Provincie onbekend en onbemind in Randstad

De provincie moet blijven bestaan, vindt 83 procent van de Zeeuwen en de Friezen. De inwoners van deze provincies zijn de ferventste voorstanders van het voortbestaan van de provincie. Ook in Limburg, Groningen en Drenthe spreekt meer dan driekwart van de bevolking zich uit vóór het bestaansrecht van de provincie. In alle overige provincies is dat minder. Bewoners van Flevoland en Zuid-Holland, twee van de Randstadprovincies die volgens het kabinet-Rutte moeten verdwijnen, zijn het minst uitgesproken voorstander van het behoud van de provincie: beide 69 procent.

Dit blijkt uit een enquête van TNS Nipo uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking in opdracht van Binnenlands Bestuur. In de provincie Zuid-Holland spreken zich de meeste inwoners (18 procent) uit tegen de stelling dat de provincie moet blijven bestaan, op de voet gevolgd door Overijssel. Hier wordt een discussie gevoerd over mogelijke samenwerking of fusie met Gelderland.

De sterke identiteit van de inwoners met de eigen provincie is ook zichtbaar in de antwoorden op de vraag of het werk van de provincie net zo goed door het Rijk kan worden gedaan. In Friesland, Drenthe, Groningen, Limburg en Zeeland is er veel minder aanhang voor een dergelijke centralisatie dan in de overige provincies. Dat het werk van de provincie net zo goed door de gemeente kan worden gedaan, levert in Limburg de meeste support op: een derde deel van de Limburgers vindt dat de gemeente het werk van het gouvernement in Maastricht evengoed kan doen. In Gelderland is het kleinste deel (18 procent) van de inwoners van mening dat het werk van de provincie net zo goed door de gemeente gedaan kan worden.

Commissarissen

De Zeeuwse commissaris van de koningin en oud-minister Karla Peijs is van alle commissarissen onder de inwoners van de eigen provincie veruit het populairst: 93 procent van de Zeeuwen weet wat Peijs doet. Op eigen kracht weet slechts een tiende deel van de inwoners van de vier Randstadprovincies de naam van de eigen commissaris te noemen. Bij het noemen van de naam van Johan Remkes gaat bij een redelijk aantal Noord-Hollanders nog wel een lampje branden: een derde deel van de Noord-Hollanders weet dat de oud-VVD-minister hun commissaris van de koningin is. Veruit het onbekendst is de Utrechtse commissaris Roel Robbertsen.

Meest bekende gedeputeerde is de Limburgse PvdA-gedeputeerde Odile Wolfs. Zij vertrekt na de Statenverkiezingen van 2 maart na een bestuursperiode van 12 jaar. Limburg is ook de enige provincie waar minder dan de helft van de inwoners geen gedeputeerde bij naam kent. In de vier Randstadprovincies en Noord-Brabant kent meer dan 85 procent van de inwoners geen enkele gedeputeerde.

Een invloedrijk en bekend provinciaal CDA-politicus als de Overijsselse gedeputeerde Theo Rietkerk is in zijn provincie de meest bekende provinciaal bestuurder, maar het overgrote deel van de Overijsselse bevolking kent Rietkerk niet; slechts 29 procent van de inwoners van Overijssel weet dat Rietkerk hun gedeputeerde is. Rietkerk is wel aanzienlijk bekender dan de overige Overijsselse gedeputeerden, zoals Wolfs in Limburg ruim bekender is dan CDA-gedeputeerde Ger Driessen.

De meest onbekende gedeputeerde in Friesland (Hans Konst), Zeeland (Kees van Beveren) en Limburg (Jos Hessels) zijn in hun provincie veel bekender dan de bekendste gedeputeerden in Noord-Brabant, Flevoland, Zuid- Holland, Noord-Holland en Utrecht.

Zie voor de scores van alle gedeputeerden: www.binnenlandsbestuur.nl/onderzoekprovincies

Zie ook het artikel uit Binnenlands Bestuur nr. 7: Doener achter de schermen