Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Raad Ermelo speelt tweede kamertje'

Toen zijn eigen partij in de raad van Ermelo aankondigde een motie van wantrouwen van de oppositie te steunen, was voor CDA-wethouder Rikkert Vliek de maat vol. Hij vertrok.

05 februari 2010

Met zijn uitspraken in een interview in de Stentor op 18 juli 2009 luidde Vliek het einde van zijn wethouderschap in. ‘Ik zie hier een gemeenteraad die zoekende is naar zijn vorm. Ze zouden zich meer moeten concentreren op de hoofdlijnen van ons beleid. Dan kunnen ze de rest van de tijd de straat op om te kijken wat er onder de mensen leeft’, aldus Vliek. De raadsleden tot wie hij zijn kritiek richtte, toonden zich not amused. Het begon in 2006.

 

Ermelo (26.000 inwoners, 21 raadsleden en drie wethouders van het CDA, de Christen-Unie en de VVD) besloot 4 jaar na de introductie van het dualisme te breken met de oude, uit het monisme stammende werkwijze. De commissievergaderingen werden afgeschaft. Want dat riekte te veel naar onderonsjes van wethouders en hun partijgenoten in de raad, ‘achterkamertjespolitiek’ dus. Ook in Ermelo weet iedere politicus, na het tijdperk Fortuyn, dat alleen al een beschuldiging van handjeklap nagenoeg dodelijk is voor een langdurige voortzetting van een politieke carrière.

 

Men besloot de vergadercyclus drastisch te vernieuwen. Elke raadsvergadering zou in het vervolg over 2 weken worden gesplitst in een meningsvormende- en een besluitvormende zitting. Eventueel kon de raad, om de mening van de burgers te horen, ook nog besluiten tot een ‘beeldvormende’ vergadering. Ook stapte de raad van een maandelijkse cyclus van één vergadering over op twee vergaderingen. Het gevolg: met alle voorbereidende bijeenkomsten, sloten de raadsleden zichzelf ongeveer op in het gemeentehuis.

 

Tijd voor contact met de kiezers bleef nauwelijks over. Dat was volgens veel betrokkenen het begin van de ellende. Tel daarbij op dat de komst van een raadsgriffier op wantrouwen stuitte van de ambtelijke organisatie, met pogingen om te beknibbelen op het griffiebudget tot gevolg, en de problemen van Ermelo met het dualisme zijn in extenso geschetst.

 

Gemoedelijk

 

‘Het monisme had zeker voordelen.’ Alhoewel CDA’er Wout Lourens een kind van het dualisme is, want sinds 2006 in de raad, kan hij een hunkering naar vervlogen tijden niet onderdrukken. ‘De verhouding tussen college en raad was toen gemoedelijker. Je kon van tijd tot tijd in een commissievergadering met de benen op tafel met een wethouder overleggen. Dat was niet alleen voor de coalitiepartijen prettiger, ik denk zelfs ook voor de oppositie. Tegenwoordig gaat alles direct en plein public, waardoor de tegenstellingen in de raad verscherpt worden. Hierdoor sluit de coalitie bij voorbaat de gelederen en bereikt de oppositie weinig.’

 

Wouter Vogelsang van de oppositionele eenmansfractie Dorpspartij Ermelo kan zich daarin vinden: ‘Ik zit nu 16 jaar in de raad. Door het dualisme is veel veranderd. Tegenwoordig neemt de coalitie een standpunt in waar je als oppositie niet doorheen kunt breken. Er is geen ruimte tot onderhandelen en debat.’ Toch wil Vogelsang niet terug naar de tijden van het monisme. ‘Ik wil dat er echt dualisme wordt ingevoerd. Tot nu belijdt het college en de coalitie het alleen maar met de mond. Het gevolg: de kloof met de burger is absoluut niet kleiner geworden, wat uiteindelijk de bedoeling van het dualisme was.’

 

Niet alle oppositiepartijen zijn even hard in hun kritiek. Zo is bij Progressief Ermelo, een samenwerking van PvdA, D66 en GroenLinks een opvallend gematigd geluid te horen. Met vier zetels is PE na het CDA (zeven zetels) de grootste partij. Fractieleider Aline Verhoef- Franken steekt de hand in eigen boezem: ‘Het is taak van zowel de raad als het college ervoor te zorgen dat hun onderlinge relatie zo goed mogelijk is. Het zou helpen als we meer oog zouden hebben voor ieders verantwoordelijkheden.’

 

Ook Verhoef gelooft niet dat door het dualisme de kloof met de burgers is verkleind. ‘Je kunt dat ook niet van het dualisme verwachten. Er is altijd maar een kleine groep burgers geïnteresseerd in de plaatselijke politiek. Dat was vroeger ook al zo, het heeft niets te maken met monisme of dualisme. De raad heeft enkele initiatieven genomen om burgers meer bij de politiek te betrekken, zoals het instellen van beeldvormende vergaderingen waarop burgers hun mening kunnen uiten. Dat kan zeker nog worden verbeterd.’

 

Profileringsdrang

 

Tijd om de mening van het college te peilen. Wethouder Jan van den Bosch (CDA) vindt het dualisme voor Ermelo geen zegen. ‘We zijn een kleine gemeente waarin je elkaar voortdurend tegenkomt en voortdurend nodihebt. Een al te grote profi leringsdrang, toch het gevolg van het dualisme, past daar niet bij. Die profilering kan ook averechts werken. Want hierdoor sluit de coalitie eerder de gelederen, waardoor de oppositie buitenspel staat en er van debat geen sprake meer is.’

 

Burgemeester Wiert Omta vindt dat door het dualisme de neiging van de raad om alles tot in detail te regelen, is toegenomen. ‘Het is toch te gek voor woorden dat als de oppositie een keer eensgezind een motie indient, alle oppositiefracties nog een afzonderlijke verklaring hierover in de raad willen afl eggen. Voor alle duidelijkheid: die kritiek kwam naar voren tijdens een overleg met burgers over het functioneren van de gemeenteraad.’

 

Volgens Omta is de regelzucht en de bemoeizucht van de raad enorm toegenomen. ‘We moeten na de verkiezingen eens brainstormen hoe we dat anders kunnen organiseren. Wat je ook vindt van de kritiek van de afgetreden wethouder Vliek op de raad, feit is dat hij door de regelzucht van de raadsleden elk wissewasje moest komen toelichten, waardoor hij nauwelijks meer aan werken toekwam.’

 

Blijft over Rikkert Vliek, de ex-wethouder. De voormalige veehouder grossiert in krachtige oneliners. ‘Door het dualisme doet de raad niets anders meer dan vergaderen. Daardoor kunnen ze geen contact meer met de burgers onderhouden. Terwijl je in een ideale situatie eigenlijk aan vier raadsvergaderingen per jaar genoeg hebt, voor de kadernota, de begroting, wat verordeningen en de jaarrekening. Zo ingewikkeld is het besturen van een dorp nou ook weer niet. Maar wat doet de gemeenteraad? In plaats van de straat op te gaan, lijkt het erop dat die liever Tweede Kamertje speelt.'

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Rai van Alphen
Waar meneren de wethouder en de burgemeester aan voorbijgaan, is de wens van de burger zelf dat de raad zich overal mee bemoeit. De uitspraken van deze twee heren neigen nu naar regentengedrag, waarbij zij als bestuurders bepalen, waar de gekozen volksvertegenwoordigers zich mee mogen bemoeien. Een en ander volgens een door hun vastgesteld kader, waarbinnen hets slikken of stikken is. Dat is nu net wat het dualisme tegen wilde gaan. Bestuurders zijn er om te besturen in opdracht van en gecontroleerd door de gekozen volksvertegenwoordiging.
Advertentie