Stadsdelen verbijsterd over aangekondigd einde
Rotterdamse en Amsterdamse stadsdelen reageren verbaasd op het kabinetsplan de stadsdelen af te schaffen. Ze vrezen een groeiende afstand tussen bestuur en burger.
Rozenburg gaf 7 maanden geleden de gemeentelijke zelfstandigheid op en werd deelgemeente van Rotterdam. Nu dreigt door de kabinetsplannen opheffing. Met verbijstering heeft Rozenburg het regeerakkoord van VVD, CDA en gedoger PVV gelezen. ‘Het kabinet komt met voorstellen tot afschaffing van deelgemeenten en deelgemeenteraden’, staat er.
De voorzitter van deelgemeente Rozenburg, Ria de Sutter-Besters (Inwoners Partij Rozenburg): ‘Als onze raadsleden dit hadden geweten, hadden ze misschien wel een andere beslissing genomen. Je gaat ervan uit dat je als deelraad van een deelgemeente je eigenheid hebt en contact met de burgerij kunt behouden. Het was voor ons als zelfstandige gemeente een hele grote stap om onze zelfstandigheid op te geven. Sedert 18 maart zijn we deelgemeente van Rotterdam en dan zouden we ons nu weer moeten opheffen. Wij voelen ons bij de neus genomen. ’
Afstand
De motivatie van het kabinet om de deelgemeenten in Rotterdam en de stadsdelen in Amsterdam af te schaffen is, volgens het regeerakkoord, om de dienstverlening te verbeteren en de overheid dichter bij de burger te brengen. De Sutter: ‘Ik denk niet dat het zo werkt. Wij zitten in Rozenburg 30 kilometer van het stadhuis op de Coolsingel. Hoe kan men denken dat je dichter bij de burger komt als het stadhuis zo ver weg is? Er zal altijd iets van een overheid moeten zijn tussen het stadhuis en de oude gemeenschap van Rozenburg’.
In Amsterdam wijst voorzitter Paul Slettenhaar (VVD) van het stadsdeel Zuid - sinds 1 mei gevormd uit de voormalige stadsdelen Zuideramstel en Oud Zuid - ook op de afstand tussen bestuur en burger.
De enige liberale stadsdeelvoorzitter vindt dat in de discussie over de afschaffing van de stadsdelen ook twee andere afspraken uit het regeerakkoord betrokken moeten worden: wijzigingen op decentraal niveau moeten van onderop komen en het bestuur moet dichter bij de burgers staan. ‘Wij hebben net een bestuurlijke reorganisatie achter de rug. Organisatorisch is die nog niet afgerond. Wij zijn een deelgemeente met 130 duizend inwoners, de negentiende stad van Nederland.
Wij streven naar een optimale bediening van onze burgers en we willen daarnaast direct bestuurlijk aanspreekbaar zijn voor belanghebbenden als het bijvoorbeeld gaat om inrichting van grote winkelstraten en herprofilering van wijken. Dat is een behoorlijke opgave, maar als we geen stadsdeelbestuurders zouden hebben, wordt het voor bestuurders moeilijker om dat te doen.’
Drukte
Het verminderen van bestuurlijke drukte is een andere reden om de stadsdelen en deelgemeenten de wacht aan te zeggen. Jan Cees van Duin (VVD), voorzitter van deelgemeente Hillegersberg- Schiebroek, een van de vijf Rotterdamse deelgemeenten zonder PvdA-bestuurders: ‘Een erg gezocht argument. Wij als kleine deelgemeente met 42 duizend inwoners hebben bijvoorbeeld in onze zes wijken intensieve contacten met zes officiële bewonersorganisaties die gevraagd en ongevraagd advies geven. Tel uit hoeveel bewonersorganisaties dat zouden zijn voor een stad als Rotterdam met zeshonderdduizend inwoners. Het is uitgesloten dat een wethouder van de stad met al die bewonersorganisaties contact kan onderhouden. Als het gaat om politieke afwegingen kunnen wij als bestuur dat samen doen met inwoners en ondernemers. Deelgemeenten zijn daarom voor een grote stad een zegen!’
Voorzitter Edwin Smid (Nieuw Hoogvliet) van deelgemeente Hoogvliet: ‘Bestuurlijke drukte zit aan de kant van de diensten van de stad, niet bij dagelijkse besturen van de deelgemeenten. Afschaffen van onze deelgemeente zou bij de Hoogvlieters slecht vallen. Ik begrijp niet welk doel het kabinet nastreeft. Als je dichter bij de burger wilt staan, heb je juist de deelgemeente nodig. Het wordt een grote smeerboel als de stad alles zelf moet gaan doen.’
Moed
Leefbaar Rotterdam, dat in het verleden voor opheffing van de deelgemeenten pleitte, heeft drie stadsdeelvoorzitters. Luuk Wilson (IJsselmonde) is met vakantie. Frans van de Hilst (Prins Alexander) vindt het allemaal nog te prematuur, maar hij laat via zijn woordvoerder weten dat hij zich afvraagt waar het kabinet in deze moderne tijd de moed vandaan haalt om zich te bemoeien met de bestuurlijke inrichting van de zelfstandige gemeenten Rotterdam en Amsterdam. Brian Frowijn (Pernis) wil niet vooruitlopen op het gezamenlijke standpunt waarmee zijn partij gaat komen. ‘Als het kabinet doorzet, is dat zo, maar wij blijven gewoon ons werk doen.’
Martien Kuitenbrouwer (PvdA), voorzitter van stadsdeel Amsterdam West en tevens voorzitter van de gezamenlijke stadsdeelbestuurders in de hoofdstad, wil geen reactie geven op het kabinetsvoorstel.
Gemeentewet moet gewijzigd
Het afschaffen van stadsdelen (Amsterdam) en deelgemeenten (Rotterdam) zoals het kabinet wil, vergt wijziging van de gemeentewet. Volgens artikel 87 lid 1 van de gemeentewet is het de vrijheid van gemeenten om een of meer deelgemeenten in te stellen: ‘De raad, het college en de burgemeester kunnen gezamenlijk een of meer deelgemeenten instellen.’ Elke gemeente kan deze zogeheten territoriale commissies van de raad instellen. De procedure voor het wijzigen van de gemeentewet kan in één kabinetsperiode van 4 jaar worden afgehandeld.
Zal u een voorbeeld geven. Ooit is mij door een OV te Rotterdam bedrijf gevraagd advies te verstrekken over een besluit van de deelgemeente Hillegersberg, de eindpunt voorzieningen van het personeel te voorzien van glasgordijnen en plantjes teneinde integratie te bewerkstelligen met de woonomgeving. De totale kosten bedroegen € 150.000,- U kunt raden welk inhoudelijk advies in deze is verstrekt. De betreffende wethouder was in alle staten maar zijn plan ging niet door. Een sprekend voorbeeld van verkwisting van belastinggeld en dan nog wel op dit niveau.
Bedenksels die de bewoners tarten omdat profilering voorop staat en nooit eens het belang van de wijk of deelgemeente. Wel eens de opkomst gezien bij de verkiezing van die grappenmakerij? Hoe kleinschaliger de inspraak hoe kleiner de gedachte omdat iemand bedenkt een zebrapad rood en wit te markeren, zoiets. Eren verfje dat € 200.000,- moest kosten. Voorbeelden te over om dit gedoe af te zweren. Ik kan moeilijk respect opbrengen voor mensen die zoiets bedenken en daar heel indringend hun wil mee opleggen. Behalve kosten hebben ze zelden iets van belang gerealiseerd. Dat is geen verzonnen gedachte, dat is een feit.