'Niet besluiten is mensen in de steek laten'
Een aantal G4-bestuurders en G40-voorzitter Paul Depla geven hun eerste reactie op de Troonrede en de Miljoenennota 2024.
G40-voorzitter Paul Depla, tijdens de G40-netwerkbijeenkomst in Den Haag:
‘In de Troonrede werden drie begrippen genoemd die wij heel belangrijk vinden: bestaanszekerheid, kansengelijkheid en toekomstperspectief. Dat is heel goed en ook heel belangrijk voor de inwoners in onze steden, want ook al gaat het misschien goed met de stad: je ziet de kwetsbaarheid toenemen en kansenongelijkheid groeien. Er ontstaat een stad met twee snelheden. Dat was het goede van de Troonrede. Wat erin ontbrak: als je toekomstperspectief wilt bieden, bijvoorbeeld door de woningnood aan te pakken of in de klimaatopgave belangrijke stappen te zetten of mensen zorg kunnen bieden die ze nodig hebben, dan is het belangrijk dat er perspectief is op financiële stabiliteit. Iedereen heeft het er hier over: die zekerheid is er tot 2025. Maar in 2026 zijn de problemen en de opgaven nog niet klaar. Dus wil je toekomstperspectief bieden aan mensen, dan moet het kabinet ervoor zorgen dat we financiële zekerheid krijgen. Alleen dan kun je die mooie woorden in de praktijk brengen.
Het is wel mooi dat het kabinet aangeeft dat urgente vraagstukken zich niet laten hinderen door het demissionair zijn. Het is gewoon goed dat dat werd benoemd. We zijn blij dat het controversieel verklaren in de Kamer relatief beperkt is gebleven, want Nederland mag niet op slot. En de Kamer is nooit demissionair. Dat mag wel een tandje steviger worden neergezet, wat ons betreft. De boel 1,5 jaar voor je uit schuiven, 1,5 jaar geen besluiten nemen, maakt vraagstukken niet minder, maar groter en complexer om aan te pakken. Kamer: blijf besluiten en politiek bedrijven, dat verwachten burgers van je. Dat hebben steden ook nodig. Niet voor onszelf, maar voor onze inwoners, onze bedrijven en maatschappelijke verenigingen. Die moeten op een aantal punten vooruit, bijvoorbeeld als het gaat over stikstof, de problematiek met de woningbouw, op bedrijventerreinen, de discussie over het elektriciteitsnetwerk. Allemaal zaken waar je niet mee kunt wachten, maar op moet doorpakken.
Als G40 zeggen we: de maatschappelijke vraagstukken die geen uitstel dulden, moeten daadwerkelijk op de agenda komen. Niet besluiten is mensen in de steek laten. Volgende week zitten we in Hengelo en spreken we over wat we in de verkiezingsprogramma’s kunnen amenderen en wat we in de formatie geregeld willen hebben. Dat is het mooie van een breed netwerk, met vertegenwoordigers van alle politieke partijen. Op die manier kunnen we, in het belang van de inwoners, bedrijven en maatschappelijke verenigingen, hopelijk in het regeerakkoord al belangrijke stappen zetten.’
Wethouder Rachel Streefland, (Utrecht, ChristenUnie, o.a. asiel en integratie):
‘Asielzoekers en vluchtelingen moeten vanaf dag één kunnen werken aan eigen perspectief, aan herstel en mee kunnen doen in de maatschappij. Het is noodzakelijk dat er nieuwe en ook duurzame opvanglocaties bijkomen, met ook aandacht voor draagvlak en activiteiten voor de buurt volgens Plan Einstein concept. Zeker nu de uitstroom naar een volgende huisvesting stokt, omdat er te weinig passende woningen zijn en bestaande locaties sluiten. Stilstand zorgt ervoor dat er meer noodopvangplekken geopend moeten worden en zoveel mogelijk bestaande noodopvanglocaties moeten worden verlengd bij meer toestroom. Kwalitatief goede en kleinschalige opvang om te zorgen voor een stabiele basis is onontbeerlijk. Dat is duur, onrustig en belastend voor asielzoekers en vluchtelingen, en zeker ook de kinderen, die niet weten hoe lang zij ergens kunnen verblijven. Solidariteit onder gemeenten is hoogstnoodzakelijk, de gemeenten in het noorden kunnen het niet alleen. Daarom zijn wij een voorstander van de spreidingswet, waarin elke gemeente haar steentje bijdraagt. Of meer, waarbij de sterkere schouders wat meer kunnen dragen. Uiteindelijk is iedereen gebaat bij een stabiel, robuuste asielopvang waar iedere gemeente aan bijdraagt en waaraan de rijksoverheid faciliterend is.’
Wethouder Susanne Schilderman, (Utrecht, D66, o.a. financiën):
‘Het demissionaire kabinet houdt vast aan de voorgenomen bezuiniging op het gemeentefonds in 2026. De financiële toekomst van onze stad blijft onzeker en daarmee ook onze mogelijkheden om de noodzakelijke investeringen voor de langere termijn te doen. Utrecht presenteerde vorige week een sluitende begroting voor 2024 en 2025, maar na 2026 verwachten we hierdoor flinke financiële uitdagingen. De zorg voor kwetsbare inwoners, het aanpakken van de woningnood, en investeringen in OV en verduurzaming komen hierdoor op termijn in de knel. Het kabinet moet dringend stappen zetten naar een structurele oplossing voor de financiering van gemeenten, die al jaren structureel tekortschiet, om de inkomsten weer in evenwicht te brengen met de taken van gemeenten.’
Wethouder Marjolein Moorman, (Amsterdam, PvdA, onderwijs, jeugd, armoedebestrijding en schuldhulpverlening), op ‘X’:
‘Goed dat er aandacht is voor kansengelijkheid en bestaanszekerheid en dat het kabinet maatregelen neemt om armoede te bestrijden. De vandaag gepubliceerde Amsterdamse 'Staat van de stad' laat opnieuw zien dat de ongelijkheid veel te groot is en groeit. Ook in 2024 was de verwachting dat de armoede in Nederland zou toenemen. Het is daarom belangrijk dat we structureel gaan investeren in bestaanszekerheid, zoals het verhogen van het bestaansminimum. Anders blijft het pleisters plakken op een kloof die alleen maar groter wordt. Daarnaast had ik graag meer willen horen over de grote tekorten en problemen bij onze publieke voorzieningen. Onduidelijk blijft bijvoorbeeld hoe we kwaliteit van het onderwijs gaan verbeteren en een landelijke visie voor het oplossen van het lerarentekort blijft uit.’
Wethouder Melanie van der Horst, (Amsterdam, D66, o.a. verkeer, vervoer, luchtkwaliteit):
‘We zijn enorm geschrokken van het nieuws dat het rijk een deel van het geld dat is toegezegd voor de bereikbaarheid van de regio inzet om hun begrotingstekort te dichten. Het belang van het doortrekken van de Noord-Zuidlijn, het sluiten van de ringlijn en de aanleg van Zuidasdok zijn van zo’n grote meerwaarde voor de regio en het land dat we ervan uitgaan dat het rijk zich aan de afspraken houdt en het nieuwe kabinet het tekort weer aanvult. Het doortrekken van de Noord-Zuidlijn is onderdeel van een samenhangend investeringspakket met afspraken over Zuidasdok en het sluiten van de Ringlijn dat in de Bestuurlijke Overleggen Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT 2022) met de Metropoolregio Amsterdam is afgesproken. Dit pakket hangt heel nauw samen met de grote woningbouwopgave en de verwachte groei van banen in de regio. De bewindspersonen, en daarmee het ministerie, hebben herhaaldelijk aangegeven dat het commitment voor dit investeringspakket onverminderd groot is. Wij vertrouwen erop dat de afspraken tussen rijk en regio van november 2022 blijven staan.’
Wethouder Robert van Asten (Den Haag, D66, o.a. stedelijke ontwikkeling, mobiliteit, strategie):
‘Den Haag is blij met het besluit van het demissionaire kabinet om 2 miljard euro te gebruiken om de bestaanszekerheid van de meest kwetsbare inwoners te versterken. Door onder meer het verhogen van de huurtoeslag en het kindgebonden budget wordt een broodnodige steun in de rug gegeven aan mensen die nu niet of nauwelijks rond kunnen komen. Het in stand houden van het Tijdelijk Noodfonds Energie heeft ook onze Haagse goedkeuring. Maar het allemaal tijdelijke maatregelen. Om mensen langetermijnperspectief te geven moeten er structurele maatregelen komen. Door jarenlange bezuinigingen op het budget kunnen ook gemeenten geen zekerheid meer bieden, terwijl de taken en uitdagingen juist groter en complexer worden. Eén op de vijf Hagenaars leeft in armoede, waarvan 18.000 kinderen. De maatregelen van het kabinet zijn een goede eerste stap, maar met een eenmalige pot geld kunnen we bij lange na niet iedereen helpen. We vragen de Kamer en het nieuwe kabinet om beleid te maken waarmee we mensen structureel meer perspectief kunnen geven. Verder staan de financiën van de gemeente onder druk. De kosten van bijstand, zorg en jeugdhulp stijgen, maar worden onvoldoende gecompenseerd door het gemeentefonds. Tegelijk worden de problemen steeds groter en complexer, zoals de wooncrisis, de energiecrisis en de opvang van vluchtelingen. Wij werken hard aan het realiseren van nieuwe woningen en aan het vinden van (tijdelijke) locaties voor opvang, maar dat kan de gemeente niet alleen. We werken graag samen met het rijk aan structurele duurzame oplossingen. Verder moeten we onze stad weerbaar, leefbaar en groener maken voor de toekomst. Dat betekent investeringen in vergroening en in een schone veilige leefomgeving. Het nieuwe kabinet zal met meer financiële zekerheden moeten komen voor de langere termijn. Nu lijkt het erop dat gemeenten in 2026 fors minder te besteden hebben. Het onduidelijk hoe na 2025 de inkomsten uit accressen eruitzien en wat de toekomst van de opschalingskorting is. Die onzekerheid kunnen gemeenten in deze tijd, waarin inwoners zo afhankelijk zijn van de lokale overheid, zich niet veroorloven. Den Haag heeft dus veel werk te verzetten: voldoende woningen bouwen, voldoende trams en bussen laten rijden en het welzijn van onze inwoners waarborgen. Maar de rek is eruit. Het rijk zal extra geld op tafel moeten leggen. Alleen dan kunnen gemeenten de komende jaren hun rol in de lokale samenleving goed waarmaken.’
Wethouder Dennis de Vries (Utrecht, PvdA, wonen en volkshuisvesting, jeugd en jeugdzorg):
‘De waarde van het mbo voor de samenleving viel mij op in de Troonrede. We hebben mensen nodig die dingen kunnen maken. Die waardering voor het mbo is belangrijk, zeker in een universiteitsstad als Utrecht. De ook genoemde prestatiedruk hangt daarmee samen. De nadruk op cognitief talent van laag naar hoog doet iets met de prestatiedruk en daarmee ook voor de jeugdzorg. In het mbo zit een waaier van talenten. En als je het hebt over volkshuisvesting, heb je het over bestaanszekerheid. Het is belangrijk dat het daarover gaat. Maar wat gebeurt er concreet? Er komt een wet Versterking Regie op Volkshuisvesting. Het gaat er mij om dat er veel in het sociale segment wordt geinvesteerd. Daarin moeten we een stap naar voren zetten, zoals in de huisvesting van aandachtsgroepen: vanuit de jeugdzorg, kwetsbare vrouwen, statushouders, waartoe we wettelijk verplicht zijn, maar ook voor vluchtelingen. Dat gaat niet vanzelf. Daar moet regie op komen. Ik ben benieuwd naar de concrete uitwerking. Tot slot speelt armoede een grote rol. Er wordt 2 miljard voor uitgetrokken, maar er is minstens 6 miljard nodig. Veel te veel mensen komen nu niet rond.’
Wethouder Lot van Hooijdonk, (Utrecht, GroenLinks, o.a. mobiliteit, klimaat en energie):
‘Het duurde even voordat klimaat en energie aan bod kwam in de Troonrede. Dit grote vraagstuk was een beetje weggestopt, maar er werd wel op gewezen dat er al veel is gebeurd. Kort ging het over netcongestie. Daar heersen in VNG-verband veel zorgen over. We moeten meer kijken naar de verdeelsystematiek en het afwegen van belangen. Nieuwe dingen worden belemmerd, omdat de oude dingen in stand blijven. Kort uitgelegd: als je eenmaal rechten hebt voor een stuk netcapaciteit, dan zit je erin. Er is alleen nog ruimte voor nieuwe rechten. Maar er is zoveel gaande in elektrificering dat je ook naar bestaande rechten zou moeten kijken, dus de oude economie. Dat is in het kort het verdelingsvraagstuk.
In de Troonrede ging het vooral over de kant van het bedrijfsleven, maar je zou een bredere afweging moeten maken. We hebben ook een signaal afgegeven dat het kabinet zou moeten doorregeren en dat de Kamer niet te veel controversieel zou moeten verklaren, zodat men daar ook door kan. We moeten namelijk het warmtenet organiseren en perspectief bieden aan de inwoners. Daarvoor zijn middelen nodig en die komen alleen beschikbaar als er wordt doorgeregeerd. Ik merk wel dat die notie er is en ik hoop dat het ook tot de nieuwe Kamer doordringt. Netcongestie is een urgent onderwerp.’
Burgemeester Ahmed Aboutaleb (Rotterdam, G4-voorzitter):
‘Er zijn onvoorstelbaar veel onderwerpen de wie de komende tijd moeten aangaan. Dat is lastig. Er is verzuimd snelheid te maken, dus er is veel blijven liggen. Voor Rotterdam speelt vooral klimaat en de snelle adaptatie door het bedrijfsleven. Met het CCS-vraagstuk, het afvangen en opslaan van CO2 in de Noordzee, ben ik al 12 jaar bezig. 12 jaar! Dat is veel te lang, want de urgentie is heel groot. We moeten de samenleving meenemen in deze ontwikkelingen. Verandering doet pijn, maar is uiteindelijk ook goed. We krijgen dat alleen maar niet over het voetlicht.
Onlangs logeerde ik bij een Drentse boer die aardappelen en uien verbouwt. Hij krijgt daar maar een paar centen voor, terwijl wij er een paar euro voor betalen. Dat economische verdienmodel hebben we zelf gemaakt en de boer gedraagt zich daar dus naar. Is het dan gek dat hij in de problemen komt? Ik had het net over die valse tegenstelling tussen de Randstad en het platteland. Wie kan er het beste op de natuur passen? De boer natuurlijk. Maar het lukt ons maar niet om consensus te vinden over de landbouw en daar een kijk op te hebben. Hetzelfde geldt voor de aardbevingsproblematiek in Groningen. We hebben veel geld uit de gasbaten uit Groningen aan het onderwijs uitgegeven. Ik heb met ze te doen. Ik voel veel solidariteit met Groningen, maar we komen er maar niet uit. Er moet meer nationale urgentie komen, meer maatschappelijke consensus.
De Rotterdamse haven levert ons 60 miljard per jaar op, maar zorgt ook voor veel verontreiniging. Dat laatste snapt men daar ook en men wil daar ook wat aan doen, maar de energietransitie vraagt veel tijd, dus geef hen de tijd en überhaupt de mogelijkheid: bedrijven kunnen nu geen aanpassingen doen, omdat ze vast zitten in de stikstofdiscussie. Ik heb zelf nu een heel ander reisschema, ik ben op zoek naar andere partners om andere energiebronnen te vinden, zoals waterstof. Daarvoor moeten we andere vriendschappen sluiten en daarin keuzes maken. Dat vergt een andere buitenlandpolitiek. Rutte gaat al naar Zuid-Afrika en Marokko. Het gaat erom dat we niet alleen de oude economie afbouwen, maar ook de nieuwe economie opbouwen. Er zijn vele transities gaande, maar ons economisch model rammelt in combinatie met dat nieuwe energiemodel. Daar moeten we consensus over vinden.
We moeten de G4 hierin niet onderschatten. We moeten meteen de handen in elkaar slaan, ook met het platteland, naar een nationale consensus. En die samenwerking moeten we goed organiseren. De armoede die ik in Rotterdam zie, speelt ook in Groningen en Friesland. Als G4 moeten we dat grote en ook brede verhaal houden. Maar er zijn vele grote opgaven, dus er is nog veel werk aan de winkel.’
Wethouder Reinier van Dantzig, (Amsterdam, D66, o.a. woningbouw en ruimtelijke ordening):
‘Vanuit Amsterdam zijn vooral de noden van de woningzoekenden van belang. Maar richting volkshuisvesting gaat veel te weinig geld. Er is voor de start-bouwimpuls voor gemeenten 250 miljoen uitgetrokken, maar we hebben meer aangevraagd. We willen dat de tijdelijke huurcontracten eruit gaan en willen meer betaalbare woningen bouwen. Daar ligt een zware taak voor de Tweede Kamer. Dat bedrag moet worden verviervoudigd. Ik zou dat overal van de daken willen schreeuwen. Als het gaat over bestaanszekerheid, dan is toch het beste dat je een huis hebt en dat je weet dat je daar kunt blijven wonen?’
Wethouder Maarten Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam, financiën, organisatie, dienstverlening en grote projecten):
‘Wat ik goed vond in de Troonrede is de nadruk die werd gelegd op de verbinding in de samenleving met alle uitdagingen en veranderingen die er spelen. Ik vond dat een goede analyse en dat verdient ook een goed antwoord. Vraag is hoe je die verbinding legt. Over al die onderwerpen, klimaat, energie, onderwijs, wonen en bestaanszekerheid, lopen de meningen uiteen. En bouwen aan een maatschappelijk weefsel gaat ook over zaken als vrijheid en democratie. Daar moeten we onderling een normaal gesprek over kunnen voeren, zonder bedreigingen en geweld. Die trend moeten we hard tegengaan. Veder zijn er zorgen over de financiering en vooral over de structurele financiering voor gemeenten. Daarover heb ik niks gehoord. Dat had er wel in gemogen. Dat vind ik een gemiste kans. Gemeenten zijn daar immers vaak onderdeel van de uitvoering van beleid. En het gaat dan niet alleen om de letters, maar ook om de cijfers.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.