Rijk kan ingrijpen bij ‘stoere’ gemeenten
Bij gemeenten die taken niet meer gaan uitvoeren − waarmee zij nu dreigen −, kan het rijk ingrijpen en hen onder curatele zetten. Gemeenten worden in een dergelijke situatie taakverwaarlozing verweten. Het rijk heeft dan weliswaar die juridische middelen, maar niet de capaciteit om dat bij alle 352 gemeenten te doen.
Bij gemeenten die taken niet meer gaan uitvoeren − waarmee zij nu dreigen −, kan het rijk ingrijpen en hen onder curatele zetten. Gemeenten worden in een dergelijke situatie taakverwaarlozing verweten. Het rijk heeft dan weliswaar die juridische middelen, maar niet de capaciteit om dat bij alle 352 gemeenten te doen.
Regeringscommissaris
Dat stelt Geerten Boogaard, hoogleraar decentrale overheden aan de Universiteit Leiden. Sint Eustatius werd in 2018 vanwege verwaarlozing van de taken onder curatele gezet door staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken. Een regeringscommissaris nam daar de taken over. ‘Dat kan in iedere Nederlandse gemeente gebeuren’, aldus Boogaard. ‘Als een gemeente faalt in de dienstverlening naar haar inwoners toe, kan de regering ingrijpen. Het probleem is dat je dat niet in alle 352 gemeenten tegelijk kunt doen. Daar is simpelweg geen capaciteit voor.’
Dreigement
Bijna alle 352 gemeenten (98 procent) stemden woensdag in met de motie van Raden in Verzet, tijdens de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Als kabinet en parlement in het voorjaar niet met concrete structurele verhoging van het gemeentefonds en meer sturingsmogelijkheden voor gemeenten komen, trekken ze de deur dicht. Daar hebben gemeenten, waaronder VNG-voorzitter Jan van Zanen en VNG-directeur Leonard Geluk, weliswaar eerder mee gedreigd, maar nu is een concrete lijst van taken die gemeenten gaan teruggeven of überhaupt niet gaan oppakken. Zoals de Omgevingswet, de Wet inburgering, de woningbouwopgave en de opvang van statushouders. Ook gaan ze paal en perk stellen aan de toegang tot de jeugdzorg en de Wmo.
Oud zeer
‘Het is een bestuurlijk spel’, oordeelt Boogaard over het nieuwste, massale dreigement. ‘Beide partijen markeren hun positie. Er zit veel oud zeer en kwaadheid. Kabinet en gemeenten moeten er samen uitkomen.’ De interbestuurlijke verhoudingen moeten hoognodig worden verbeterd en uitgekristalliseerd, stelt Boogaard. Daar hebben eerder ook de Raad van State en de Raad voor het Openbaar Bestuur voor gepleit.
Geschillenbeslechting
Boogaard vindt dat er een beleidskader moet komen waarin afspraken over budget en beleidsruimte worden vastgelegd. ‘Er moet evenwicht komen tussen betalen en bepalen.’ Vooraf moet worden bepaald wat er voor gemeenten nodig is om nieuwe taken te kunnen uitvoeren. Het gaat dan zowel om het budget, maar ook om de beleidsruimte en sturingsmogelijkheden. Een onafhankelijke instantie, zoals het Centraal Planbureau (CPB), zou een inschatting van het benodigde budget moeten maken. Daar is ook de Raad van State voorstander van. Ook adviseert Boogaard in het beleidskader afspraken te maken over een permanente geschillenbeslechting, met duidelijke kaders, die in de recente arbitrage in het conflict tussen rijk en gemeenten over het tekort op de jeugdzorg ontbraken.
Bonnetjes
Gemeenten moeten zich niet rijk rekenen met het − de laatste tijd veel besproken − artikel 108, lid 3 van de Gemeentewet, waarschuwt Bogaard. Daarin staat dat de kosten die gemeenten maken bij de uitvoering van medebewindstaken door het rijk worden vergoed. ‘Dat betekent echter niet dat gemeenten simpelweg alle bonnetjes maar naar het rijk kunnen sturen als ze niet met het rijksbudget uitkomen. De grote vraag is namelijk of eventuele overschrijdingen worden veroorzaakt door een ‘luxe’ gemeentelijke invulling van de taken of een tekortschietend rijksbudget.’
Gouden potloden
Als voorbeeld noemt hij het organiseren van verkiezingen, waarvoor gemeenten een vooraf vastgesteld bedrag krijgen. ‘Het mag niet zo zijn als gemeenten niet uitkomen met dat bedrag – omdat ze bijvoorbeeld heel erg veel stemlokalen openen en kiezers met gouden potloden laten stemmen, die ze mee naar huis mogen nemen – de rekening naar Den Haag kunnen sturen.’ Hetzelfde geldt ook voor jeugdzorg en alle andere gemeentelijke taken. Prima als gemeenten erg gul zijn, maar daarvoor moeten ze dan uit eigen middelen geld bijleggen. ‘Je kunt dan niet tegen het rijk zeggen: “dokken maar”.’
Bot instrument
Tweede ‘gevaar’ van een beroep doen op dat artikel 108, lid 3, is dat het rijk eisen kan stellen aan de besteding ervan. ‘Wie betaalt, bepaalt’, aldus Boogaard. Als gemeenten, door met dat artikel te zwaaien, blind van het rijk eisen dat ze de volledige rekening moeten betalen, zal het rijk eisen gaan stellen aan de uitvoering door gemeenten. ‘De voorschriften zullen steeds gedetailleerder worden, waarmee de beleidsvrijheid van gemeenten verdwijnt.’ Hij vindt het voor gemeenten niet zonder risico om alleen van artikel 108 de norm te maken. ‘Het is een bot instrument.’
Reacties: 14
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het is nu aan de gemeenten om de gelederen sluitend te houden. Niet alleen voor deze goede principiële zaak (met ook nog een vervolg voor de jaren die zijn geweest en die nog komen), maar ook voor volgende zaken die nog zullen komen. Het Rijk moet weten dat het huis van Thorbecke niet bestaat uit een opdrachtgever en een opdrachtnemer, waarbij de opdrachtgever maar kan doen wat ie wil.
Wanneer de gemeenten nu niet doorpakken, is hun positie definitief vastgesteld. Een uitvoeringsslaaf voor het Rijk.
Als ze nu eens als de bekende schoenmaker bij hun leest blijven, blijft er meer capaciteit en budget over om wettelijk belegde taken wel uit te voeren.
Wat doet Ollonkreng hier tegenover? Ze organiseert "Festivals van de Democratie", die al in de eerste planningen milukken en ze honderden rijksambtenaren verplicht om er naar toe te gana om niet helemaal een pleefiguur te lijken, dat ze overigens wel is.
Ik hoop echt dat de gemeenten een recht rug houden en het rijk laten weten, dat dit niet langer zo kan. Natuurlijk zijn gemeenten verantwoordelijk voor het uitvoeren van de taken, die het rijk hen geeft, maar zonder middelen kan dit niet. Dat moet het rijk eindelijk eens inzien.
Ik wens de gemeenten heel veel succes en sterkte in hun strijd tegen deze incompetente rijksoverheid.
Overigens wel tekenend voor de VVD, hoe ze de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat stelselmatig probeert af te breken. Alle verkiezingspraatjes ten spijt.
Helaas ontbreekt een link naar het betoog van Boogaard, maar misschien is bericht een weergave van een telefonische of per e-mail aan Boogaard gevraagde visie.
En los daarvan. Als de redactie van BB de motie en de feitelijke inhoud daarvan plaatst in het licht van de berichtgeving die door BB al langer wordt gemeld over de mogelijkheden die gemeenten hebben om de gedecentraliseerde taken uit te voeren en de bij voorbaat al niet dekkende kosten daarvan, dan zou het woord 'stoere' ook niet zijn gebruikt.
Ik hoop niet dat het de houding van BB tegenover de voor de 17 miljoen inwoners functionerende eerste overheid weerspiegelt.