VS heeft gewoond.’
Hoe het nu met de kunstenaars en de kunst in Afghanistan gaat, is ongewis. In de jaren negentig voerden de Taliban een cultureel schrikbewind. Iedereen kent het verhaal van de Boeddhabeelden uit de zesde eeuw in Bamiyan, die in 2001 werden opgeblazen. Muziek mocht niet meer worden gedraaid, films werden vernietigd. Medewerkers van het filmarchief verborgen historische films achter muren en gaven oude Bollywoodfilms af, vertelt Nessar. Hij heeft samengewerkt om die films te digitaliseren, met de dochter van de gevluchte president Ghani. Zij was projectmanager. Nu staan de films deels op youtube.
Nessar ergert zich aan sommige Nederlandse perspectieven in deze crisis. ‘In een Nederlandse krant las ik een analyse van een jonge journalist dat we onze waarden en normen daar niet moeten opleggen. Afghanistan was altijd verdeeld, altijd radicaal, was het verhaal. Daar klopt niets van. Kabul was in de jaren zeventig een hele mondaine stad. Afghanistan heeft vroeger nooit wahabisme gekend of andere strenge islamvarianten. Het soefisme was de leidende religie, een religie die werd beleden met zang en dans. Dan denk ik: wat weet je van Afghanistan? Het was een van de eerste beschavingen van de mensheid. In de Koude Oorlog is het misgegaan, dat is een ander verhaal dan dat we het over onszelf zouden hebben afgeroepen.’
Frustratie
Afghanistan is volgens hem in de basis geen verdeeld land; het is verdeeld geraakt, de logische consequentie van oorlog. Hij maakt zich grote zorgen om de bevolking. ‘Het gaat nu om fysieke veiligheid. Maar wat als dit voorbij is, je mentale veiligheid, ben je daarin veilig? Dat ben je niet. Afghanistan is getraumatiseerd door decennia oorlogsgeweld.’ En dat betekent ook in Nederland frustratie, want het gaat om familie en vrienden van de Afghanen hier.
Na de val van Kabul ging Nederland nog debatteren over wie we wel of niet zouden moeten helpen, terwijl er al maanden een Kamermotie lag. ‘En er is ook frustratie dat Nederland geen eigen buitenlands beleid heeft, Nederland loopt vooral achter de NAVO aan, en dat is de VS, hoe dankbaar we ook zijn voor de interventie in bijvoorbeeld Kunduz en Uruzgan die ook Nederlandse levens heeft gekost.’
‘Gemeente, steun Afghanen’
‘Gemeenten, spreek je uit over de humanitaire catastrofe in Afghanistan. Toon medeleven met de Afghaanse gemeenschap in Nederland. Maak gebruik van de expertise van de lokale Afghaanse verenigingen en kaart het onderwerp ook aan in het Comité van de Regio’s.’
Dat is in een notendop de brief van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland UVAVIN die naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is gestuurd. De burgers van Kabul en andere steden in Afghanistan verdienen de steun van Nederlandse gemeenten, vindt Abassin Nessar, bestuurslid van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland. ‘Als de VNG of bijvoorbeeld de G4 zouden laten weten dat ze de burgers van Afghaanse steden steunen, zou dat een enorme steun voor Afghanen daar en hier betekenen.’
Nessar: ‘We hebben zeker 50.000 Afghanen in Nederland wonen. Velen van hen zijn betrokken bij de Nederlandse samenleving. Ze zijn hoog opgeleid. Ook zijn er veel ondernemers bij. De zwarte markt in Beverwijk bestaat voor het grootste deel uit Afghanen die vaak nog maar vier of vijf jaar in Nederland zijn. Ze voelen zich betrokken bij Nederland en ze hebben familie in Afghanistan. Ze maken zich zorgen. Ook voor hen mag je zeggen dat we willen proberen hen te steunen met humanitaire hulp, goed bestuur daar. Zo is een boodschap aan de vrouwen en minderheden van Kabul ook een boodschap aan de Afghanen hier.’
En waarom zouden steden en regio’s geen eigen buitenlands beleid voeren, vraagt Nessar zich af. ‘Ze zijn toch ook vertegenwoordigd in de EU? En we hebben gezien dat rijksbeleid, als het gaat om Afghanistan, gefaald heeft. Waarom dan daar op wachten en niet zelf internationaal beleid voeren?’ Hij zegt dat zijn Unie van Verenigingen het verzoek gaat doen aan de VNG. De VNG laat weten dat het antwoord op het verzoek eerst naar de afzenders van de brief gaat.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.