Druk wordt meer wethouders te veel
Nooit eerder gaven, sinds de start van de nieuwe colleges, zoveel wethouders om persoonlijke of gezondheidsredenen er de brui aan.
Nooit eerder gaven, sinds de start van de nieuwe colleges, zoveel wethouders om persoonlijke of gezondheidsredenen er de brui aan. De druk op wethouders om te presteren lijkt te zwaar, zo valt op te maken uit onderzoek van De Collegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur.
Maar liefst 36 wethouders stopten in 2023 om persoonlijke redenen, een nooit vertoonde score sinds de start van het onderzoek naar het tussentijds vertrek van wethouders in 2002. Sinds de start van de nieuwe colleges zijn er al 56 wethouders die om persoonlijke redenen zijn gestopt. Dat is een verdubbeling ten opzichte van de vorige collegeperiode. Er zijn vijftien nieuwe wethouders die er binnen een jaar na de start mee stoppen. ‘Het wethouderschap vraagt meer van mij dan ik bij de start van het college heb verondersteld en is anders dan wat ik kan bieden’, vertelt Monique van Saane (Almelo, D66) als zij begin 2023 stopt.
Vijftien nieuwe wethouders stopten binnen een jaar
‘Ik ben tot de conclusie gekomen dat dit (het werk als wethouder-red.) meer van me vergt dan ik als persoon kan geven. Ik merkte dat dat ook steeds vaker ten koste ging van mijn gezondheid, misschien wel de belangrijkste randvoorwaarde om effectief te zijn in deze veeleisende functie. Om die reden leg ik mijn functie (als wethouder- red.) neer’, laat Robert ten Kate (CDA, Nederweert) optekenen.
‘Ik moet tot de conclusie komen dat het wethouderschap mij niet past. Het wringt bij mij tussen de werklast en mijn privéleven en gaat ten koste van mijn persoonlijk welzijn’, aldus Jacco Peter Hooiveld (Oss, VDG) als hij na een jaar wethouderschap stopt.
Er zijn ook wethouders, nieuw en ervaren die ermee stoppen omdat de zorg voor anderen belangrijker is dan de publieke functie waarvoor zij vol enthousiasme in 2022 zijn benoemd. Ali Dekker (Bunnik, D66) geeft de prioriteit aan de zorg voor haar man, moeder en kleinkind. Roland van Vugt (Altena, CDA) besluit te stoppen om in de luwte ruimte en rust voor zichzelf en zijn gezin te vinden. ‘Bij de start van de collegeperiode, ruim een jaar geleden, was ik mij bewust van de omvang en zwaarte van mijn portefeuille. Toch trekt deze belangrijke taak in de praktijk een te grote wissel op mij persoonlijk en daarmee op mijn gezin. Omdat zij vóór alles komen, kan ik niet anders dan kiezen voor dat belang’, verklaart Bob Vastenhoud (Leiderdorp, PvdA-GroenLinks) zijn stoppen in de zomer van 2023. René Zoetemelk (Voorschoten, CDA) stopt er tot verrassing van zijn fractie mee omdat het wethouderschap een te grote wissel trekt op zijn persoonlijke leven en gezondheid.
Intensief en belastend
Maar ook een tiental ervaren wethouders die nauwelijks een jaar nadat zij opnieuw wethouder zijn geworden, stoppen er mee. Twan Zopfi (Zundert, CDA) doet dat na vijf jaar wethouderschap. ‘Samenwerking is voor mij altijd het sleutelwoord en een drijfveer geweest. De afgelopen maanden is op veel vlakken energie gestoken in de nieuwe samenwerking. Dit heeft echter niet geleid tot een situatie die ik nodig heb om de rol en taak als wethouder met plezier en energie in te vullen.’
Peter Stultiens (Nuenen, W70), wethouder sinds 2018 stopt er in 2023 ook mee. Het wethouderschap kost hem ‘te veel kruim’. Ook heeft hij te weinig kennis van mobiliteit, bereikbaarheid en verkeersveiligheid, enkele nieuwe taken in zijn portefeuille als wethouder. Dat heeft er volgens Stultiens voor gezorgd dat ‘zijn energietank helemaal leeg’ is. Marc Jeuken (Geldrop-Mierlo, CDA): ‘Het continue gevoel niet geheel aan de verwachtingen te kunnen voldoen, breekt me op (..) Tussen 2018 en 2022 is meer dan de helft van de wethouders in Nederland tijdens de vorige raadsperiode afgetreden. De druk vanuit de maatschappij wordt steeds groter. De eerste jaren ervaar je die druk misschien wel, maar heb je wat meer absorptievermogen. Maar op een gegeven moment is de rek er wel uit.’
Op een gegeven moment is de rek er wel uit
Bij Gemma Tiedink (Duiven, Lokaal Alternatief) is de energie na vijf jaar wethouderschap ook op. ‘Iedereen is verrast, behalve de mensen in mijn directe omgeving. Die hebben gezien wat het wethouderschap vergt.’ De verklaringen van de stoppende wethouders tonen niet alleen hoe intensief en belastend het wethouderschap is. Het roept ook de vraag op of bij de benoeming van wethouders alle voor- en nadelen van het wethouderschap voldoende in beeld zijn.
Shula Rijxman (Amsterdam, D66), die politiek onder vuur ligt, stopt omdat zij tot de conclusie is gekomen dat het wethouderschap minder goed bij haar past dan zij van tevoren heeft gedacht. Marcel Steketee (Veere, HVV) keert terug naar zijn oude werkgever omdat hij te weinig steun ervaart voor zijn wethouderschap. ‘Het kost mij te veel energie om op deze weg door te gaan’. ‘Ik had andere verwachtingen bij het wethouderschap’, zegt Martien Krijger (Stedebroec, VVD) nadat hij de zomer van 2023 heeft gebruikt om zich af te vragen of één jaar wethouderschap een vervolg moet krijgen. Alette Zandbergen (Wijdemeren, De Lokale Partij) stopt ruim een half jaar na de start ook als wethouder. De werkomstandigheden trekken een te grote wissel op haar gezondheid. ‘Ik keek er naar uit om als wethouder aan de slag te gaan. Ik was vol ambitie en heb deze nog steeds maar constateer dat het wethouderschap en ik nu geen goede match zijn’. Andere wethouders leggen juist om gezondheidsredenen het wethouderschap neer. In 2023 zijn er 25 wethouders die om gezondheidsreden tijdelijk of definitief stoppen. Meestal is dat om medische redenen, soms ook omdat de spanning en de druk te veel wordt.
Alex Meij (Partij Veilig Maastricht) legt het wethouderschap neer om gezondheidsredenen als hij politiek kort daarvoor in opspraak is gekomen vanwege de verkoop van een woonstudio en een motie van afkeuring heeft gekregen. Korte tijd later maakt Meij bekend er per direct helemaal mee te stoppen. Het aantal wethouders dat in de huidige collegeperiode (2022-2026) om gezondheidsredenen afhaakt, is hoger dan ooit. Sinds de start van de colleges in 2022 zijn er 41 wethouders om gezondheidsredenen gestopt. Nooit eerder stopten er in de eerste anderhalf jaar na de start van de nieuwe colleges zoveel wethouders om die reden. Ook hier roept dat de vraag op of wethouders vooraf voldoende onderzocht en voorbereid zijn om het intensieve energievretende wethouderschap 24 uur per dag 7 dagen per week in een versplinterd politiek landschap uit te voeren.
Verhit klimaat
Politieke redenen zijn overigens nog altijd de belangrijkste valfactor voor het vertrek van wethouders. In 2023 kwamen er 89 wethouders om politieke redenen tijdelijk of definitief tussen de wielen. In totaal stopten 183 wethouders in 2023 politiek tijdelijk of definitief of om andere redenen, zoals de benoeming tot burgemeester, Kamerlid of vanwege het einde van hun interimschap. Met deze cijfers komt het jaar 2023 net aan in de top-tien. Ter vergelijking: in 2004 stopten 156 wethouders tijdelijk of definitief om politieke redenen. In 2004, 2012, 2019 en 2020 vertrokken jaarlijks meer dan tweehonderd wethouders om politieke of andere redenen als wethouder.
Van de 89 wethouders die politiek ten val kwamen, zijn er twaalf wethouders waarvan hun wijze van besturen te kort schoot in het verhitte lokale politieke klimaat. Voor Dick de Groot (Hart voor Oegstgeest) waren de omgangsvormen in de raadszaal de voornaamste reden voor zijn ontslag. Zijn werk als wethouder zag hij door de wijze van kritiek op zijn functioneren daarom niet meer zitten.
Ook bij deze groep van wethouders kan de vraag worden gesteld of vooraf voldoende is nagedacht over welke eisen het wethouderschap stelt. Cor Quint (Schagen, Seniorenpartij) nam ontslag omdat het hem niet lukt op de juiste wijze het debat te voeren in en met de raad. Enes Yigit (Rotterdam, DENK) kreeg bakken met kritiek en werd verweten ‘totaal ongeschikt’ te zijn als wethouder. Tatjana Sormuz (Voorne aan Zee, BVNL) slaagde erin om binnen goed vier maanden weggestuurd te worden omdat zij tekortschiet in haar informatievoorziening aan de raad en uitspraken doet die in tegenspraak zijn met eerdere toezeggingen en afspraken.
En Marlou van Beek (VVD) verliest binnen vijf maanden het vertrouwen van haar collega-wethouders en wordt met een motie van wantrouwen door de raad de deur gewezen. Van Beek wordt verweten onhoudbare beloften te doen en dat er met haar niet te werken valt. Traditioneel is integriteit de meest spraakmakende valfactor voor wethouders. Opvallend is dat in het afgelopen jaar slechts een drietal wethouders op integriteit ten val kwam: Ufuk Kâhya (Den Bosch, GroenLinks, vanwege berichten over grensoverschrijdend gedrag jegens de eigen ambtenaren), Marion Breij (Lokaal Landsmeer, vanwege de vermenging van politieke en persoonlijke belangen) en Toine van de Ven (Vught, PvdA/GroenLinks, vanwege geruchten over een buitenechtelijke affaire met een ex-raadslid).
Herstel verhoudingen
De score van slechts 89 wethouders die om politieke redenen tijdelijk of definitief ten val zijn gekomen, betekent dat de huidige collegeperiode qua valpartijen van wethouders niet te vergelijken is met de vorige. In 2019, het eerste volledige jaar in de vorige collegeperiode, kwam een recordaantal van 126 wethouders ten val. Het afgelopen jaar gaf een gemiddeld aantal van 19 gemeenten te zien waar de coalities tot een breuk kwamen.
De reden daarvoor waren verstoorde verhoudingen en onoverkomelijke verschillen van inzicht. Opvallend daarbij was dat in een jaar dat het kabinet-Rutte-IV ten val kwam op asielbeleid in een drietal gemeenten de opvang van asielzoekers ook tot valpartijen van coalities leidde: Alkmaar, Goes en Midden-Delfland. In Goeree- Overflakkee leidde het tot een breuk en afsplitsing in de grootste lokale coalitiepartij. Wat het politieke leven voor wethouders in de gemeenten met een coalitiebreuk onzeker en belastend maakt, is dat het herstel van verhoudingen vaak maanden vergt. De reden: een versplinterd politiek landschap en verstoorde persoonlijke verhoudingen.
Uitschieters zijn Goirle en Noordwijk, waar de zoektocht naar een nieuwe coalitie zo’n vijf maanden duurde. Hellendoorn spant de kroon want sinds het uiteenvallen van de fractie van absolute verkiezingswinnaar Lokaal Hellendoorn, vlak voor de Kerst 2022, is er sprake van een vrijwel permanente bestuurlijke crisis in deze Overijsselse plattelandsgemeente en probeert inmiddels de derde informateur de kluwen te ontwarren. Gea Oord (partijloos) en Peter Lage Venterink (GroenLinks) zijn los van elkaar in 2023 opgestapt. De twee overgebleven wethouders, Annemarie Dubbink (partijloos) en Egbert Nijenbanning (VVD) blijven maar zeggen ook: ‘Mocht in het belang van Hellendoorn de vraag aan de orde komen of wij bereid zijn om plaats te maken, dan werken wij hieraan mee’.
Verantwoording
Het Wethoudersonderzoek 2023 is uitgevoerd door DeCollegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur. De gegevens zijn verzameld op basis van publicaties op websites van (regionale) dagbladen, nieuwsmedia, politieke partijen en alle gemeenten. Voor meer informatie, zie: www.decollegetafel.nl
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.