Voor BBB is stikstof geen breekijzer
Wat zijn de gevolgen van de verwachte opmars van de BBB voor het stikstofbeleid van provincies?
Wat zijn de gevolgen van de verwachte opmars van de BBB voor het stikstofbeleid van provincies? In Gelderland stelt lijsttrekker Rik Loeters zich vooralsnog schappelijk op. Maar experts achten verdere aanscherping van het provinciaal beleid onontkoombaar.
Eén ding is duidelijk: als de BoerBurgerBeweging (BBB) na de Statenverkiezingen van 15 maart zoals verwacht een stevige positie verovert in de provincies, zal er geen revolutie uitbreken. Neem de cruciale provincie Gelderland, waar qua oppervlak de helft van de Natura 2000-gebieden ligt. Daar is de afgelopen vier jaar door CDA-gedeputeerde Peter Drenth gezocht naar een uitweg uit de stikstofcrisis, die in 2019 begon met het torpederen van het toenmalige Programma Aanpak Stikstof (PAS) door de Raad van State. Peter Drenth is nu opnieuw de lijsttrekker van het CDA en wil zijn werk voortzetten. ‘Daar kan ik niet tegenaan schoppen’, zegt BBB-lijsttrekker Rik Loeters vanuit Oostenrijk over die Gelderse aanpak. Loeters is nog een weekje met zijn gezin op wintersportvakantie. Die reis had hij al geboekt voor hij in november tot de provinciale voorman van zijn partij werd verkozen.
Boerenzoon Loeters, die een handelsbedrijf in melkproducten heeft, vertrok in 2019 bij het CDA nadat de stikstofbom juridisch was ontploft. In zijn ogen nam zijn oude partij als coalitiegenoot in het kabinet-Rutte het onvoldoende op voor de boeren. Maar de Gelderse lijn van Peter Drenth, met nadruk op vrijwillige uitkoop en het stimuleren van technische innovaties op het boerenerf, krijgt wél zijn goedkeuring. ‘Het belangrijkste is dat het coalitiebestuur bleef inzetten op het jaar 2035 uit de stikstofwet, en niet op het jaar 2030 uit het coalitieakkoord.’
Wie de lokale verkiezingsprogramma’s van de BBB leest in de provincies waar de partij het goed zal doen, leest constructieve teksten. Ja, onteigening van boerenbedrijven is geen optie. De focus op stikstofemissies moet worden verruild voor een focus op geobserveerde natuurkwaliteit van natuurgebieden. En berekeningen met stikstofmodellen moeten plaats maken voor metingen. Maar de BBB wil zich aan de wet houden. ‘Zolang deze wet niet van tafel is, hebben we ermee te dealen’, zegt Loeters.
Het is nu vooral het tempo waar de grootste politieke strijd om plaatsvindt. In de huidige stikstofwet zit een harde resultaatverplichting: in 2025 moet 40 procent van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde (kdw) zitten. In 2030 50 procent en in 2035 74 procent. In de Tweede Kamer dienden BBB en JA21 begin februari een initiatiefnota in om deze harde grenspalen te verwijderen. Tegelijkertijd stapte Greenpeace naar de rechter om het kabinet juist tot nog strakkere tijdsdoelen te dwingen. Volgens Greenpeace kunnen meerdere Natura 2000-gebieden niet nog langer wachten.
Onmogelijk
Wie kijkt naar de planning, ziet dat het nagenoeg onmogelijk is het eerste stikstofdoel van 2025 te halen. Op 1 juli dit jaar moeten de provincies hun gebiedsplannen indienen bij het ministerie van Landbouw. Vanaf 2024 komt dan de bijna 25 miljard euro vrij van het Transitiefonds, waarop de provincies een beroep kunnen doen. Dat betekent dat de provincies minder dan een jaar hebben voor de eerste deadline afloopt: om gebiedsplannen werkelijkheid te maken, extra boerderijen uit te kopen en stalaanpassingen te regelen.
Het is nagenoeg onmogelijk om het beoogde stikstofdoel van 2025 te halen
‘Het is vrijwel onmogelijk dat goed te doen’, zegt nauw betrokken onderzoeker Gerard Ros van Wageningen University & Research en het adviesbureau Nutriënten Management Instituut (NMI). Ook Johan Vollenbroek, zelf een Gelderlander en voorman van actiegroep MOB, gelooft niet dat het doel van 2025 gehaald zal worden. En wat gaat er gebeuren als die deadline doelloos verloopt? ‘Natuurlijk gaan clubs dan naar de rechter’, reageert hij. ‘Als Greenpeace het niet doet, doen wij het wel.’
Sander Kole, natuurjurist aan de Open Universiteit, beseft al evenzeer dat de deadline van 2025 onhaalbaar is. ‘Als je kijkt wat er tot dusver is gebeurd, kan ik kort wezen: eigenlijk is er nog niet eens een begin gemaakt van de uitvoering van de maatregelen die nodig zijn om dat doel te realiseren. Ik vermoed eerlijk gezegd dat het merendeel van de provincies die gebiedsplannen niet voor 1 juli klaar heeft.’
Wat de zaak niet overzichtelijker maakt, is dat minister Van der Wal van Natuur & Stikstof kortgeleden liet weten dat ze drie deskundigen laat kijken naar een alternatief voor de kdw. Vollenbroek heeft dit Van der Wal en minister Jetten van Economie & Klimaat afgeraden. ‘Als je de kdw uit de wet haalt, kan geen enkele natuurvergunning meer worden verleend’, zegt hij. ‘Dan kan de rechter nergens meer aan toetsen wat stikstof betreft. Het is alsof je de kilometerteller uit je auto haalt, omdat je toch al te hard rijdt.’
Het landelijke doel voor 2025 lijkt dus onrealistisch. Maar dat geldt niet per se voor het Gelderse doel voor datzelfde jaar, vindt gedeputeerde Peter Drenth. Volgens hem staan alle partijen in Gelderland in de startblokken, maar het startschot klinkt alsmaar niet. ‘In de zomer van 2021 is het pakket Gelderse Maatregelen Stikstof vastgesteld’, vertelt hij. ‘Ons eerste doel is om in 2025 in alle economische sectoren 25 procent aan stikstofreductie te realiseren.
Alles met elkaar hebben we er 50 miljoen in zitten. Wij hebben een aantal kalverhouderijen opgekocht, breed geïnvesteerd in innovatiemaatregelen: in stalsystemen die voorkomen dat het stikstofprobleem ontstaat, maar ook in ‘zonvarken’; een nieuwe manier van varkenshouden. Daar zijn we zelf mee aan gang gegaan, omdat het rijk er niet mee af kwam. We hadden nog veel meer bedrijven willen opkopen, want honderden boeren willen stoppen en hun boerderij aanbieden. Maar dat kan niet, omdat dat daar het probleem van staatssteun op zit. De minister is met dat probleem bezig in Brussel. Dat vind ik erg frustrerend. We doen dit omdat we afspraken met Europa hebben. Dan denk ik: doe niet zo ingewikkeld, Europese Commissie. Neem een beslissing en klaar is Kees.’
Deadline
‘Natuurlijk houdt die deadline van 2025 mij bezig’, zegt Drenth. ‘Je wilt juist uit dit moeras komen en er niet dieper inzakken. Maar alle discussies over data en doelen die in nota’s staan – dat zal allemaal wel. Volgens mij wordt dit doel pas gehaald als we búíten wat doen. Elke maand dat alles strandt op die staatssteunregels is een maand minder. Elke week krijg ik appjes van boeren: is er al licht aan de horizon? Iedereen zit ook te wachten op het Transitiefonds. We zijn zelf maar met provinciaal geld een subsidieregeling begonnen. Als je weet hoe je stikstof en methaan kunt reduceren, wil je boeren een alternatief verdienmodel aanbieden.
De derogatie is er nu af, maar het extra afvoeren van mest kost geld. Er zijn initiatieven tot circulaire mestverwerking die gas opleveren, wat kansen biedt voor gaslevering aan huishoudens en industrie. Maar mest geldt nu nog als ‘afvalstof’. Gelukkig heeft het Europees Parlement gezegd tegen de Europese Commissie: maak daar werk van. Als je mest vergist, krijg je groen gas. Haal je het water uit het restproduct, dan houd je een residu over dat we digestaat noemen: een geweldige kunstmestvervanger. Omdat digestaat geldt als afval, mag je het alleen niet circulair gebruiken. Dat soort dingen zorgt ervoor dat we buiten niet al fors meters maken.’
BBB’er Rik Loeters pleit te midden van al het gekrakeel rond de ‘stikstofcrisis’ voor de terugkeer van het gezonde verstand. Als voorbeeld noemt hij het einde van de derogatie: de Brusselse uitzondering voor Nederlandse boeren om extra dierlijke mest per hectare uit te rijden. Hij verwijst naar Wageningen-onderzoeker Herman de Boer, die stelt dat de nitraatuitspoeling van kunstmest in het geval van grasland hoger is dan van drijfmest. Dat betekent dat het einde van de derogatie juist averechts kan werken op de Nederlandse waterkwaliteit, als de kleinere hoeveelheid dierlijk mest wordt gecompenseerd met andere meststoffen.
Ook landbouwdeskundige Gerard Ros benadrukt het belang om oog te houden voor elkaar tegenwerkende beleidsmaatregelen. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied, oftewel de integrale transitievisie van het huidige kabinet op het platteland, stelt namelijk niet alleen doelen voor stikstof. Binnen dit programma moeten ook oplossingen gevonden worden voor waterkwaliteit, waterkwantiteit, bodemkwaliteit en klimaatverandering. Wordt de tijdsdruk te groot, zegt Ros, dan groeit het risico dat die verschillende beleidsdoelen elkaar gaan bijten.
Ros denkt dat een inkrimping van het aantal productiedieren onvermijdelijk zal blijken, met name om de klimaatdoelen voor 2050 te halen. Er zal niet alleen minder ammoniak, maar ook minder methaan en lachgas in de atmosfeer moeten verdwijnen. Alleen biedt een kleinere veestapel niet meteen soelaas voor de stikstofbelasting van de Nederlandse natuur. ‘Een groot deel van de mest wordt naar het buitenland geëxporteerd’, zegt hij. ‘Als je het aantal dieren verkleint, stopt allereerst die mestexport. De hoeveelheid toegediende mest in Nederland zelf blijft nog even hoog.’
Waterpeil
Een ander dilemma: ‘In veenweidegebieden zal vanwege het klimaat het waterpeil omhoog worden gebracht. Maar als dat gebeurt, komt meer fosfaat uit de bodem in het water terecht. Dat is ongewenst voor de biologie van de sloot. Als je daarnaast op zand- en kleigronden meer koolstof in de bodem wilt vasthouden, met oog op de kwaliteit van de bodem en het klimaat, betekent dat ook extra stikstof in de bodem. Die stikstof kan vervolgens uitspoelen naar het grondwater. Dat bekent dat als je goed voor de bodem wilt zorgen, je ook mitigerende maatregelen moet uitvoeren voor die indirecte effecten op het grondwater.’
Actievoerders vrezen dat pijnlijke keuzes worden uitgesteld
Haast kan dus leiden tot slecht beleid, vreest hij. Tegelijkertijd vrezen actievoerders als Johan Vollenbroek op hun beurt dat beleidsmakers alles aangrijpen om pijnlijke keuzes uit te stellen. Hij vertelt over gesprekken die hij voerde met boerenactiegroepen Agractie en Farmers Defence Force. Vollenbroeks MOB is namelijk principieel pragmatisch: geen enkele samenwerking is uitgesloten, zolang die maar de belangen dient van natuur en klimaat. Maar Farmers Defence Force wil de kdw van tafel, wat voor MOB een breekpunt is.
Vollenbroek gelooft niet dat een alternatief heilzaam kan zijn voor de natuur. Ook in ‘sprookjes’ over technische innovaties op het boerenerf heeft hij het geloof verloren. ‘Al tien jaar zijn tientallen miljoenen aan subsidies, misschien wel meer, verstrekt aan zogenaamde ammoniak-arme stallen en tovervloeren. Die blijken allemaal tegen te vallen. Soms is de uitstoot nog groter dan van de gewone stallen.’ Bovendien is er geen technische innovatie, zegt hij, die iets bijdraagt aan de klimaatdoelen die de landbouw moet halen.
De tijdshorizon van de stikstofwet is smal. Vollenbroek wil de harde keuzes nu, niet later. Volgens natuurjurist Sander Kole zit Brussel er ook zo in. ‘Je noemt natuurorganisaties die op het vinkentouw zitten om nieuwe procedures te beginnen. Maar ik weet dat ook de Europese Commissie kritisch zit te kijken. In Brussel is alle rek eruit. Als ons stikstofbeleid op de lange baan geschoven wordt, verwacht ik wel stappen: dat de Europese Commissie Nederland eerst informeel met een brief gaat dagen. Als daar onvoldoende op wordt gereageerd, kan de Commissie naar het Europese Hof van Justitie stappen, waarbij Nederland in gebreke gesteld kan worden. Daarna kunnen er zelfs dwangsommen volgen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.