An officer and a gentleman
De commissaris van de koningin in Noord-Holland krijgt een aantal klappen tegelijk. Maar Harry Borghouts kan wel tegen een stootje. Profiel van een bestuurder met een stijl die uit de mode raakt.
Harry Borghouts heeft het zwaar te verduren. De provincie Noord-Holland bleek 78 miljoen euro geparkeerd te hebben bij het IJslandse Landsbanki. Deze maand debatteren de Provinciale Staten over het rapport van de onderzoekscommissie die nagaat hoe het zo ver kon komen.
In april protesteerde de Nederlandse Bond van Pensioenbelangen tegen Borghouts’ benoeming tot waarnemend voorzitter van het pensioenfonds, omdat ze hem ongeschikt achten. Op dat moment was de bestuurscrisis in Den Helder over de huisvestingskosten van de burgemeester nog maar net achter de rug.
Een paar maanden eerder bleken de IJsselmeerziekenhuizen failliet te zijn, waar Borghouts voorzitter van de Raad van Toezicht was. ‘Harry krijgt een aantal klappen tegelijk’, zegt Elco Brinkman, tot voor kort bestuursvoorzitter van ABP.
De afgelopen jaren ging het Borghouts voornamelijk voor de wind. In navolging van zijn vader - staatssecretaris van Defensie in het kabinet-Cals - gaat hij bij de Marine. Nadat hij tien jaar officier is geweest (‘Een van de weinige officieren die tegen kernwapens was en dat niet onder stoelen of banken stak’, aldus staatsraad Gerard Roes, die hem al meer dan drie decennia kent), geeft hij er de brui aan.
Hij blijft een paar jaar thuis om voor zijn dochter te zorgen en zijn rechtenstudie af te maken. Hij is dan al lid van de toenmalige PPR. In die tijd treft links Heemstede elkaar in een buurthuis, waar naar de mores van die tijd een zitkuil is ingericht. Daar wordt Progressief Heemstede opgericht, een lokale voorloper van GroenLinks. Hoewel Borghouts meer een bedachtzame luisteraar is dan een spreker, komt hij in 1977 in de gemeenteraad.
‘Hij was toen al iemand die je serieus moest nemen, met duidelijke opvattingen’, zegt Dré Kraak, destijds wethouder en nu VVD-fractievoorzitter in de Noord-Hollandse Staten. In diezelfde tijd wordt Borghouts beleidsmedewerker bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Ik droeg al streepjespakken, maar hij had een baard, kleurrijke jasjes en truien. Dat hield hij tot eind jaren tachtig vol’, zegt Roes.
De media krijgen hem pas in de gaten als hij secretaris-generaal bij Justitie wordt. Dat heeft alles te maken met zijn politieke kleur. Hij is de eerste secretaris-generaal met een GroenLinks-achtergrond. Een paar jaar later wordt hij de eerste commissaris van de koningin van GroenLinkse huize. ‘Hij is voor een groot deel zijn verdienste dat GroenLinks salonfähig werd’, zegt Brinkman.
Binnenkomer
Op Binnenlandse Zaken oogst Borghouts bewondering, vooral als directeur politie en directeur-generaal openbare orde en veiligheid. Het is een omgeving waarin hij veel herkent uit zijn marinetijd. De toenmalige minister van Justitie, Winnie Sorgdrager, haalt hem binnen als secretaris-generaal. Op haar departement is het een puinhoop en Borghouts moet orde op zaken stellen.
De justitie-ambtenaren moeten wennen aan de bestuursstijl van hun nieuwe baas. Het begint er mee dat Borghouts in een interview in het personeelsblad benadrukt dat hij communicatief niet sterk is. ‘Dat was wel een binnenkomer. Wij dachten: wat ís dat voor iemand?’, vertelt Peter Jägers, nu directeur-generaal Rijksgebouwendienst. ‘Hij keek kritisch naar de organisatie. Dat was zijn opdracht. Dat hebben we allemaal gevoeld. Ik ook. Hij deed dat op zijn Harry’s, een beetje militaristisch.’
Borghouts zegt niet veel en de ambtenaren weten niet waar ze aan toe zijn. Soms krijgt iemand te horen dat hij zich moet melden bij de sg, zonder vooraf ook maar een beetje te weten waar het gesprek over zal gaan. ‘Zo werkt hij nu nog’, zegt Peter de Pagter, tot voor kort secretaris van de ondernemingsraad van de provincie Noord-Holland en nu werkzaam bij Abva-Kabo, ‘Ambtenaren accepteren dat van hem.’ Op Justitie voelen veel ambtenaren zich onveilig. ‘Van dat gevoel maakte hij functioneel gebruik bij het doorvoeren van veranderingen’, zegt Jägers.
Van formele procedures trekt Borghouts zich niets aan. Mensen die hij vertrouwt en kundig vindt, benadert hij rechtstreeks, vaak zonder hun directe leidinggevenden zelfs maar te informeren. ‘Men zei: Harry stuurt op rugnummers’, zegt Roes, die bij Justitie en Binnenlandse Zaken nauw met hem samenwerkte. ‘Daar was niet iedereen op gesteld en het is niet altijd handig in een hiërarchische organisatie. Mensen zeiden dat ook wel eens tegen hem. Dan zei Harry: ik doe het gewoon.’
Bij Justitie krijgt hij de zaken redelijk op de rails. ‘Gaandeweg kreeg ik veel respect voor hem. Hij had een zware opdracht’, zegt Jägers. Het gaat fout bij de reorganisatie van het Openbaar Ministerie. De reorganisatie wordt geleid door Arthur Docters van Leeuwen, al net zo’n ijzeren Hein als Borghouts. Ze gunnen elkaar geen millimeter ruimte. De crisis die ontstaat zal de geschiedenis ingaan als ‘de opstand van de procureurs-generaal’.
Docters van Leeuwen botst heftig met minister Sorgdrager. ‘Borghouts probeerde zijn minister uit de wind te houden, maar deed dat onhandig’, zegt politicoloog Elly van der Wilk, VVD-raadslid in Westland en destijds werkzaam bij de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak. In haar boek De verhulde crisis reconstrueert zij de kwestie.
Volgens Van der Wilk opereerde Borghouts te veel op eigen houtje en lichtte hij Sorgdrager niet in. ‘Bovendien formeerde hij een crisisteam waarin niet de verantwoordelijken zaten, maar de mensen die hij vertrouwde. Hij zette mensen die erbij betrokken hadden moeten worden, buitenspel. Dat pakte niet goed uit. Het was een complexe gebeurtenis, waarin Borghouts een bepalende rol speelde, met het ontslag van Docters van Leeuwen tot gevolg.’
Borghouts staat bekend als iemand die zich weinig aantrekt van de mening van anderen. Lang niet iedereen durft hem tegen te spreken. ‘Ik herken nog altijd de marineman in hem’, zegt Roes, ‘Je moet van goeden huize komen en erg stevig zijn om tegen hem in te gaan. Hij is kort door de bocht en hij gaat de confrontatie niet uit de weg. Ik zei weleens: jazeker, admiraal.’
Jägers: ‘Hij luistert en zegt: ik begrijp het, maar ik neem mijn eigen standpunt in.’ Borghouts is onder alle omstandigheden overtuigd van zijn gelijk. In verhoren van de commissie die onderzoek doet naar de IJslandse banktegoeden houdt hij vol dat het provinciebestuur niet verantwoordelijk is voor de treasuryfunctie. Piet Zoon, burgemeester van Raalte en oud-VVD-Statenlid, zegt: ‘Je bent bestuurlijk verantwoordelijk, ook al heb je een taak honderd maal gemandateerd en gedelegeerd.’
Borghouts is vooral geïrriteerd, want hij vindt de vragen van de commissie te gedetailleerd. In zijn weblog schrijft hij over het rapport van de commissie: ‘Ik hoop dat er een managementsamenvatting in zal staan.’ Ook in het conflict tussen minister Sorgdrager en de procureurs-generaal vindt Borghouts dat hij correct heeft gehandeld.
Van der Wilk: ‘Alle hoofdrolspelers nemen zichzelf kwalijk dat ze geen afstand meer konden nemen. Behalve Borghouts. Hij vindt dat hij niets verkeerd heeft gedaan. Dat typeert hem.’
Falende organisatie
Bij het faillissement van de IJsselmeerziekenhuizen gebeurt hetzelfde. ‘Er was een crisis en de Inspectie greep in. Daarna is er een nieuwe raad van toezicht aangesteld, waar Borghouts voorzitter van werd’, zegt CDA-Tweede Kamerlid Janneke Schermers, die als gynaecoloog in de ziekenhuizen werkte en ook werkzaam was bij de Inspectie Volksgezondheid, ‘Met een crisis op de achtergrond moet je extra alert zijn en zodanige afspraken maken met de raad van bestuur dat je zeker weet dat je goed geinformeerd wordt. Dat is niet gebeurd en daarvoor was Borghouts eindverantwoordelijk.’
Dat beeld wordt bevestigd door zelfstandig adviseur Léon Lodewick, auteur van Ziekenhuizen veranderen. Hij onderzocht de kwestie op verzoek van alle partijen, waaronder de IJsselmeerziekenhuizen, de gemeenten Lelystad en Emmeloord, de Nederlandse Zorgautoriteit en het ministerie van VWS. ‘Het was een falende organisatie. De operatiekamers waren dicht, er was geen kwaliteitsbeleid, geen veiligheidsbeleid en toen gingen ze ook nog failliet. Als je van de ene op de andere dag tot die afschuwelijke ontdekking komt, heb je als raad van toezicht je toezicht niet goed georganiseerd.’
Borghouts is het niet eens met die conclusie. Lodewick: ‘Tot mijn verbazing wimpelde hij alles weg.’ In zijn weblog rept Borghouts met geen woord over de ziekenhuizen. Op de dag dat het faillissement bekend wordt, krijgt hij een rondleiding in het gerestaureerde Noord-Hollandse Provinciehuis. Hij noteert: ‘Mooi behang, fraaie vloeren, prachtig verfwerk.’
Betrokken en bezorgd
Borghouts is inhoudelijk altijd goed geïnformeerd, vroeger als topambtenaar en nu als commissaris van de koningin. Hij wil alles weten, maar hij kan wel delegeren. ‘Als de lijnen eenmaal zijn uitgezet, krijg je alle ruimte’, zegt Jägers. ‘Hij liet de reorganisatie in Noord-Holland over aan de verantwoordelijke gedeputeerde. Achter de schermen is hij er zeker bij betrokken, maar hij is niet het boegbeeld’, zegt Zoon.
‘Hij weet alles, maar hij laat veel over aan de gedeputeerden’, zegt Peter Rehwinkel, burgemeester van Naarden. ‘Met de gemeentelijke herindeling hier had hij zich wat mij betreft best nog wat meer mogen bemoeien.’ De Noord-Hollandse burgemeesters kunnen rekenen op een commissaris die zich sterk betrokken voelt. In Den Helder, waar rondom de huisvesting van burgemeester Hulman een crisis ontstaat, probeert Borghouts te bemiddelen.
‘Dat heeft hij gedaan zoals het een goed commissaris van de koningin betaamt’, zegt Zoon. ‘Door zijn bemoeienis is de schade zowel materieel, als persoonlijk beperkt gebleven.’ ‘Hij is betrokken bij het wel en wee van gemeenten’, zegt Rehwinkel, ‘Toen in Naarden een bestuurlijke crisis was, toonde hij zich bezorgd. Hij luistert naar je.’
‘Voor burgemeesters is hij een goede coach’, zegt Leoni Sipkes, Borghouts’ partijgenoot die burgemeester is van Koggenland. ‘Als er iets vervelends is, kan ik hem bellen om te sparren. Hij geeft zeer to the point advies. Als het in vier woorden kan, gebruikt hij er geen acht.’ Jägers heeft bij Justitie dezelfde ervaring. ‘Hij is kortaf, bijna op het norse af, maar als het erom spant kun je dezelfde dag nog bij hem terecht.’
Borghouts realiseert zich dat hij als voorzitter van een democratisch orgaan een andere rol inneemt dan als topambtenaar. Vergaderingen van de bestuursraad van Justitie onder zijn leiding duurden geen minuut te lang. Vergaderingen van de Provinciale Staten in Noord-Holland lopen steevast uit.
‘Als iemand aan het einde van zijn spreektijd zit, is hij geneigd hem nog een paar minuten te geven’, zegt Kraak. ‘Je kunt afspraken maken en reglementen naleven, maar er is ook zoiets als beleving’, zegt Zoon, ‘Soms moet je vergaderingen laten lopen om de democratie tot zijn recht te laten komen. Dat doet hij.’
Maar iemand bij wie mensen gemakkelijk binnenlopen en een praatje maken, zal Borghouts nooit worden. ‘Hij is gesloten en ontoegankelijk’, zegt De Pagter. ‘Hij gedraagt zich als marineofficier. Beheerst en duidelijk’, zegt Kraak. ‘Het is een strakke man. Dat zie je aan hoe hij loopt, hoe hij kijkt en hoe hij afspraken nakomt’, zegt Jägers. ‘Er zijn mensen met meer empathie’, zegt Roes. ‘Hij is stevig. Maar ik heb voortreffelijk met hem gewerkt.’
Rehwinkel zegt: ‘Zijn uitstraling doet geen recht aan de informele man die hij ook kan zijn.’ ‘Harry heeft een bestuursstijl die uit de mode aan het raken is’, zegt Marleen Barth, oud-fractievoorzitter van de PvdA in de Staten en nu voorzitter van GGZ Nederland, ‘Hij kan heel regentesk zijn. Ik houd er wel van. Rechtlijnig in plaats van steeds proberen het iedereen maar naar de zin maken.’
CV
Harry Borghouts (1943) bezocht het gymnasium in Rotterdam. Van 1964 tot 1974 was hij marineofficier. In die periode ging hij rechten studeren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij studeerde af in 1977. Hij werd lid van de PPR en zat van 1977 tot 1987 in de gemeenteraad van Heemstede voor Progressief Heemstede, de lokale voorloper van GroenLinks.
Vanaf 1978 vervulde hij verschillende functies bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, onder andere als directeur-generaal openbare orde en veiligheid. In 1996 werd hij secretarisgeneraal bij het ministerie van Justitie. Sinds 2002 is hij commissaris van de koningin in Noord-Holland. In 2008 werd hij herbenoemd; hij wil na zijn 65e doorwerken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.