Reprimande Ombudsman voor Nijmeegse wethouder
De Nijmeegse wethouder Hannie Kunst (PvdA) is door de Nationale Ombudsman stevig op de vingers getikt vanwege haar opstelling in een langslepend conflict met een groep kunstenaars.
Wethouder Kunst, voormalig portefeuillehouder cultuur, had in een interview begin 2010 gezegd dat ze ‘nog nooit zó grof en intimiderend was bejegend’ als door de klager. Die uitspraak is volgens de Nationale Ombudsman volstrekt niet onderbouwd. Bovendien ‘mag van een wethouder worden verwacht dat zij een de-escalerende rol inneemt in een voortgaande en kennelijk publieke discussie over hetzelfde onderwerp’.
Het conflict stoelt op het gebruik van het kunstwerk ‘Het Labyrinth’ aan de Nijmeegse Waalkade. De makers daarvan en de nabestaanden van een van hen waren in 2009 ontevreden over hoe de gemeente met dit kunstwerk omging. Er werden viskramen en evenementententen op geplaatst, het werd deels gebruikt als parkeerplaats en opslagruimte en het verkeerde in slechte staat van onderhoud. Een klacht daarover bij de Nationale Ombudsman werd in november 2009 gehonoreerd.
Die uitspraak leidde weer tot een interview in regionale krant De Gelderlander, waarin verantwoordelijk wethouder Kunst de gewraakte uitspraak deed.
De klager vroeg de wethouder daarop schriftelijk ‘waar, wanneer en hoe hij haar geïntimideerd zou hebben’. Kunst schreef enkel terug dat ze de brief ‘ter kennisgeving aannam’. Tijdens de daaropvolgende klachtprocedure schreef de gemeente dat ‘de toon van klagers brieven, het volledige onbegrip voor andere belangen en het bij tijden zeer heftige taalgebruik een intimiderend effect op de wethouder hadden gehad’.
Het ‘heftige taalgebruik’ school volgens Kunst in zinnen als ‘Politici bedienen zich graag van gemakzuchtige en inhoudloze uitspraken’ en ‘Uw brieven getuigen van een laffe instelling’.
De Ombudsman maakt korte metten met deze zienswijze. Volgens hem moet overheidshandelen ‘feitelijk en logisch worden gedragen door een kenbare motivering’. Een wethouder die ‘publiekelijk een mening geeft over een burger, moet desgevraagd wel een toelichting geven waarop ze die mening baseert’. Dat had wethouder Kunst ook meteen moeten doen, niet pas tijdens de klachtprocedure.
Maar daarnaast is de alsnog verstrekte motivering ‘niet zodanig dat het de kwalificatie “grof en intimiderend” kan dragen’. Een opmerking tegenover de wethouder van een ‘laffe instelling’ kan volgens de Ombudsman als ‘ongepast of beschuldigend worden opgevat’, maar is ‘geen intimiderend gedrag’. Wethouder Kunst laat via de mail het volgende weten: ‘Ik ben teleurgesteld in deze uitspraak. Ik ben best wel wat gewend als wethouder maar in dit geval heb ik me destijds écht geïntimideerd gevoeld. De Ombudsman ontkent als het ware dat gevoel. Voor het overige neem ik de uitspraak voor kennisgeving aan’.
Alsof je niets meer te leren heb in je leven.