Pleidooi voor fusie rekenkamers
Om de kwaliteit te borgen, kunnen veel rekenkamers maar beter fuseren. Dat vindt Bart Noordam, scheidend voorzitter van de Randstedelijke Rekenkamer.
Bart Noordam, directeur van de Randstedelijke Rekenkamer, heeft bij zijn vertrek de knuppel in het hoenderhok gegooid. 'Nederland', zo zei hij op zijn afscheidssymposium, 'heeft veel te veel rekenkamers: meer dan 220. Om kwaliteit te borgen voor een redelijke prijs zal er een fusiegolf moeten volgen.'
Noordam pleit in elk geval voor een fusie van provinciale rekenkamers. Dat zijn er nu nog vijf. De kwaliteit van de onderzoeken zal door een fusie hoger worden, onder andere vanwege de mogelijkheid van verdere onderlinge vergelijking van de provincies. Bovendien kan zo'n rekenkamer een groter team van specialisten inzetten.
'Eén grote provinciale rekenkamer kan zich ook sterker profileren richting rijk om te bepleiten dat de regeldruk naar provincies afneemt of dat de inrichting van nieuwe provinciale taken - zoals jeugdzorg - effectiever wordt', stelt hij. Een grote rekenkamer zou ook minder kwetsbaar zijn voor personeelsfluctuaties. 'Sommige rekenkamers zijn klein, heel klein. Een grotere organisatie kan met veel minder middelen de gewenste hoge kwaliteit leveren, met beperkte externe inhuur.'
Niet verdwijnen
Verdwijnen moeten de rekenkamers in geen geval, meent Noordam. 'Ze zijn de tandartsen van het openbaar bestuur. Het is niet leuk om elke zes maanden weer zo'n aankondiging van een controle door de tandarts te krijgen. Maar het draagt wel bij aan een goed gebit. Het belangrijkste wat een tandarts bij een controle bereikt is niet het eenmalige reinigen, maar wel dat de cliënt de komende zes maanden weer met overgave zijn tanden poetst. Je kunt je bezoek aan de tandarts wel uitstellen, maar dat helpt je gebit niet. De tandarts wacht wel.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.