Polderen holt de democratie uit
Het huidige polderen ondermijnt ons democratisch stelsel, betoogt columnist Piet van Mourik
Sinds de overheid terug is getreden is haar succes vooral machteloosheid. Als alternatief voor gebrek aan daadkracht en actie wordt het poldermodel geroemd. Mythische verhalen over de gezamenlijke dijkwerken in de Middeleeuwen doen erbij de ronde. Intussen wordt het poldermodel door slimme partijen misbruikt om ten koste van het algemeen belang hun gelijk te halen
Toegegeven. Polderen kan leiden tot in beeld brengen van belangen van alle partijen. Goed begeleid krijgt zo iedereen een stukje van de gelijkheidskoek. Tegenwoordig met alle deskundigheid op het gebied van beïnvloeding worden de kaarten heel anders geschud. Neem bijvoorbeeld de lobbydruk rond de woningtekorten.
De bouwwereld stelt zich op als enige partij die erover gaat. Ze pleit voor een ‘taskforce’. Bouwen, bouwen, bouwen als devies. Rijk, gemeenten en marktpartijen gaan samen de woningproductie aanjagen. De taskforce moet gebieden aanwijzen waar extra gebouwd kan worden. Dit doet het goed bij het huidige neoliberale sturingsparadigma. Het klinkt aardig waardoor het net lijkt alsof het bouwschaap in wolfskleren het zielig vindt dat mensen met een gewone baan anders geen huis meer kunnen krijgen tegen een normale prijs.
Dit spreekt de beteuterde facebooklezer aan. Dan de adder. Maatschappelijke eisen die gesteld worden frustreren de bouwers. Normale planeisen waardoor ook sociale huurders fatsoenlijk stedelijk kunnen wonen met parkeren onder de grond vinden ze flauwekul. Snel bouwen in het groen. Daar gaat het om. Vandaar dat in hun ogen het rijk onontbeerlijk mee moet draaien in de taskforce. Deze heeft niet goed begrepen dat ze zo voor het karretje wordt gespannen om het gezeik van dwarsliggende gemeentes te breken.
Ook de bouwwereld weet best dat er behoefte is aan meer stedelijk wonen. En dat dit niet alleen maar studenten, hoog opgeleide starters en bakfietsgezinnen zijn. Weliswaar willen de meesten een huisje-boompje-beestje woonplek dat om meer rust, meer woonruimte, groen en veilige speelplekken vraagt. Maar dan wel dicht bij hun werk in de stad met voor hun vrijetijd groene open gebieden er direct buiten. Door transformeren van binnenstedelijke bedrijventerreinen naar woningen en slim omgaan met na-oorlogse stedelijke wijken is hiervoor ruimte zat.
Intussen zwellen gelegenheidsargumenten voor bouwen in het groen steeds luider aan. Bouwers klagen met zware termen als ‘woningcrisis’ heftig over langdurige procedures rond onteigening, vergunningen, geluidnormen, parkeernormen, “zwabberend” beleid, politieke onzekerheid, te weinig ambtelijke expertise en continuïteit, onrendabele toppen, hoge kosten door uitplaatsing bedrijven, proces-, advies- en infrastructuurkosten en kosten door grondspeculatie. Zo dreigen ze door hun gereutel hun zin te krijgen.
Kortom: Het huidige polderen ondermijnt ons democratisch stelsel. De door communicatieprofessionals aangevuurde marktpartijen krijgen veel te veel ruimte. Dat de hoofdstad met de bouwers een “intentieovereenkomst” tekent om 10.000 betaalbare huurhuizen klinkt fantastisch maar spant het paard achter de wagen. De woningonttrekking is niet bij te houden. Elke grootstedelijke makelaar kan vertellen dat bij een woningbezichtiging de overbieding soms tot een ton oploopt en de voertaal engels is.
First things first. Juist bij deze polderuitwas hoort het rijk wel stevig het voortouw te nemen door wettelijk hard in de marktspelregels in te grijpen. Maak zo gemeenten weer sterk door te helpen met boter-bij-de-vis regels die speculatie om zeep helpen. Het schiet al een stuk op met zware boetes op woningonttrekking voor AirBnB, invoeren van huurprijs gekoppelde huisvestingsvergunningen en zelfbewoningsplicht. En uiteraard mag de bouwwereld in ons poldergeweld meedenken. Zolang het daar maar bij blijft.
Piet van Mourik
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.