‘Morele leegte in Tilburg’
Het Tilburgse college schuift de verantwoordelijkheid voor het dodelijke ongeluk in Zwembad Reeshof ten onrechte af op ambtenaren.
Het Tilburgse college schuift de verantwoordelijkheid voor het dodelijke ongeluk in Zwembad Reeshof ten onrechte af op ambtenaren. Na het vernietigende oordeel van de rechtbank had het college volgens oud-gemeentesecretaris van de stad Fred Meeder beschaamd moeten opstappen.
Oud-gemeentesecretaris Fred Meeder over nasleep zwembadongeluk
De verroeste moeren en bouten begeven het na talloze waarschuwingen uiteindelijk op 1 november 2011. Twee luidsprekers vallen uit het plafond van het Tilburgse Reeshofbad. In het peuterbad raakt een moeder zwaargewond; haar vijf maanden oude dochtertje overlijdt die avond in het ziekenhuis.
PriceWaterhouseCoopers maakt een rapport waarin staat dat gemeentemedewerkers hun verantwoordelijkheid niet hadden genomen, dat er een cultuur bestond waarin dit ook niet werd bevorderd en dat er geen sluitende afspraken waren over het onderhoud.
De gemeenteraad vergadert in april 2012 zes uur over het rapport waarbij wethouder Möller (VVD, vastgoed) zegt: ‘Ik treed niet af. Ik heb mezelf de vraag gesteld of ik het had kunnen weten en of ik het had moeten weten. Op beide vragen is het antwoord: nee.’
Ook burgemeester Noordanus (PvdA) vindt opstappen niet nodig. Het zou een ‘te enge uitleg’ zijn van het begrip bestuurlijke verantwoordelijkheid.
Oud-gemeentesecretaris van Tilburg Fred Meeder (78) weet niet wat hij meemaakt. Meeder stond in de jaren tachtig aan de wieg van het bejubelde Tilburgse bedrijfsmatige model, met zijn systeem van bestuursopdrachten, regelmatige terugkoppeling, bijsturing en verantwoording. Hij klimt in de pen en schrijft in april 2012 een brief waaraan menig gemeenteapparaat stilistisch een puntje kan zuigen. ‘En dat doe ik echt niet om de haverklap’, verontschuldigt hij zich. ‘Dit was sinds mijn pensionering de vierde brief aan de gemeente, de andere drie waren reacties op bewonersbrieven.’
Slordig en traag
Hij krijgt geen antwoord. Zijn eigen kleindochter heeft vaak in het peuterbad gespeeld, maar dat is niet de reden van zijn schrijven.
Fred Meeder: ‘Het gemeente bestuur was er als de kippen bij om de betrokken ambtenaren een draai om hun oren te geven. Een manager werd voorwaardelijk ontslagen, twee andere ontdane ambtenaren waren ziek thuis dus die zouden later wat te horen krijgen en met elf andere ambtenaren zou over hun functioneren worden gepraat. Diensten waren volgens de burgemeester slordig en traag. Maar wie is daarvoor verantwoordelijk? Wel ambtenaren straffen en zelf de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het toezichtsfalen ontlopen?’ Een falend toezicht dat volgens Meeder ‘gevaarlijk dicht’ in de buurt van dood door schuld kwam.
En welk oordeel velt de meervoudige strafkamer van de rechtbank West- Brabant- Zeeland dit jaar over het dodelijke ongeval in het zwembad? Zij veroordeelt op 5 juli Tilburg voor ‘dood door schuld doordat zij grovelijk onachtzaam en nalatig heeft gehandeld in de aanloop naar een dodelijk ongeval in zwembad Reeshof.’
Vanaf 2006 werd de gemeente meerdere keren gewaarschuwd voor doorroesting van de bouten en moeren van de geluidsbox. In april 2011 ontving de gemeente nog een rapport waarin stond dat bouten direct vervangen moesten worden. Ook hieraan gaf de gemeente geen gehoor. De gemeente had de organisatie niet goed op orde en de alarmbellen hadden moeten rinkelen, aldus de rechtbank. ‘Maximale geldboete opgelegd’, aldus de rechtbank.
Vonden Openbaar Ministerie en verdediging van de gemeente dat er ‘slechts’ sprake was van nalatigheid en niet van grove schuld, de rechtbank oordeelde daar gans anders over en verhoogde de boete van de eis van 60 duizend naar 76 duizend euro. ‘Dat is uniek en geeft de ernst weer van het gemeentelijke falen’, zegt Meeder.
Hij schrijft een tweede brief aan college en gemeenteraad van Tilburg. Wordt het na dit harde vonnis niet tijd om moreel leiderschap te tonen, vraagt hij zich af. ‘Dat de gemeente als rechtspersoon een boete heeft gekregen, is begrijpelijk, zo zit ons rechtssysteem terecht in elkaar, maar het is onbegrijpelijk dat de bestuurlijk verantwoordelijken voor de dood van de baby door schuld na dit vonnis gewoon overgaan tot de orde van de dag.’
Zoenoffer
De rechtbank rekent de nalatigheid van de betrokken gemeentemedewerkers toe aan de gemeente. De wethouder is verantwoordelijk maar blijft zitten en de raad kijkt toe. ‘We aanvaarden de verantwoordelijkheid’, citeert Meeder burgemeester Noordanus.
Maar over welke verantwoordelijkheid heeft hij het?, vraagt Meeder zich af. ‘Dat Tilburg netjes die 76 duizend euro van de vestzak naar de broekzak overmaakt? Als dat tot een dodelijk slachtoffer leidt, en je kent de voorgeschiedenis, dan is op zijn minst een zoenoffer op zijn plaats.’ Burgemeester Noordanus meldt ten tijde van de rechtszitting ook dat naar aanleiding van het zwembaddrama voor 4,6 miljoen euro verbeteringen zijn aangebracht aan gemeentegebouwen om ongelukken te voorkomen.
Fred Meeder: ‘Hoe onnozel kun je zijn om te denken dat je met dat geld het probleem oplost? Geld was niet het probleem, de reparatie aan het plafond van het zwembad zou 1.300 euro hebben gekost, maar het gebrek aan alertheid en betrokkenheid was het probleem. Zegt een alerte en betrokken wethouder met vastgoed in zijn portefeuille dat hij het niet had kunnen en moeten weten? Een half jaar voor het ongeluk ontving de gemeente een waarschuwing met een foto van de ophanging. Er gebeurde niets. Niemand heeft mij aannemelijk kunnen maken dat het stadsbestuur met dezelfde mensen nu wél betrokken en alert is.’
Heeft het Tilburgse college dan gepoogd hem daarvan te overtuigen? Heeft een raadslid gereageerd? Is de voormalige gemeentesecretaris na zijn tweede brief nu wel op de koffie, casu quo matje, geroepen? Fred Meeder: ‘Nee hoor, niemand heeft wat laten horen. Het dualisme is ritueel in Tilburg. De raad wilde ook geen raadsonderzoek naar het drama in het zwembad.
Als bejaarde slaag ik erin om in een verloren uurtje even relevante als brisante informatie boven water te krijgen. Waarom voelt niemand zich in de gemeenteraad tot een zelfde inspanning geroepen? Waaraan schort het? Werklust? Inventiviteit? Oplettendheid? Bekommernis? Ik schreef de raad: alle vier, naar ik vrees.’
En het college? ‘Ook niet. Hun stilzwijgendheid is veelzeggend. De gemeente heeft haar mond vol van burgerparticipatie en heeft er zelfs een discussienota over geproduceerd, maar het zijn loze woorden. Ik heb weleens geprobeerd om een inhoudelijke reactie te krijgen, maar dat is nooit gelukt.’
Beroepseer
De gemeente Tilburg heeft gefaald, maar de provincie Noord-Brabant gaat ook niet vrijuit, meent oud-gemeentesecretaris Meeder. ‘Inspecteurs van de provincie hebben keer op keer gewaarschuwd voor de gevaren en vervolgens vertrokken ze. Het moet toch tegen je beroepseer zijn dat je waarschuwingen in de wind worden geslagen? Dan spring je toch uit je vel en maak je stampei? Voor de inspecteurs van de provincie was het kennelijk ook een verplicht rondje langs de velden.
“De inspecties zijn uitgevoerd. We zien geen aanleiding om de controles op een andere manier te gaan uitvoeren”, zei een provinciewoordvoerder. De rechtbank heeft het over hokjesdenken. Verantwoordelijkheden werden afgeschoven en het hogere management was laks.’
Waarom stond de veiligheid in het zwembad ‘bij niemand op het netvlies’, zoals de rechtbank schreef? Wat schortte eraan? Fred Meeder: ‘De betrokkenheid was er niet. Afgelopen juni dook een tevredenheidsonderzoek op dat de gemeente Tilburg onder haar medewerkers had georganiseerd, waaruit bleek dat het werkplezier de afgelopen drie jaar is afgenomen. De resultaten waren volgens een voorlichter van de gemeente in het Brabants Dagblad pas in september rijp voor externe publicatie, want de “resultaten moesten eerst zorgvuldig worden besproken en geduid”.
Dan weet je het wel. De informatievoorziening was blijven steken op een 5,1. Het werkplezier was afgenomen, net als de resultaatgerichtheid. Zo gek is dat niet als je als gemeentemedewerker ziet hoe je collega’s een draai om hun oren krijgen van bestuurders die met schijnbewegingen aan het pluche blijven kleven.’
Uitgeblust
De ambtenaren zijn uitgeblust en het stadsbestuur grossiert in loze praat, meent Meeder. ‘Ze stapelen inhaalslagen, verbetertrajecten en beleidsnota’s op elkaar, maar verzuimen nota te nemen van hun eigen beleid. Dat heeft alles te maken met de hedendaagse morele politieke leegte. Dat heb ik niet van mijzelf hoor, maar van hoogleraar bestuurskunde Gabriel van den Brink. Hij betoogde eind vorig jaar in zijn afscheidsrede aan de Tilburg University dat Nederlandse politici tekortschieten in het maken van morele overwegingen.’
De politieke morele leegte is volgens Van den Brink het gevolg van een fixatie op de machtsuitoefening. Meeder: ‘Je ziet dat ook terug in het Tilburgs model dat in mijn tijd werd ontwikkeld maar dat gaandeweg steeds sterker werd opgevat als een technocratisch systeem, waarbij de mens en de moraal werden vergeten. Niet voor niets benadrukte ik destijds in mijn Tilburgse afscheidsspeech dat zodra niet langer een goed evenwicht tussen denkkracht, deugd en drama werd bewaakt, de zozeer geprezen verzakelijking tot verzaking en uiteindelijk tot verzieking zou leiden.’
De morele politieke leegte maakt het volgens Gabriel van den Brink ‘nagenoeg onmogelijk’ om geloofwaardigheid bij het publiek te verwerven, omdat ‘burgers een uitgesproken morele opvatting van de politiek hebben’. Politici moeten eerlijk zijn, beschaafd, rechtvaardig, betrouwbaar en invoelend en zich in dienst stellen van het algemeen belang.
Afweten
Fred Meeder: ‘Als het gemeentebestuur van Tilburg beschaafd en betrouwbaar was geweest, dan zou het ongeluk in de Reeshof niet zijn gebeurd en zou het ook niet kunnen gebeuren dat niet wordt gereageerd op een serieuze brief van een betrokken burger. Keer op keer laten de smaakmakers in de organisatie het afweten. Ik ben geen ruziezoeker, ik overstelp de gemeente niet met brieven en ik scheld niet.’ Volgens Van den Brink kan de kloof tussen burger en bestuur worden gedicht als de politiek morele waarden omarmt. Zoals professor Willem Banning ooit zei: een politicus heeft een ethiek nodig zoals een schipper een kompas. De bestuurders in Tilburg hebben dat kompas in elk geval niet.’
‘Meeder gaat selectief om met de feiten’
De reactie van de gemeente Tilburg op de uitlatingen van Fred Meeder: ‘De weergave van de feiten hoe het gemeentebestuur is omgegaan met dit dramatische ongeluk is in dit artikel selectief. Het college is zich vanaf het begin zeer bewust geweest dat het zich voor de gemaakte fouten moet verantwoorden. Verantwoording over de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren en hoe een dergelijk dramatisch ongeluk in de toekomst zo veel als mogelijk voorkomen kan worden. Allereerst betekende het, hoe moeilijk ook, in gesprek te gaan met het getroffen gezin over het drama dat hen is overkomen.
Daarnaast heeft het college in politiek-bestuurlijke zin publiek verantwoording afgelegd aan de gemeenteraad in het raadsdebat op 12 april 2012, en daarmee ook aan de samenleving. We hebben geleerd van het ongeluk en hebben binnen de organisatie alles op alles gezet om de veiligheid in het zwembad en andere gemeentelijke gebouwen nog verder te borgen. Het gemeentebestuur heeft zijn verantwoordelijkheid wel degelijk genomen en is daar niet voor weggelopen. Het gemeentebestuur hoopt dat met de rechterlijke uitspraak van 5 juli alle betrokkenen deze verdrietige zaak kunnen afsluiten. Voor een volledige weergave van de feiten verwijzen we naar de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.’
CV
Fred Meeder werd geboren op 13 september 1937 in Rotterdam. Na het behalen van zijn MULO- diploma in 1954 ging hij werken. Van 1962 tot 1969 studeerde hij aan de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam staatkundige economie. Vervolgens werkte hij bij de gemeenten Ridderkerk, Ede, Rotterdam en Tilburg (van 1982 tot 1990 als gemeentesecretaris) en bij de provincie Utrecht (griffier der staten).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.