Advertentie

Optreden Limburg moet zorgvuldiger

Eerder noemde ik in Binnenlands Bestuur het optreden van Gedeputeerde Staten van Limburg bij de herindeling van Heerlen-Landgraaf ‘wildwest’ omdat de regels uit de Wet ARHI met voeten zijn getreden. De rechter in Maastricht had daar ook al op gezinspeeld en de provinciale autoriteiten opgeroepen tot zorgvuldigheid. Vooral voor gouverneur Theo Bovens had dit aanleiding moeten zijn voor een interventie in de richting van de staten. 

22 december 2017

Die interventie bleef achterwege en nu heeft minister Ollongren van Binnenlandse Zaken op aangeven van de Raad van State een streep gehaald door het fusievoorstel vanwege ernstige procedurefouten. De Raad van State constateert in het spoedadvies dat vanaf het begin vaststond dat er een fusie tussen de gemeenten Heerlen en Landgraaf moest komen. De Wet ARHI verplicht echter tot open overleg en dat betekent dat de betrokken gemeentebesturen moeten kunnen aangeven dat er mogelijke alternatieven zijn. Na dit open overleg weegt de provincie dan alle ingebrachte adviezen en kan vervolgens de knoop worden doorgehakt en een herindelingsontwerp worden gemaakt. Een dergelijk ontwerp gaat dan weer terug naar de gemeenten, zodat ook burgers en gemeenteraden daar nog eens op kunnen reageren.

In dit geval is het open overleg door GS niet op de vereiste manier ingevuld en was er bij GS nauwelijks bereidheid om verder te kijken dan Heerlen en Landgraaf. Het is dan ook volkomen terecht en begrijpelijk dat de Raad van State tot een negatief oordeel komt. Dat de minister dit oordeel meteen overnam is van grote betekenis voor de toekomstige toepassing van de ARHI-procedure. Een dergelijke interventie van de minister is overigens ongekend, deze komt heel weinig voor en dat laat dus zien dat de verantwoordelijke provinciale bestuurders het echt heel erg bont hebben gemaakt.

De reactie van GS op het besluit van de minister is al even bont. Ongeacht wie het initiatief nu neemt – de betrokken gemeenten zelf of de minister – onder alle omstandigheden wordt conform de Wet ARHI van de provincie een faciliterende, prudente en procedurele rol gevraagd. GS hebben echter bekendgemaakt dat ze vooralsnog hun handen aftrekken van dit dossier. De minister zou het nu zelf maar moeten oplossen. Dit standpunt is opnieuw gebaseerd op een opmerkelijk gebrek aan kennis over de in de Wet ARHI neergelegde procedures. Ook indien de provincie niet meer het initiatief heeft, is er een belangrijke provinciale rol, waarbij uiterst zorgvuldig moet worden geopereerd.

Indien bestuurders en politici van het wettelijke pad af raken – en dat was bij de provinciale Limburgse bestuurders het geval – , dan is het de taak van cdk of gouverneur om hier te interveniëren en te corrigeren. Wat betreft de herindeling Heerlen-Landgraaf had Theo Bovens dan ook strikt genomen het besluit van de staten ter schorsing en vernietiging aan de Kroon moeten voorleggen. Vooral toen de Maastrichtse rechter uitsprak dat er weliswaar geen bevoegdheid was om de vordering van Landgraaf toe te wijzen, maar wel een appél gedaan kon worden op de provincie om zorgvuldig te opereren, hadden alle politieke alarmbellen af moeten gaan.

Het is vooral de gouverneur aan te rekenen dat de werkwijze toen niet werd bijgesteld en om die reden moet het optreden van Bovens in dit dossier als zwak worden aangemerkt. Het besluit van minister Ollongren om de fusie Heerlen-Landgraaf af te blazen is derhalve ook een tik op de vingers van de gouverneur.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie