Raadsleden: besteed minder van uw tijd aan de begroting
Lang heb ik de ambitie gekend dat de gemeentefinanciën te ontrafelen zouden moeten zijn. Dat de begroting en rekening zo zouden zijn ingericht, dat inwoners het over de besteding van het gemeentegeld kunnen hebben. Ideeën over een burgerbegroting en de betrokkenheid van inwoners bij de controle en verantwoording versterkten lang die ambitie. Maar het tegendeel lijkt te gebeuren.
Lang heb ik de ambitie gekend dat de gemeentefinanciën te ontrafelen zouden moeten zijn. Dat de begroting en rekening zo zouden zijn ingericht, dat inwoners het over de besteding van het gemeentegeld kunnen hebben. Ideeën over een burgerbegroting en de betrokkenheid van inwoners bij de controle en verantwoording versterkten lang die ambitie. Maar het tegendeel lijkt te gebeuren.
In de afgelopen veertig jaar ben ik niet voorbij de verbazing gekomen over het gewicht van de financiële cyclus. En daarmee over de tijd die dat van raadsleden vraagt. Wanneer het raadswerk in essentie om het verdelen van schaarste draait, dan laten raadsleden hun eigen schaarse tijd domineren door de planning en control cyclus. Alleen voor raadsleden die een geld gestuurde politiek wensen, is die tijdsclaim te rechtvaardigen. Wanneer je echter kijkt naar wat al die vergadertijd oplevert aan invloed en resultaat voor de raad, dan staat dat nauwelijks in verhouding tot wat een raadslid in zijn schaarse tijd allemaal wel niet moet doen.
Ik heb zelf nog gewerkt in de tijd van de comptabiliteitsbegroting. Een andere begrotingssystematiek die wel wat studie vereiste. Een tijd waarbij de begroting pagina voor pagina werd doorgenomen en vastgesteld. Waar je als partij wel de aantekening kon plaatsen dat je geacht wenste te worden tegen de subsidie voor de bond tegen het vloeken gestemd te hebben. Met na afloop van de begrotingsvergadering gehaktballen. Vervolgens kwam de omslag en gingen we de gemeente meer als een bedrijf zien. Met de BBI cyclus (bedrijfs- en beheersinstrumentarium) werd het productgericht werken ingevoerd. Meerdere adviesbureaus hebben hun bestaan daaraan te danken. Vervolgens is de dualisering aangegrepen om de raad op nog meer afstand te plaatsen. Want plotseling kenden we een duale begroting. Ik heb eigenlijk nooit begrepen wat dat zou moeten zijn. Ik zal maar zeggen: met dank aan de gemeente Finveen.
Met deze ontwikkelingen is de gemeenteraad niet meer in positie gekomen, laat staan dat het voor inwoners beter inzichtelijk is waar gemeentegeld voor wordt benut. Ik zie een tweetal oorzaken. Allereerst de (duale) programmabegroting. Met als basis het adagium de raad op hoofdlijnen te laten functioneren met ondoorzichtige programma’s tot gevolg. Heb je dan een raadscultuur waarbij het verplicht is om bij een motie/amendement de concrete dekking aan te geven, dan is dat niet mogelijk. Wil je bijvoorbeeld 10.000 euro voor de voedselbank vrij maken, dan moet je als raadslid eigenlijk in de onderliggende dienstbegrotingen duiken om bedragen te kunnen re alloceren. Of je er vanaf maken door het college opdracht geven binnen programma x het maar op te lossen. Ten tweede de decentralisatie. Decentralisatie leidt weliswaar tot een grotere omvang van de begroting, maar met het effect dat het autonome deel in verhouding nog meer wordt verkleind.
Het financiële bolwerk lijkt dus stevig verankerd. De invloed van raadsleden geminimaliseerd. Mijn pleidooi is om daar niet tegen te vechten, maar hier als raadslid minder van je schaarse tijd aan te besteden. En die tijd bijvoorbeeld te benutten om veel meer informatie gestuurd en waarde gestuurd te gaan werken en dat bij het college af te dwingen. Daarbij moet elk initiatief om anders met de cyclus om te gaan toegejuicht worden. Zoals de Duisenberg methode, de methode van de gemeente Hoogeveen, het idee de begroting in te richten langs de lijnen van medebewind en autonomie etcetera.
Jan Dirk Pruim
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.