RvS: ambtsinstructie te onduidelijk over geweld
De nieuwe ambtsinstructie voor politie, marechaussee en opsporingsambtenaren moet duidelijker zijn over het gebruik van risicovol fysiek geweld. Ook is er in het voorstel van de minister van Veiligheid en Justitie onvoldoende balans tussen duidelijke normering en de persoonlijke afweging van een opsporingsambtenaar in de toepassing van geweld. Dat adviseert de Raad van State.

De nieuwe ambtsinstructie voor politie, marechaussee en opsporingsambtenaren moet duidelijker zijn over het gebruik van risicovol fysiek geweld. Ook is er in het voorstel van de minister van Veiligheid en Justitie onvoldoende balans tussen duidelijke normering en de persoonlijke afweging van een opsporingsambtenaar in de toepassing van geweld. Dat adviseert de Raad van State.
Meer beoordelingsruimte
In de ambtsinstructie is uitgewerkt wanneer en hoe verschillende geweldsmiddelen gebruikt mogen worden, zoals pepperspray, vuurwapens en stroomstootwapens. Het voorstel van de minister herziet ambtsinstructie en volgens de Raad van State leidt deze herziening ‘op sommige onderdelen tot meer duidelijkheid en op andere onderdelen tot meer beoordelingsruimte voor de opsporingsambtenaar’. Er moet echter nog wat gebeuren aan twee onderdelen: de fysieke geweldstechnieken en het spanningsveld tussen regels en beoordelingsruimte.
Spanningsveld
De ambtsinstructie moet volgens de Raad de algemeen geldende regels voor het gebruik van geweld bevatten, maar in concrete situaties moet de opsporingsambtenaar zelf beslissen over de noodzaak en de gepastheid. ‘Uit de toelichting van ambtsinstructie blijkt onvoldoende hoe een balans wordt gevonden in dit spanningsveld. Daarom moet de toelichting worden aangevuld.’
Risicovol fysiek geweld
Fysieke geweldstechnieken staan niet in de ambtsinstructie en de precieze inzet hangt van te veel factoren af om die alsnog toe te voegen. Maar de Raad vindt het wel belangrijk om duidelijker te zijn over het gebruik van vooral risicovol fysiek geweld. De algemene beginselen verdienen verdere uitwerking en het moet duidelijk zijn in hoeverre opsporingsambtenaren landelijke instructie ontvangen voor de technieken. ‘Tot slot moet voor de burger inzichtelijk worden gemaakt op welke wijze fysieke geweldstechnieken mogen worden toegepast.’
Zoals over inhakken op vreedzame zittende demonstranten?