Advertentie

Meer raadspolitiek in het sociaal domein nodig

Met de decentralisaties in het sociaal domein zou de raad echt de ruimte krijgen om aan politiek te doen. Er gebeurde echter, op politiek vlak, weinig, betogen hoogleraren Douwe Jan Elzinga en Geerten Boogaard in een essay in Binnenlands Bestuur.

13 juni 2021
microfoon-lege-raadszaal.jpg

Met de decentralisaties in het sociaal domein zou de gemeenteraad weer ergens over gaan, zo waren de hooggespannen verwachtingen in 2015. Sindsdien gebeurde in het sociaal domein van alles, maar een feest voor de democratie werd het niet. Er kwam weinig raadspolitiek van de grond. Dat moet anders.

Koekoeksjong

Met de decentralisaties in het sociaal domein zou de raad echt de ruimte krijgen om aan politiek te doen. De lokale kiezer zou weer wat de kiezen krijgen, en dat is goed voor de gemeentelijke democratie. Er gebeurde echter, op politiek vlak, weinig, stellen hoogleraren Douwe Jan Elzinga en Geerten Boogaard in een essay in Binnenlands Bestuur. ‘Ondertussen werden de kosten van het sociaal domein het koekoeksjong in de gemeentebegroting – en toen kwam het politieke spel wel op de wagen. Nauwelijks over de inhoud echter, maar vooral als collectief protest jegens het rijk. Anno 2021 is bijna de helft van de Nederlandse gemeenten feitelijk failliet, zijn de reserves weggesmolten en is autonome beleids- en financiële ruimte naar een onaanvaardbaar niveau weggezakt’, aldus Boogaard en Elzinga.

 

Hand in eigen boezem

Voor dit gebrek aan raadspolitiek zijn de afgelopen veel oorzaken aangewezen. Er zou te weinig beleidsruimte zijn om te sturen, te weinig geld om te verdelen en te weinig grip op de regionale schaal waarop de feitelijke organisatie vaak is georganiseerd. Ook zit ‘Den Haag’ nauwelijks op de handen. ‘Gemeenten die ergens het nieuws mee haalden, kregen al gauw Kamervragen aan de broek en de staatssecretaris of de minister aan de telefoon’, aldus de hoogleraren. Er zijn veel redenen waarom de afgelopen vijf jaar in het sociaal domein weinig raadspolitiek van de grond is gekomen, maar het is niet alleen de schuld van anderen. Elzinga en Boogaard komen met drie aanbevelingen voor raadsleden.

 

Bakens verzetten

Laat alleen ruimte voor échte professionaliteit is de eerste. ‘Het motto dat de zorg en de toegang daartoe vooral aan de professionals moet worden overgelaten, drukt meer politieke discussies weg dan te rechtvaardigen valt. Belangrijk is dan ook om de zoektocht naar nieuwe verhoudingen in het sociaal domein onverminderd voor te zetten, waarbij niet moet worden geschuwd om de bakens in de taakverdeling nog eens drastisch te verzetten. Is het bijvoorbeeld echt verantwoord om de kinder-psychiatrische dimensies van de jeugdzorg finaal over te laten aan 352 gemeenten? Het vereenvoudigen van het lokale sociale domein zou weleens een belangrijke impuls kunnen zijn om goede lokale politiek te kunnen voeren.’

 

Ernstige misvatting

Politiek gaat wel degelijk ook over uitvoering, en raadsleden mogen zich daar dus mee bemoeien, is de tweede aanbeveling. ‘Het is een ernstige misvatting dat de raad niet over de uitvoering gaat. De raad gaat, ook na de dualisering, nog steeds over alles. Alleen de vorm is in een aantal bestuurlijke taken verschoven van het zelf uitoefenen van de bevoegdheid naar het dragen van de eindverantwoordelijkheid. De raad is vrij deze eindverantwoordelijkheid naar eigen inzicht in te vullen.’

 

Averechtse uitwerking

Als derde aanbeveling stellen de hoogleraren dat het begrip kaderstelling de prullenbak in moet. Dat begrip is sinds de dualisering in 2002, samen met controleren en volksvertegenwoordigen, ‘in zwang gekomen om de positie van de raad te structureren en te karakteriseren na het herschikken van de bestuursbevoegdheden’. In de prakrijk heeft het begrip kaderstelling een averechtse uitwerking gehad, stellen de hoogleraren. ‘Het suggereert namelijk dat de raad van alles en nog wat is kwijtgeraakt en dan als laatste redmiddel terug moet vallen op kaderstelling. Maar wat die zou moeten inhouden en op welke wettelijke grondslag deze is gebaseerd, is altijd een groot raadsel gebleven. Als hoofd van de gemeente kan de raad onder alle omstandigheden beleid maken of daarom vragen, met daarbij de vriendelijke maar dwingende opdracht aan de bestuurders om ervoor te zorgen dat het door de raad voorgestane beleid wordt uitgevoerd.’ De lokale politiek moet doen wat ze moet doen. ‘Open de mailbox. Vraag een inwoner naar zijn ervaringen. En maak er politiek van.’


Lees het hele essay in Binnenlands Bestuur nr. 11 van deze week (inlog)

Reacties: 7

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Trudy Veninga / oprichter
Ik vind het verheugend om te lezen dat er onderscheid kan worden aangebracht ten aanzien van taakverdeling onder Rijk en Gemeenten. Wat mij altijd verbaasd heeft in het sociale domein, specifiek in de jeugdzorg, is dat onder die zorg zowel jongeren met niet-aangeboren problematiek vallen als jongeren met aangeboren problematiek. Voor de eerste groep zijn andere behandelmethodes nodig als voor de tweede groep. Het behandelen en verzorgen van jongeren met aangeboren problematiek kan volgens mij beter landelijk geregeld worden. Het gaat om mensen die nooit helemaal zelfstandig voor zichzelf kunnen zorgen. Belangrijk dat zij beschermd wonen met de benodigde ondersteuning. Gemeenten kunnen zich buigen over de hulp die jongeren helpt op eigen benen te staan en een zelfstandig bestaan op te bouwen.
Rik / journalist
Ik word zo treurig van dit artikel. Sociaal Domein in de raad? Ja als de wethouder rapporteert hoeveel probleemgevallen van welke soort er zijn. De raad applaudisseert, maar heeft te weinig kennis om er veel van te vinden. Wijkteams (geen professionals) oordelen over jeugdpsychiatrie, schulden, behandelingen en hulp.

En, nog erger, het sociale vangnet in de ene gemeente is niet dat van de andere. Rechtsgelijkheid in NL anno 2021.T2YZJ
Gerard Sangers / ervaringsdeskundige
Naar aanleiding van mijn boek; MET DANK, DOOR MIJN OVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK zijn diverse raadleden geschrokken wat de praktijk is van de theorie. Mede door hun toe doen. De meest gestelde vraag aan mij is; "hoe kunnen we het tij keren?" Mijn antwoord; "lees het boek, de antwoorden staan erin!"

www.tegekvoorwoorden.org
B. Janssen / Ambtenaar
Zoals de wetgeving door Den Haag wordt gemonitord is het puur verworden tot medebewind. Het zou logisch zijn als wetgeving en uitwerking dan ook strak centraal werd ingezet. De oproep om er politiek van te maken is een oproep voor cliëntelisme en willekeur in het land. Wie gebruik maakt van een voorziening en en "ruimhartige" gemeente treft mag in zijn handjes klappen? Willen we echt die kant op?
Mark
Regels en nog meer regels uit Den Haag. Dus ook maar meer raadsleden om te monitoren of het allemaal goed uitgevoerd wordt. En bijbehorende kosten. Goed voor de bureaucratie. Als gemeente ben je alleen uitvoerder. Den Haag betaalt niet. Dat is verlegd naar de eigen inwoners.
H. Wiersma / gepens.
Het Sociaal Domein is volkomen ongeschikt voor het bedrijven van politiek. Deze sector behoort te worden uitgevoerd volgens landelijke normen en waarden. Voorkomen moet worden dat er ongezonde sociale mobiliteit gaat plaatsvinden. Gemeenten zijn dan ook niet meer dan uitvoeringsorganisaties waar met toestemming van het Rijk natuurlijk af en toe wel nieuwe innovatieve experimenten kunnen plaatsvinden. Het betekent tevens dat het Rijk 100% voor het medebewind van de gemeenten voor haar rekening behoort te nemen. Het gemeentelijk belastingstelsel dient -naast de inkomsten uit het gemeentefonds- vooral te worden gebruikt voor de resterende publieke functies (infrastructuur, accommodaties, cultuur, sport e.d.).
Titia beukema / Lid Wajonggroep FNV
De rechtsongelijkheid die door de decentralisatie is gegroeid wordt nergens in beeld gebracht, monitoring is een ondergeschoven kind. De verschillen die ik ken (niet/slecht uitvoeren van de wettelijke taak rond beschut werk, verschillen in studietoelage voor jonggehandicapten, verschillen in toegestane giften) doen vermoeden dat er rechtsongelijkheid is ontstaan
Advertentie