Mystery Burger: Zorg voor burgers
Eens per twee jaar wordt de stand van zaken met betrekking tot de zorg onder de loep genomen door 'carrousel-gewijs' de gesprekken met betrokkenen aan te gaan.
‘Goed dat u er bent,’ zegt commissievoorzitter Jan Lobel tegen de volle zaal. ‘De raadsleden hebben uw ervaringen nodig om het werk dat zij moeten doen beter te maken.’ De raad van Zoetermeer organiseert vanavond voor het eerst Zorgpraat met de Raad, een tweejaarlijkse carrousel van hoorzittingen met zorgleveranciers en -ontvangers. Zo krijgt de raad actief informatie, in plaats van af te moeten wachten met welke cijfers het college komt.
Dat gebeurt in drie zalen. ‘Één voor de WMO, één voor de Maatschappelijke Ondersteuning en één voor de Jeugdzorg. Raadsleden zullen in twee rondes bij u aan schuiven’ , legt Lobel uit.
Voor de eerste hoorzitting WMO hebben zich vijftien mensen verzameld. Zeven raads- en commissieleden en wethouder Isabelle Vugs schuiven in de eerste ronde aan. ‘Ik begin bij de zorgleveranciers en -ontvangers,’ legt gemeenteambtenaar Jeroen Tomassen uit, die voor de gelegenheid de ronde voorzit. ‘Wat zijn uw ervaringen met de WMO?’
‘Bij mij zelf gaat het wel goed,’ zegt een eerste zorgontvanger. ‘Maar ik ken verhalen van mensen die na veertien jaar ineens een andere indicatie kregen.’ Ze noemt geen namen. ‘De zorg die we krijgen is beter geworden. En meer persoonlijk,’ verhaalt een meneer over zijn dagbesteding. ‘En voor ons voordeliger,’ voegt zijn echtgenote toe. ‘Ik denk dat het redelijk goed gaat,’ zegt een zorgverlener. ‘Ik kan mijn vragen kwijt en het contact met de gemeente is uitstekend.’ De raadsleden blijven stil. Een enkeling maakt aantekeningen.
‘Zo te horen gaat het best goed,’ concludeert raadslid Rob Wessels (CDA) als het de beurt is aan de politici. ‘Je hoort veel angstige verhalen,’ aldus het raadslid. ‘Gelukkig kunnen we steeds vaker aanschuiven bij de indicatiegesprekken,’ stelt een zorgverlener gerust. Het gesprek valt een beetje stil. ‘Is de registratie lastig?’ vraagt commissielid Duco Mülder (VVD). ‘We werken pas een jaar met dit systeem, dat heeft tijd nodig,’ klinkt het laconiek. Het gesprek lijkt nu een beetje dood te vallen.
Toch gaat niet alles naar wens. ‘De uitkomst van onze keukentafelgesprekken is soms anders dan uit de indicaties,’ zegt een zorgverlener. ‘Ik denk dat de mensen psychische aandoeningen minder goed herkennen,’ voegt een ander toe. ‘Sowieso doen mensen zich bij de indicatie beter voor dan het gaat,’ merkt een derde op. ‘Bij sommige indicatieconsulenten heb ik wel eens het idee dat ze blij zijn dat iemand minder zorg nodig heeft,’ zegt een zorgverlener voorzichtig. ‘En sommige mijden zorg,’ voegt iemand toe.
‘Moeten we de consulenten opleiden?’ vraagt VVD-raadslid Rianne Sman in de tweede ronde. ‘We gaan met de partnergemeente wel iets organiseren,’ vertelt een gemeenteambtenaar. De raadsleden staren weer naar hun iPad.
‘Ik had het gevoel dat er meer problemen waren,’ zegt D66’er Robert Schaafsma. ‘Je hoort zó veel’. Her-en-der wordt een schouder opgehaald. ‘Mensen waren voor het CZ ook bang’, nuanceert een zorgverlener. Of de volksvertegenwoordigers er opgelucht of teleurgesteld van raken, valt niet helemaal te doorgronden. Een enkeling zal vast al uitkijken naar de cijfers van het college. Misschien zelfs naar de twééde Zorgpraat met de raad. Hopelijk ziet de raad dan in dat een hoorzitting gerichte voorbereiding nodig heeft — en geen tweede avondje porren naar problemen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.