Raad van State verwijst klachten Kieswet naar prullenbak
De Raad van State heeft zich de afgelopen dagen gebogen over enkele zaken die particulieren en enkele politieke groeperingen hebben aangespannen in het kader van de Kieswet. De kwesties zijn aan de orde gesteld in verband met de komende gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart. In alle zaken heeft de Raad van State de uitspraak ongegrond of niet-ontvankelijk uitgesproken.
Belangenverstrengeling
Een inwoner van Breda wilde dat de kandidatenlijsten in zijn gemeente ongeldig zouden worden verklaard in verband met belangenverstrengeling. De rechter oordeelde dat de Kieswet geen bepaling bevat die kandidaatstelling verbiedt in geval van zakelijke belangen van de kandidaat. Het is aan de gemeenteraad om geloofsbrieven te beoordelen en of iemand de functie van raadslid mag vervullen. Het bezwaar is ongegrond verklaard.
Kandidatenlijst
Een Amsterdammer vocht het besluit aan van het hoofdstembureau van Amsterdam dat hem en zijn vrouw van de kandidatenlijst van D66 had gehaald. De Raad oordeelde: ‘De omstandigheid dat de ingediende kieslijst niet in overeenstemming is met hetgeen door de ledenvergadering van D66 is beslist, is geen reden om de kandidatenlijst ongeldig te verklaren.'
H@V mag nl. niet meedoen aan de verkiezingen.