EU-richtlijn voor roofkunst op komst
Momenteel heeft de EU geen regelgeving op het gebied van roofkunst. Maar er zijn wel degelijk mogelijkheden om eisen te stellen aan het verhandelen van kunst, bijvoorbeeld door het onmogelijk te maken kunst zonder bepaalde informatie te verkopen. Toch zou juist de EU op meer regelgeving moeten aansturen, vindt de JURI-Commissie. Immers, oorlogen en plunderingen hebben vrijwel altijd een grensoverschrijdend karakter.
Een Europees agentschap voor roofkunst moet eindelijk eenheid brengen in het versnipperde beleid van de lidstaten. Dit voorjaar buigt het Europees Parlement zich over een resolutie van die strekking. Die zal ook gevolgen hebben voor (gemeentelijke) musea in Nederland.
Vooral kleinere musea hebben nu weinig mogelijkheden voor onderzoek naar de herkomst van hun kunstschatten. Het kost namelijk veel geld. Volgens Evelien Campfens van de Universiteit Leiden – en oud-secretaris van de Restitutiecommissie – zou een Europees agentschap voor roofkunst kunnen helpen met fondsen en experts. Dat bepleitte ze in de drie uur durende hoorzitting van de JURI-Commissie van het Europees Parlement, waar naast experts als Campfens ook slachtoffers, de kunsthandel en musea aan het woord kwamen.
Grensoverschrijdend
Momenteel heeft de EU geen regelgeving op het gebied van roofkunst. Maar er zijn wel degelijk mogelijkheden om eisen te stellen aan het verhandelen van kunst, bijvoorbeeld door het onmogelijk te maken kunst zonder bepaalde informatie te verkopen. Toch zou juist de EU op meer regelgeving moeten aansturen, vindt de JURI-Commissie. Immers, oorlogen en plunderingen hebben vrijwel altijd een grensoverschrijdend karakter.
Bovendien verschillen de regelingen nu per lidstaat. Nederland heeft een restitutiecommissie die onderzoek doet en geschillen beslecht van kunst die gestolen, in beslag genomen of gedwongen verkocht is. Vier andere lidstaten hebben ook zo’n soort regeling. Er is geen duidelijke lijn te ontdekken in de uitspraken van deze nationale commissies. Dat leidt ertoe dat veel zaken in vertrouwelijke deals worden afgedaan, waarbij partijen eigenlijk niet meer precies weten wat de
norm is. Campfens. ‘Op dit moment kun je als partij eigenlijk alleen in de VS bij een rechter terecht. Dat betekent dat de grote Europese zaken daar worden afgehandeld. Dat voelt wat vreemd voor een Europeaan.’
Meer coördinatie
Een Europees agentschap kan zorgen voor meer beleidscoördinatie en dat Europese beleid vervolgens gaan uitvoeren. Ook kan het fungeren als centraal coördinatiepunt voor nieuwe maatregelen om de kunsthandel transparanter te maken. Bovendien neemt de problematiek rond roofkunst volgens Campfens waarschijnlijk toe. ‘En dat is breder dan naziroofkunst.’
Het agentschap zou daarom ook een afdeling kunnen hebben die moet zorgen voor neutrale geschillenbeslechting als een rechterlijke procedure niet beschikbaar is. ‘In 2003 riep het Europees Parlement al op tot een grensoverschrijdende autoriteit op het gebied van roofkunst. Het gaat niet simpel om een kwestie van gestolen eigendommen, maar om fundamentele mensenrechten. Het gaat om het verenigen van erfstukken met hun families, en in andere zaken om kwesties van culturele identiteit. Juist daarin heeft de Europese Unie de ruimte om te handelen’, hield ze de JURI-
Commissie voor. Het Europees Parlement werkt nu toe naar een nieuwe resolutie die in het voorjaar waarschijnlijk aan de orde komt.
170 voorwerpen
In Nederland bezitten 42 musea samen in totaal 170 voorwerpen die waarschijnlijk geroofd zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog, aldus de website musealeverwervingen.nl. ‘Maar ook uit andere oorlogen zouden ze roofkunst kunnen hebben’, zegt Campfens. Zelf doet ze geen uitspraken over aantallen omdat de norm wat precies onder roofkunst verstaan moet worden nog onduidelijk is.
Gemeenten hebben er regelmatig mee te maken. In november bepaalde de Restitutiecommissie nog dat Rotterdam een kunstwerk niet hoeft terug te geven, omdat onduidelijk is of het roofkunst betreft. Om diezelfde reden mocht het Stedelijk Museum Amsterdam een Kandinsky houden. In beide gevallen woog het publieke belang zwaarder, was het oordeel van de commissie. Maar Paleis Het Loo in Apeldoorn moet van het kabinet, op advies van de Restitutiecommissie, zeven stuks Meissen-servies teruggeven aan de erfgenamen van een Duits-Joodse eigenaar Herbert Guttmann.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 2 van deze week (inlog)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.