Advertentie

Staatscommissie parlementair stelsel moet slagen

Er komt een staatscommissie Parlementair stelsel. Het initiatief komt uit de Eerste Kamer. De opdracht moet nader worden uitgewerkt en dat kan dus nog alle kanten op.

24 oktober 2014

Er komt een staatscommissie Parlementair stelsel. Het initiatief komt uit de Eerste Kamer. De opdracht moet nader worden uitgewerkt en dat kan dus nog alle kanten op. Omdat er met name over de positie van de Eerste Kamer heel verschillend wordt gedacht, zal de formulering van die opdracht nog niet zo eenvoudig zijn.

Het is in dat verband goed in herinnering te roepen dat de vorige staatscommissie Grondwet (de commissie-Thomassen) is uitgelopen op een algehele mislukking. De commissie schreef een mooi rapport en kreeg de complimenten daarvoor van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken (BZK), Donner. Donner meldde namens het kabinet echter meteen ook dat – op een enkele kleine uitzondering na – de voorstellen niet zouden worden overgenomen. Exit staatscommissie.

Het departement van BZK moet veel investeren in dergelijke staatscommissies en bij een mislukking is er veel onnodige energie en geldverspilling. Zo kort na de staatscommissie-Thomassen moet een nieuwe deconfiture ten koste van alles worden voorkomen. De belangrijkste oorzaken voor het mislukken van de staatscommissie-Thomassen waren de samenstelling en de opdracht. De commissie  bestond vrijwel alleen uit wetenschappers. In de materie zeer deskundige wetenschappers, maar overwegend geen wetenschappers met een sterke politieke antenne, waardoor de commissie geen verbinding kon leggen met de Kamers. Bij de formulering van de opdracht hadden de Kamers – en ook de Raad van State – laten weten weinig brood te zien in deze staatscommissie. Toenmalig minister van BZK Ter Horst moest vele malen opdraven om de opdracht aan te passen. Zelfs zo vaak dat van tevoren al vaststond dat de staatscommissie geen potten zou kunnen breken. Indien nu opnieuw geen breed draagvlak voor de opdracht kan worden gevonden, ligt een nieuwe mislukking in het verschiet.

De staatscommissie Parlementair stelsel is bij uitstek een politieke staatscommissie, zoals de staatscommissie Dualisering dat destijds ook was. Politieke staatscommissies hebben het politieke stelsel – of delen daarvan – als adviesobject. Vroeger kwam het voor dat staatscommissies werden voorgezeten door de minister-president of oud-minister-president (Heemskerk en Cals) en de meeste politieke staatscommissies waren gemengd samengesteld: wetenschappers en politici. In de staatscommissie Dualisering zaten naast een aantal hoogleraren onder meer Hans Alders, Saskia Stuiveling, Henk Vonhoff, Uri Rosenthal, Jan Vis en een viertal burgemeesters. De staatscommissie Dualisering schreef uiteraard een rapport – dat doen al deze commissies – maar een groot deel van de beschikbare tijd werd besteed aan externe contacten, kleine symposia, expertmeetings etc.

Vanaf het begin waren er vanuit het voorzitterschap intensieve contacten met de fracties in de Tweede Kamer. De fractiewoordvoerders schreven weliswaar niet mee, maar waren wel betrokken en zeer geïnformeerd en vooral om die reden werden de dualiseringsvoorstellen met grote meerderheden door de beide Kamers aangenomen.

Ook bij de staatscommissie Parlementair stelsel kan een dergelijke werkwijze uitkomst bieden. Er is een grote hoeveelheid studiemateriaal voorhanden. Op basis van dat materiaal moet een samenhangend constitutioneel concept voor een nieuw parlementair stelsel worden aangeboden. Een dergelijk nieuw concept moet kunnen rekenen op een tweederde meerderheid in de beide Kamers, want de Grondwet zal moeten worden aangepast. Dat betekent dat de staatscommissie Parlementair stelsel veel moet onderhandelen. Om die reden zou het goed zijn vooraanstaande politici in de staatscommissie op te nemen en een voorzitterschap van de minister-president zou de sense of urgency van deze staatscommissie helemaal onderlijnen. In de kern zal de staatscommissie zich vooral bezig moeten houden met kiesrecht en kiesstelsel. Een nieuw constitutioneel concept voor het nationale politieke bestel dwingt tot mutaties in die sfeer. De kiesstelseldiscussie is in het verleden nogal geïsoleerd gevoerd en dat zou nu anders moeten. Bij de staatscommissie Parlementair stelsel gaat het nu eerst om de cruciale vraag of een nieuw parlementair stelsel ook echt wordt gewenst en er draagvlak is om knopen door te hakken en dat alles onder het motto: bezint eer ge begint.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie