Advertentie

Online burgerparticipatie verandert gemeenten

Het fenomeen inspraak bestaat al decennia lang in het openbaar bestuur. In de wetgeving zijn daarvoor diverse aanknopingspunten in het leven geroepen, maar die inspraak heeft nooit tot echt aansprekende resultaten geleid. Als het beleid in feite al min of meer vast ligt, kan inspraak zelfs tot allerlei frustraties leiden bij burgers en maatschappelijke organisaties. 

22 juni 2012

Het ziet ernaar uit dat in de nabije toekomst burgerparticipatie in gemeenten en provincies een geheel ander karakter gaat krijgen. Dat wordt veroorzaakt door nieuwe vormen van online betrokkenheid.

Betrokkenheid van burgers en organisaties door inspraak en vertegenwoordiging kan worden aangeduid als offline of fysieke participatie. Nieuw en revolutionair is het fenomeen van online participatie en de daarbij behorende communicatie. Het presenteren van meningen, informatie en beelden op het internet maakt een stormachtige ontwikkeling door. Op YouTube wordt wereldwijd per minuut 48 uur aan videomateriaal toegevoegd. Facebook telt in Nederland momenteel circa 7,5 miljoen actieve gebruikers. En 1 miljoen hiervan staat op met het checken van hun Facebook-account.

Nieuwe sociale media zoals Twitter, Pinterest en Instagram worden al geruime tijd door multinationals gebruikt om erachter te komen wat hun consumenten graag willen. Ook steeds meer overheidsorganisaties gebruiken webcare om draagvlak te creëren – of verdergaand – initiatieven op te sporen die kansrijk zijn om te worden omarmd.

Waar traditioneel overheid en bedrijven de burgers bestookten met enorme hoeveelheden informatie zijn de rollen nu omgedraaid. De samenleving bestookt de gevestigde organisaties: chaotisch, niet gekanaliseerd, rijp en groen, beschaafd en onbeschaafd.

De meest recente ontwikkeling daarbij is dat op het internet netwerken, gemeenschappen, marktplaatsen en app-stores worden gecreëerd die het praten met anderen – waaronder de overheid – faciliteren door daarvoor een platform te bieden. Deze vorm van ordening is een eerste aanknopingspunt om de voorheen volstrekt gescheiden werelden van de overheid en de sociale media met elkaar te verbinden. Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, kunnen grote hoeveelheden en onderling tegenstrijdige opvattingen worden omgebogen in vormen van creatieve en positieve betrokkenheid.

Voor bepaalde doeleinden kunnen door de overheid gemeenschappen van betrokkenen (‘vital communities’) in het leven worden geroepen. Of – en dat is vaak nog effectiever – kan gebruik worden gemaakt van bestaande (online) netwerken die de beoogde doelgroepen reeds zelf hebben opgezet.

Binnen die online gemeenschappen en netwerken is ruimte voor diverse graden van participatie. Op basis van een systeem van waardering kan aan ieder het zijne worden gegeven. Via programma-rasters kunnen grote hoeveelheden uiteenlopende standpunten worden geordend. Via de aanwijzing van ambassadeurs of vertegenwoordigers kan de online-participatie naar de fysieke sfeer van de offline-participatie worden gebracht.

Indien de overheid het participatieproces helder protocolleert en een duidelijke participatieladder hanteert – gaat het om advies, meebesluiten, of enkel om informatie inwinnen? – dan bieden combinaties van offline en online participatie ongekende mogelijkheden om op een geheel nieuwe wijze vormen van openbaar bestuur en overleg in te richten. In een aantal gemeenten wordt met deze nieuwe vormen van burgerparticipatie geëxperimenteerd en daar zijn aansprekende resultaten.

Verwacht mag worden dat deze online-burgerparticipatie zich als een olievlek zal uitbreiden. Gemeenteraden en colleges zullen het beleidsproces hier vergaand aan moeten aanpassen. Meer dan voorheen moet met open beleidsprocessen worden gewerkt en dat vereist een geheel andere benaderingswijze, ook voor de ambtelijke dienst. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie