Overheid moet voortouw nemen tegen witwassen
Een nationaal coördinator moet de strijd aanbinden met criminele praktijken.
De overheid moet de regie pakken in de strijd tegen witwassen. Met die oproep komt een brede coalitie van onder meer banken, makelaars en notarissen. Ze pleiten voor de komst van een nationale coördinator vanuit de overheid, omdat het in de Nederlandse antiwitwasaanpak nu zou ontbreken aan "duidelijke sturing en prioritering".
Extra investeringen
'Criminelen tegenhouden lukt alleen als ook de overheid extra investeert om meldingen nader onder de loep te nemen, de boeven daadwerkelijk op te pakken en dit terug te koppelen aan de poortwachters', zeggen ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland, die bij deze oproep in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen samen optrekken met bankenkoepel NVB, het Verbond van Verzekeraars, notarisorganisatie KNB, de vereniging van trustkantoren Holland Quaestor en makelaarsclubs NVM en VBO.
Conflicterende regels
Probleem is volgens de organisaties dat ze kampen met conflicterende wet- en regelgeving, wat hen naar eigen zeggen belemmert bij hun rol als 'poortwachter' van het financiële stelsel. Ze willen graag toewerken naar een onderling waarschuwingssysteem, zoals de banken en verzekeraars dat al kennen bij het tegengaan van fraude. Ook willen ze onderling meer informatie kunnen uitwisselen. Maar dat staat op gespannen voet met bijvoorbeeld de bescherming van privacy.
Niet effectief
Door de belemmeringen zou er nu niet efficiënt en effectief kunnen worden gewerkt. 'Bonafide ondernemers lijden hieronder en criminelen kunnen vrijwel ongestoord hun gang gaan via ondergrondse bankiers', klinkt het. Nu moet de koper van een huis bij de makelaar, bank en notaris ook iedere keer opnieuw dezelfde gegevens aanleveren. Banken zien zich soms ook genoodzaakt om harder tegen mogelijk witwassen op te treden dan nodig zou zijn, bijvoorbeeld door bepaalde klanten diensten te weigeren.
Honderden miljoenen
De witwasregels zorgen al jaren voor problemen in de financiële sector. ING en ABN AMRO moesten eerder al honderden miljoenen euro's aan boetes betalen, omdat ze tekortschoten bij het tegengaan van witwassen. Ook voor andere banken dreigen nog boetes. Er wordt bij toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) inmiddels wel gewerkt aan een 'meer risicogebaseerde benadering' voor de bestrijding van witwassen. Dat zou moeten helpen voorkomen dat te strenge controles leiden tot het onnodig weigeren of hinderen van klanten. Maar dat neemt niet weg dat banken nog altijd heel veel kosten moeten maken voor het nalopen van klanten en transacties. Zelf denken de banken dat de aanpak slimmer kan. (ANP)
Datzelfde geldt voor de bemoeienis van columnisten over het niveau van de spaarrenten.
Daarbij wordt o.m. het volgende over het hoofd gezien:
1. het gaat veel om de grotere multinationals met een enorm aantal werknemers en de daarbij horende grote risico's (o.a. ook zeer hoge kosten voor bestrijding van witwassen).
2. het gaat over het algemeen om tijdelijk hogere winsten. Oliebedrijven zitten bovendien in de transitie van fossiele naar niet fossiele brandstoffen. De banken en oliebedrijven hebben recent ook minder winstgevende en/of verliesgevende jaren achter de rug.
3. als argument bij de banken wordt soms gebruikt dat zij na de bankencrisis hun bestaan te danken hebben aan de Overheid. Gemakshalve wordt dan vergeten dat het bijvoorbeeld bij de ING-bank ging om een kortdurende geldlening tegen 14% (!) per jaar. Daar heeft de Overheid dus zelfs fors winst gemaakt. Als er wordt gekeken naar een winstoverzicht van de banken is er helemaal geen sprake van overwinsten (zie het VEB-beleggersblad Effect september 2023).
4. de eigendom van alle genoemde bedrijven berust bij de beleggers (het is dus geen eigendom van de staat!) en het is al helemaal niet onredelijk als die een redelijk dividend ontvangen op het door hun geïnvesteerde kapitaal (en risico!). Bij langdurige belegging is er sprake van een rendement van niet meer dan 3% à 4% per jaar (vóór inflatie).
5. vaststelling van rente is een commerciële beslissing en géén overheidsbeslissing. Per land kunnen hierdoor verschillen ontstaan in het niveau van de spaarrente. Bij hoge(re) rentepercentages in het buitenland moeten ook de (extra) risico's worden ingecalculeerd.
In plaats van alleen maar voor eigen parochie (zak) preken is wel enige nuance bij deze materie noodzakelijk.