Ex-wethouder: waarheidsvinding boven vertrouwelijkheid
De in februari door de raad weggestuurde wethouder Guido Schoolmeesters (Gemeenschapslijst) wil drie ambtenaren van de gemeente Someren en een onderzoeker van Necker van Naem onder ede horen. Dat wil hij via de rechter afdwingen. ‘Wij vragen om een voorlopig getuigenverhoor.’
De in februari door de raad weggestuurde wethouder Guido Schoolmeesters (Gemeenschapslijst) wil drie ambtenaren van de gemeente Someren en een onderzoeker van Necker van Naem onder ede horen. Dat wil hij via de rechter afdwingen. ‘Wij vragen om een voorlopig getuigenverhoor.’
Geheimhouding
‘Eerherstel. Daar is het mij met name om te doen’, vertelt de strijdbare Somerense ex-wethouder aan de telefoon. ‘Ik word hier met pek en veren de straat op gezet en kom nooit meer aan de bak’, zei hij in februari vlak nadat de raad hem met een ontslagbesluit had weggestuurd. Hij kondigde toen al een gang naar de rechter aan. Die zitting was eerder deze maand. Schoolmeesters wil drie ambtenaren en een onderzoeker van Necker van Naem onder ede horen. Hij heeft ‘sterke signalen’ ontvangen dat ambtenaren zich niet in het integriteitsrapport van Necker van Naem herkennen. Daags na zijn ontslag zouden zij naar de burgemeester en gemeentesecretaris gestapt zijn om te vertellen dat de conclusies in het rapport niet overeenkomen met de werkelijkheid. ‘Ze hebben hetzelfde verhaal verteld als ik’, zegt Schoolmeesters. Maar op de verklaringen van de ambtenaren ligt geheimhouding.
Belangenverstrengeling
De ambtenaren zijn ook geïnterviewd door Necker van Naem, waarna het bureau geen malse conclusies trok. Op basis van dit integriteitsrapport stuurde de gemeenteraad Schoolmeesters de laan uit, nadat de wethouder zelf na een motie van wantrouwen (10 voor, 7 tegen) weigerde op te stappen. Uit het rapport bleek dat Schoolmeesters een bouwbedrijf en zijn zoon had bevoordeeld bij het kopen van een huis in Someren. De onderzoekers spraken van ‘verwijtbaar, niet-integer handelen’. Er moest worden geloot om de starterswoningen, maar de zoon van de wethouder en twee zonen van de architect bleken voor de loting al een woning te hebben gekocht van de bouwer. Omdat dit leek op belangenverstrengeling, Schoolmeesters was immers de portefeuillehouder, werd besloten tot een integriteitsonderzoek. Met die bouwer had Schoolmeesters ‘meer en inhoudelijker contact’ dan met andere bouwbedrijven die ook graag op het bewuste kavel wilden bouwen, concludeerde Necker.
Intensiever acquisitiebeleid
Schoolmeesters stelde zich op het standpunt dat hem niets kan worden verweten: pas nadat zijn zoon had gekocht, ging de bouwer wegens overweldigende belangstelling voor de starterswoningen over tot loting van de rest van de woningen. 'Er heeft in Someren nog nooit een bouwer geloot bij de toewijzing van woningen en dat wordt ook niet door de gemeente gevraagd.' Het 'meer en inhoudelijke contact dan met andere bouwbedrijven' verklaart Schoolmeesters uit het feit 'dat de betreffende bouwer een veel intensiever acquisitiebeleid voert dan andere bouwers'. 'Afspraken zijn alleen op initiatief van de bouwer gemaakt en altijd in het bijzijn van een of meer ambtenaren gevoerd. De bewuste kavel is zelfs nooit besproken met de bouwer.'
Contraexpertise
Volgens Schoolmeesters zit de vork anders in de steel dan Necker beweert in het onderzoek. Hij en zijn advocaat vinden het raar dat ambtenaren hebben gezegd dat ze zich niet herkennen in het onderzoek. ‘De conclusies zijn verkeerd en eenzijdig opgesteld.’ Een op verzoek van Schoolmeesters uitgevoerde contraexpertise door de Nijmeegse hoogleraar bestuurskunde Michiel de Vries wijst dat ook uit, voert hij aan. ‘Uiteraard mag en kan een wethouder politiek van alles worden verweten, maar het is schadelijk als zulke kritiek wordt verwoord in termen van integriteit, terwijl er van een integriteitsprobleem geen sprake is. Dat is schadelijk voor de persoon en schadelijk voor de politiek’, sluit De Vries zijn analyse af.
Integriteitsschending
In een door de gemeente gevraagde contraexpertise door emeritus hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga laat die vier van de zes conclusies ‘die niet de integriteit regarderen’ buiten beschouwing. ‘Daardoor ontstaat nog meer twijfel over het onderzoek’, vindt Schoolmeesters. Overigens is volgens Elzinga op twee belangrijke onderdelen ‘bewijsbaar sprake van een evidente integriteitsschending’. De eerste is ‘bevoordeling’ van het bouwbedrijf, ‘waardoor het algemeen belang is vermengd met een bedrijfsbelang’. En: de preferente positie van de zoon van de wethouder bij de aankoop van een starterswoning geeft een evidente vermenging van het algemeen belang met een persoonlijk belang.
Openbaarheid
Het belangrijkste voor Schoolmeesters is dat de drie ambtenaren vrijuit kunnen spreken onder ede. Zijn advocaat Edwin van Gerven zei tijdens de zitting dat waarheidsvinding boven vertrouwelijkheid moet gaan. Desgevraagd herhaalt hij dat en wijst hij op andere uitspraken, waarin waarheidsvinding belangrijker gevonden wordt dan vertrouwelijkheid. ‘Dat is het hoogste goed.’ Schoolmeesters sluit zich daar volmondig bij aan. ‘Als zij hun verhaal vertellen, kunnen we conclusies trekken. En dat kan ook in de openbaarheid.’ Tijdens de zitting stelde de rechter voor om, als zij mocht beslissen om de personen onder ede te laten horen, de verhoren achter gesloten deuren te houden. Daarna zou de rechter-commissaris erover gaan of de vertrouwelijkheid verbroken kan worden. Schoolmeesters heeft voor eerherstel nodig dat de verhoren in de openbaarheid plaatsvinden. ‘Als ambtenaren verklaren in beslotenheid, schiet ik er niets mee op.’
Geen zwaarwegend belang
De gemeente Someren en onderzoeksbureau Necker van Naem vinden nader verhoor van de ambtenaren niet nodig, lieten zij weten tijdens dezelfde zitting. ‘De feiten zijn helder, die worden door niemand betwist’, tekende het Eindhovens Dagblad op uit de mond van directeur Roel Freeke van Necker van Naem. ‘Wij zitten hier niet op te wachten. Nu gaat de procedure centraal staan in plaats van die feiten’, zei Freeke. Een maand na de verschijning van het rapport heeft Freeke zelfs een open brief over het gedane onderzoek in Someren uitgebracht, ‘omdat er over onze werkwijze onduidelijkheid lijkt te zijn’. Het ED drukte die integraal af. In dezelfde krant zei de advocaat van de gemeente dat ‘alles erop wijst dat ze het onderzoek over willen doen’. Volgens hem maken Schoolmeesters en zijn advocaat niet duidelijk op welk onderdeel van de conclusies informatie zou ontbreken. De gemeente wil niet dat ‘via een omweg’ de vertrouwelijkheid van de gesprekken met ambtenaren doorbroken wordt. De advocaat van Necker stelt dat er geen ‘zwaarwegend belang’ is om te weten hoe Necker van Naem met de informatie is omgegaan. ‘De conclusies in het rapport zijn getrokken op basis van feiten.’
Onrechtmatige daad
‘Je moet wel heel zwaarwegende redenen hebben om een voorlopig getuigenverhoor niet toe te staan’, vindt Schoolmeesters. ‘Ik kan ze niet vinden.’ Mocht dat wel lukken en toch achter gesloten deuren moeten gebeuren, dan ziet zijn advocaat nog wel mogelijkheden. ‘Met verklaringen die niet worden geopenbaard zijn we op zich al een stap verder. We verzamelen informatie om een eventuele procedure op te starten en dan heb je informatie nodig. In hoeverre deugt het onderzoek? Als het niet deugt, dan is er sprake van een onrechtmatige daad. Een procedure tegen Necker of wellicht zelfs tegen de gemeente Someren, omdat de laatste als opdrachtgever en procesbewaker heeft gefungeerd, is dan mogelijk. Er zou over vragen van de raad ook een bepaalde regie door het college zijn gevoerd. Er is dan schijn dat er toch betrokkenheid was van de gemeente bij de beantwoording.’
Afgunst
Schoolmeesters heeft tegen de raad gezegd dat die eens met die ambtenaren moeten gaan praten en niet enkel op basis van het rapport moet oordelen. ‘Maar dat was niet nodig, zeiden ze. Ze hebben de contraexpertises tegen elkaar weggestreept, waardoor ze weer uitkwamen bij het rapport.’ Het college wilde zijn handen er niet aan branden, aldus Schoolmeester. ‘Het is nu aan de raad, zeiden ze.’ Er zit iets achter, denkt Schoolmeesters. Maar wat? ‘Ik kan alleen afgunst bedenken. Wij werden in 2018 de grootste partij en ik was degene met de meeste stemmen. Als wethouder heb ik daarna successen binnengehaald en anderen niet. Het kan een overweging zijn dat zij zich mijn successen eigen wilden maken.’
De rechter doet op 16 november uitspraak.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.