Advertentie

Opnieuw problemen over stemonthouding

In de Nederlandse gemeenten zijn aanhoudend problemen over de stemonthouding bij belangenverstrengeling. Die problemen doen zich vooral voor indien stemonthouding plaats vindt door raadsleden die op de wip zitten.

19 november 2010

In dergelijke gevallen is het wel of niet onthouden van de stem beslissend voor het voorliggende voorstel. In Bergen op Zoom werd onlangs een su bsidievoorstel verworpen omdat een raadslid zich tijdens de beraadslaging na de eerste termijn voor de stemming terug trok. De stemmen staakten als gevolg daarvan.

 

De conclusie van de burgemeester was dat er sprake was geweest van een voltallige vergadering, en in dergelijke gevallen is bij staking van stemmen een voorstel verworpen. Vervolgens rees twijfel over de vraag of het betreffende raadslid zich terecht van stemming had onthouden.

 

Van een directe belangenverstrengeling was beslist geen sprake en ook was er gerede twijfel over de vraag of die schijn er wel was of kon worden gewekt. Indien in dergelijke gevallen politiek-strategisch wordt geopereerd of druk wordt uitgeoefend om maar even uit de raadszaal te verdwijnen, kunnen besluiten ontstaan die de toets der kritiek niet goed kunnen doorstaan.

 

Hoofdoorzaak van dit gedoe, niet alleen in Bergen op Zoom, maar ook elders, is de uiterst dubieuze aanname dat al bij de meest lichte vermoedens van belangenverstrengeling een raadslid zich van stem zou kunnen of moeten onthouden. Lange tijd was het heldere uitgangspunt dat een raadslid verplicht zijn stem moet uitbrengen, slechts bij hoge uitzondering en evidente belangenvermenging c.q. vooringenomenheid kon van die plicht worden afgeweken.

 

Door de uitspraak Winsum van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is deze vooringenomenheid in een ander licht komen te staan. Sindsdien kan ook een lichte schijn van belangenverstrengeling al een indicatie zijn voor stemonthouding. Dat is voor raadsleden een uiterst moeizaam gebeuren. Iemand hoeft in de raad maar te roepen dat een ander raadslid de schijn van belangenverstrengeling oproept en dan bestaat die schijn al min of meer en is er ook een indicatie voor stemonthouding.

 

Politici en dus ook volksvertegenwoordigers zijn altijd in zekere zin vooringenomen - men heeft een politiek uitgangspunt - en daarom is de schijn van belangenverstrengeling een hopeloos en complicerend criterium om stemonthouding aan te nemen. Ook kan een en ander tot gevolg hebben dat raadsleden vanwege geheel andere motieven maar even niet aan de stemming meedoen, bijvoorbeeld omdat ze bang zijn te vaak uit de fractieboot te stappen.

 

Er wordt dan ook reeds lang voor gepleit om de Gemeentewet en de Awb op dit punt te veranderen en hardere criteria op te nemen voor stemonthouding, eventueel gekoppeld aan een heldere procedure. De wetgever heeft echter tot nu toe verzuimd hier te interveniëren.

 

Uit de casus Bergen op Zoom blijkt dat het probleem groter wordt indien een raadslid zich ook nog na of tijdens de beraadslaging kan terugtrekken. In een dergelijk geval groeien de kansen op manipulatie van de stemmen. Door burgemeesters zou voortaan een dergelijke stemonthouding niet meer moeten worden geaccepteerd. Het raadslid beslist zelf over de vraag of hij wel of niet gaat stemmen, daar moet niet aan worden getornd, maar wel is het zaak de criteria harder te maken.

 

Stemonthouding bij evidente belangenverstrengeling is geboden en goed werkbaar. Het werken met de schijn van belangenverstrengeling is een hopeloos geval en zal nog tot vele zwarigheden aanleiding geven. Achtereenvolgende bewindslieden hebben aangekondigd hier werk van te zullen maken, maar het is steeds bij goede voornemens gebleven. Aan Minister Donner de oproep hier eens effectief de koe bij de horens te vatten.

 

Douwe Jan Elzinga is hoogleraar Staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie