Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Een partner met serieuze gebreken

Burgers en bestuurders zien steeds meer het belang in van de Europese Unie. Maar van een groeiend ‘Europa-gevoel’ is nog nauwelijks sprake.

12 april 2024
Nederland Europa
Shutterstock

Burgers en bestuurders zien steeds meer het belang in van de Europese Unie. Maar van een groeiend ‘Europa-gevoel’ is nog nauwelijks sprake, zo blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van Binnenlands Bestuur. ‘Burgers voelen zich niet gehoord door Brussel, en lokale bestuurders zijn het hiermee eens.’

Teamleider Openbare Orde en Veiligheid

Gemeente Leeuwarden
Teamleider Openbare Orde en Veiligheid

Teamleider Juridische Zaken

Yacht
Teamleider Juridische Zaken

‘Een liefdeloos huwelijk’, zo omschrijft Ipsos I&O-onderzoeker Maartje van de Koppel de verhouding van Nederlandse burgers en bestuurders tot de Europese Unie. Nederlanders dichten de EU een steeds belangrijkere rol toe bij het aanpakken van grote en veelal grensoverschrijdende vraagstukken als klimaat, internationale veiligheid, digitale onveiligheid en immigratie. Maar tegelijkertijd is er weinig liefde voor de EU. Er is nauwelijks sprake van een ‘Europa-gevoel’, zo blijkt uit ‘Mijn Europa?’, een opinieonderzoek onder lokale bestuurders (burgemeesters, wethouders en raadsleden) en het algemeen publiek dat Ipsos I&O in opdracht van Binnenlands Bestuur uitvoerde in aanloop naar de Europese Parlementsverkiezingen van 6 juni 2024. 

Burgers en bestuurders zien dat de Europese Unie een belangrijke stempel drukt op het reilen en zeilen in Nederland, constateert Van de Koppel. ‘Er is nauwelijks steun voor een Nexit. Tegelijkertijd is het vertrouwen in de Unie laag. Burgers voelen zich niet gehoord door Brussel, en lokale bestuurders zijn het hiermee eens.’ 

De impact die de Europese Unie heeft op het lokaal bestuur in Nederland is groot, zo geven de bestuurders aan. Ruim de helft van hen (53 procent) is van mening dat het beleid van de Europese Unie grote gevolgen heeft voor de eigen gemeente. Daarbij gaat het vooral om onderwerpen als immigratie, natuur en landbouw, maar ook om aanbestedingen en subsidies. Vooral bestuurders bij gemeenten die Europese subsidies ontvangen, zien veel resultaat van het EU-beleid voor de eigen gemeente. Slechts een op de acht bestuurders ziet geen grote gevolgen. Een op de vijf bestuurders geeft zelfs aan last te hebben van de Europese Unie. 

Geldschieter 

Voor gemeenten die subsidies ontvangen is de Europese Unie vaak een welkome geldschieter, ziet Van de Koppel. ‘Maar er komen ook veel regeltjes bij kijken. Bestuurders die last hebben van de EU ervaren Europees beleid vooral als Brusselse bemoeizucht.’ 

Een derde van de bestuurders zegt dat hun gemeente zelf subsidies ontvangt vanuit de EU. 16 procent meent dat dat niet het geval is en een opvallend grote groep van de bestuurders, maar liefst 51 procent, weet niet of hun gemeente EU-subsidies krijgt. Volgens onderzoeker Sander Nieuwkerk zou een verklaring daarvoor kunnen zijn   dat het gros van deze subsidies naar zaken gaan als plattelandsontwikkeling, infrastructuur- en landbouwprojecten. Projecten waar niet alle bestuurders bij betrokken zijn. Al is dit op basis van het onderzoek niet met zekerheid te zeggen. 

De meeste bestuurders zijn ervan overtuigd dat deze gesubsidieerde projecten geen doorgang zouden kunnen vinden zonder de financiële bijdrage uit Brussel (52 procent) en ruim vier op de tien (44 procent) denkt dat zij veel minder voor burgers zouden kunnen doen zonder deze subsidies. Een op de vijf meent dat dit niet het geval is. Het vertrouwen in de Europese Unie is niet heel hoog. Dat geldt zowel voor burgers als lokale bestuurders. Minder dan twee op de vijf burgers (38 procent) geeft aan tamelijk tot veel vertrouwen te hebben in de EU. Bij bestuurders ligt dit net iets hoger, maar ook dat percentage blijft met 47 procent op minder dan de helft steken. 

Het vertrouwen in de EU wijkt bij burgers en bestuurders overigens niet af van het vertrouwen dat ze hebben in de Nederlandse overheid als geheel. eel anders ligt dat met het vertrouwen in het lokale bestuur. Maar liefst 59 procent van de burgers zegt tamelijk tot veel vertrouwen te hebben in hun gemeente. Onder de gemeentebestuurders ligt dat vertrouwen nog een heel stuk hoger, op 86 procent.

Democratisch gehalte 

Dat gebrekkige vertrouwen in de Europese Unie heeft alles te maken met de manier waarop Nederlanders tegen het democratisch gehalte van de Europese Unie aankijken. Dat krijgt van zowel burgers als bestuurders een 5. Belangrijkste reden daarvoor is een laag vertrouwen in de integriteit van de Europese politici. Slechts een kwart van de burgers denkt dat het Europees bestuur integer is. Onder bestuurders ligt dat percentage, met 27 procent, nagenoeg op hetzelfde niveau. Ook geven zowel bestuurders als publiek aan dat er volgens hen veel te weinig mogelijkheden zijn voor burgers om actief deel te nemen aan de Europese politiek. 

Slechts een kwart van de burgers en bestuurders denkt dat Europese politici integer zijn

Slechts 26 procent van de burgers vindt dat daar voldoende mogelijkheden voor zijn, tegenover 29 procent van de bestuurders. Een kleine meerderheid van de burgers gelooft dat de Europese verkiezingen vrij en eerlijk zullen verlopen. Daarin verschillen ze sterk van de bestuurders, van wie 80 procent rekent op vrije en eerlijke Europese verkiezingen.

Uit het onderzoek blijkt dat grofweg de helft van de burgers van mening is dat ‘mensen zoals ik’ geen enkele invloed hebben op de Europese politiek. Een op de vijf is het hier niet mee eens. De stelling ‘De Europese Unie houdt voldoende rekening met de wensen van gewone burgers’ wordt door 42 procent niet onderschreven. Onder bestuurders ligt dat zelfs nog hoger: 55 procent van hen denkt dat de Europese Unie te weinig oog heeft voor de wensen van de gewone burger. Ook zijn bestuurders uitgesproken pessimistisch over de mate waarin instellingen van de EU lokale belangen in Nederland op het netvlies hebben staan. 15 procent meent dat de EU oog heeft voor lokale belangen, 55 procent vindt van niet. 

Bedrijven en politici 

Europa? Dat staat voor de belangen van de grote bedrijven en van politici. Bijna de helft van de Nederlandse burgers is die mening toegedaan. De belangen van het bedrijfsleven staan volgens 48 procent van de Nederlanders op de eerste plaats, gevolgd door de belangen van politici (44 procent). Pas daarna telt het belang van burgers (24 procent) en boeren (19 procent). Wie verwacht dat onder bestuurders een genuanceerder beeld naar voren komt, komt bedrogen uit. 

Ook bestuurders menen dat de EU er vooral is voor grote bedrijven

Van de bestuurders meent een ruime meerderheid dat de EU er voornamelijk is voor de grote bedrijven (59 procent) en 41 procent meent dat de EU de belangen van (Europese) politici dient. Ook in hun visie komen de burgers pas op de derde plek (36 procent). En ondanks het feit dat bijna een derde van de Europese budget opgaat aan subsidies voor boeren – zo’n 190 miljard per jaar – menen ook de bestuurders dat de aandacht van de EU voor boeren pas op de vierde plaats komt.

Over het algemeen is Nederland niet erg tevreden over wat de Europese Unie in de afgelopen jaren heeft gepresteerd. Drie op de tien Nederlanders verklaren zich tevreden, 44 procent niet. De tevredenheid mag laag lijken, maar neemt met de jaren wel toe. In 2016 was slechts 19 procent tevreden met wat de EU zoal deed. Die relatieve ontevredenheid betekent niet dat er veel steun is voor een eventueel vertrek van Nederland uit de EU. Als daar nu een referendum over zou worden gehouden, zou 67 procent ervoor stemmen om bij de EU te blijven. 17 procent voelt wel voor een Nexit. Van de bestuurders geeft 79 procent aan de EU niet te willen verlaten. Toch voelt één op de zes bestuurders (16 procent) voor een vertrek uit de EU. 

De artikelen in deze special werden mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. 

Onderzoeksverantwoording

Aan het onderzoek ‘Mijn Europa?’ werkten 2.138 Nederlanders van 18 jaar en ouder en 251 bestuurders (wethouders, burgemeesters en gemeenteraadsleden) mee. Het onderzoek werd uitgevoerd in maart 2024. De vragenlijst werd uitgezet onder het panel van Ipsos I&O en onder bestuurders met een abonnement op Binnenlands Bestuur. Daarnaast werden de vragen door Vereniging van Raadsleden uitgezet onder haar leden.

Klik om te vergroten

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie