‘Nu zouden we zo’n burgemeester niet meer pruimen’
Behalve zijn graf en een armetierige tekening in het stadhuis, herinnert niets in Lelystad aan zijn eerste burgemeester, Hans Gruijters. ‘Hij is vergeten’, zegt Klaas Tammes, auteur van een kostelijke biografie van de kleurrijke oud-minister en burgemeester.
Bewondering en pret in biografie Hans Gruijters
Stelt u zich een minister voor die de bode whisky in een theekopje laat brengen en die voorleest van drie lege velletjes omdat de Kamervoorzitter hem heeft verboden uit zijn hoofd de Kamer toe te spreken. Die in een interview zegt: ‘Als ik een confessioneel een hand heb gegeven, tel ik eerst mijn vingers na.’ Of een burgemeester die de gemeenteraad spottend voorhoudt: ‘Ik ben u dankbaar voor uw verzoek om een schorsing, dan kan ik ook even mijn ontroering bedwingen en de ogen drogen.’ Een burgemeester ook die opstapt als raadsdiscussies hem te lang duren. ‘En dan zag je hem door de glazen ruit met zijn tasje gaan. Hij stiefelde gewoon weg en kwam niet meer terug. Ging hij een borreltje drinken of de krant lezen.’
Voor ‘s lands raadsleden en wethouders die denken dat de burgemeester sinds mensenheugenis een ‘bruggenbouwer’ is die ‘de verbinding zoekt’: dergelijke woorden kwamen niet voor in het lexicon van burgemeester van Lelystad, Johannes Petrus Adrianus (Hans) Gruijters (1931- 2005). Hij ging ook liever niet naar diamanten echtparen en aan geleuter in de raad had-ie geen boodschap. ‘Ik ben niet genegen al het geklets maar te aanvaarden als wijze taal’, aldus de burgemeester. Gruijters was medeoprichter van D’66, raadslid in Amsterdam, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening onder Den Uyl en van 1980 tot 1996 burgemeester van Lelystad. Lelystad was toebedeeld aan de PvdA, maar politiek leider Den Uyl zag het wel zitten met Gruijters. VVD-minister van Binnenlandse Zaken Hans Wiegel, vriend van Gruijters, trouwens ook. Wiegel overlegde met de vertrouwenscommissie in Lelystad, maar ging daarna ‘zijn eigen gang’, aldus oud-burgemeester Klaas Tammes (71), auteur van de onbetaalbare biografie ‘Een verdwaalde intellectueel. Hans Gruijters. Van kroegbaas tot eerste burgemeester van Lelystad’.
Sympathie
Klaas Tammes heeft wat met markante bestuurders. Twee jaar geleden publiceerde hij de even kostelijke biografie van de ridder van Rappard. ‘Ook zo’n regentesk en volstrekt autonoom type. Ik was zelf helemaal niet zo’n burgemeester, maar stiekem heb ik daar wel sympathie voor. Zulke heel uitgesproken bestuurders verdragen we niet meer. Gruijters zou nu meteen uit het kabinet vliegen of door de gemeenteraad worden weggestuurd. Doodleuk tijdens het kabinetsberaad de krant gaan zitten lezen. Zoals Gruijters met de gemeenteraad omging.
Dan zei-ie: “Dit is een agenda waar denk ik niemand iets over te melden heeft, dus we kunnen met vijf minuten klaar zijn.” Tja, dan hield je als raadslid wel je mond, want hij zette je in de hoek waar je bij zat’, zegt de oud-burgemeester van Lienden en Buren. Liefhebbers van theater beleefden intussen wel gouden tijden in Lelystad. De publieke tribune zat altijd vol. Men kwam voor het theater van de burgemeester die raads leden kapittelde. Er werd geklapt als de vergadering weer sneller was afgelopen, hoorde Tammes van oud-raadslid en wethouder in Lelystad en huidig burgemeester van Heerenveen Tjeerd van der Zwan. Hans Gruijters was balsturig, bij tijd en wijle ontzettend bot en hij mocht zichzelf in zijn werkkamer graag een Jack Daniels inschenken, maar dat zegt volgens Klaas Tammes niets over zijn inzet en passie voor Lelystad. ‘Zijn Haagse collega’s vonden Lelystad echt beneden zijn stand, maar hij heeft zeker in de beginjaren veel voor de stad betekend.
Hij was in 1986 graag commissaris van Flevoland geworden, maar dat was vooral omdat hij dan nog meer boeken kon lezen. Hij is na zijn pensionering ook niet uit Lelystad vertrokken.’ Lelystad heeft veel aan hem te danken, maar Gruijters deed zijn werk vooral achter de schermen, aldus Tammes. ‘Gruijters had een enorm hart voor de stad en hij zette zich enorm in, maar klopte zichzelf niet op de borst, vertelde oud-wethouder Truida Jonkman. Gruijters heeft ook nooit gewerkt aan zijn PR. Hij was solist in een groep. Hij dwaalde tussen zijn ambitie, zijn eigenzinnigheid en zijn huiselijke omstandigheden.’
Het huwelijksleven van de Gruijters’ ging niet over rozen. Hij had wat te stellen met zijn drankverslaafde vrouw Jenny. Gruijters was zeker ‘een man van het geheven glas’, maar Jenny’s verslaving drukte flink op hem, en op hun zoon Theo. ‘Gruijters verwachtte in 1979 commissaris van de koningin in Utrecht te worden, maar dat gebeurde niet. Ik heb begrepen dat Jenny’s drankverslaving daarbij een rol heeft gespeeld’, zegt Tammes. ‘Hij was dol op Jenny en voor haar was hij de echtgenoot die ondanks alles altijd bij haar bleef. Ook al bevorderde dat zijn carrière niet.’
De opvallend knappe Jenny voelde zich volgens Tammes als een vis in het water in de losse moraal van de jaren ’60 en ’70. Zo speelde ze mee in een filmpje van Frans Weisz waarin ze naakt op bed ligt terwijl de glazenwasser voor het raam staat. De biograaf beschrijft een bezoekje van de echtgenotes van de ministers uit het kabinet-Den Uyl aan een marineschip. Tammes: ‘Daar dook Jenny met een matroos de koffer in en dat was voor iedereen hoorbaar. Ze waren bang dat het zou uitlekken, maar er gebeurde niets. Een bijzondere tijd, natuurlijk.’ Jenny overleed in 2011. De urn van Hans is bij haar in de kist gezet. Het graf op begraafplaats Ölandhorst werd afgedekt met een grote platte steen met daarop de tekst: IN LIEFDE WEER SAMEN.
Vergeten
Zo kleurrijk en zo uniek, en zó vergeten in Lelystad. Zoals zijn geboortestad Helmond hem trouwens ook is vergeten. Tammes: ‘Helmond heeft in een achterafsteegje een eregalerij van beroemde Helmonders. Helemaal achteraan hangt Gruijters in een lijst die hij moet delen met een ander. Terwijl híj ervoor heeft gezorgd dat Helmond een groeistad werd. Dat had een andere minister nooit gedaan.’ In Lelystad is het niet anders. Geen straat of plein draagt zijn naam. In het trappenhuis van het stadhuis hangt alleen een armetierig zwart-wit portret. Die van zijn opvolgers zijn kleurrijk, dat van de eerste burgemeester
van de stad is een krijttekening. ‘Het is een voorstudie. De gemeente had niet de behoefte om een afgewerkt portret te kopen. Het komt benepen over, maar het is ook wel weer symbolisch’, vindt biograaf Tammes. ‘In Lelystad hangt een karikaturaal zwart-wit beeld van Gruijters, terwijl hij ervoor heeft gezorgd dat er veel geld en aandacht naar Lelystad ging. Hij streed ook tegen het negatieve beeld van de stad.’
Hoewel in Lelystad een ronduit negatief beeld bestaat van Gruijters, denkt een kleine kring van oud-wethouders, raadsleden en ambtenaren met warme gevoelens terug aan de oud-burgemeester, merkte Tammes in de tachtig interviews die hij voor zijn Gruijters-biografie maakte. ‘Ze dragen hem op handen. Een paar mensen moest ik echt overtuigen om met mij praten omdat ze vreesden voor wéér een negatief verhaal over Gruijters. Dan kom je als oud-burgemeester toch net even beter binnen. Maar ik heb maar heel weinig mensen gesproken die een hekel aan hem hadden. Dat is toch wel opmerkelijk voor zo’n type bestuurder.
Door zijn belezenheid en de manier waarop hij met de wethouders omging, dwong hij bewondering af. Oud-wethouder Truida Jonkman herinnert zich Gruijters ook als een warm en plezierig mens. Een man van uitersten, dat wel. En: hij liet de wethouders met rust.’ Een intellectueel die in de burgemeesterskamer zat, noemt bewonderaar Tjeerd van der Zwan Gruijters. ‘Hij zocht het werk niet op.’ Klaas Tammes formuleert het zo: ‘Het burgemeesterschap van Lelystad deed Gruijters parttime. Voor de ochtend-sherry had hij de klus wel geklaard.’
Talenten
Hans Gruijters overlijdt, 73 jaar oud, op 17 april 2005, nadat hij een paar dagen eerder tijdens een diner in Lemmer een herseninfarct heeft gekregen. Volgens de overlevering zijn zijn laatste woorden: ‘Jullie denken toch wel aan Jenny.’ NRC Handelsblad noemt Gruijters in zijn necrologie ‘een groot verstand in een leeg polderland.’ Hard, humeurig, spits, amusant, erudiet, onbehouwen, nooit saai. Hans van Mierlo, net als Gruijters journalist geweest bij het Handelsblad, noemt Gruijters ‘de meest briljante mens die ik ooit in de politiek heb ontmoet. Maar hij slaagde er niet in daar zijn vak van te maken. Ik had zeer gehoopt dat hij de partij zou gaan leiden. Maar hij was er met geen stok toe te bewegen. Hij zou er zich geen raad hebben geweten met zijn vele talenten. Het was een man die zichzelf als het ware tegen zich had.’ ‘Gruijters was zijn eigen merk’, concludeert Tammes. ‘Hij was volstrekt zichzelf en zei niet iets om ergens bij te willen horen.’
Hans Wiegel krijgt ‘Een verdwaalde intellectueel’ op de 27ste van deze maand als eerste uitgereikt. ‘Hij wilde graag komen. Dries van Agt komt ook. Hij vond Hans een leuke zuiderling. Gruijters kon in zijn ogen ontzettend hartelijk zijn voor mensen die hij mocht, en hij was daar één van, vertelde Van Agt mij. Ik heb alle nog levende leden van het kabinet gesproken. Ze wilden allemaal graag over Gruijters vertellen.’
Wiegel en Van Agt mochten overigens niet op Gruijters’ begrafenis komen, maar dat mocht eigenlijk niemand. Naast zijn vrouw en zoon waren alleen zijn vaste taxichauffeur en secretaresse welkom. Ook Hans van Mierlo en Marcel van Dam waren niet uitgenodigd. ‘Beiden vonden dat niet kunnen. Ze zijn toen samen met zijn vrouw naar het mortuarium gegaan’, aldus Tammes. Kunstenares Martine Bakker haalt speciaal voor de boekpresentatie het voltooide schilderij van Gruijters van zolder. ‘Hij komt pontificaal op een ezel te staan, zoals de mensen die erbij zullen zijn zich hem zullen herinneren: in zijn karakteristieke lange zwarte jas. Een kleurrijke man tegen een kleurrijke achtergrond.’
Hans Gruijters wordt in 1973 minister in het kabinet-Den Uyl: ‘Direct na hun aanstelling mochten de bewindslieden een dienstauto uitzoeken. Gruijters wilde met de trein blijven reizen. Snel werd hem duidelijk gemaakt dat dit niet kon: stel je voor dat je de tas met geheime kabinetsstukken in de trein laat liggen. Zijn suggestie om dan alleen zijn tas met de dienstauto te vervoeren, werd niet overgenomen. Toen vroeg hij om een lelijke eend (Citroën deux chevaux). Uiteindelijk werd het gewoon een keurige Mercedes.’
CV
Klaas Tammes (Abbenes, 1948) volgde de ulo in Sassenheim en daarna de hbs in Leiden. Hierna studeerde hij sociale geografie aan de VU in Amsterdam. Na zijn studie werd Tammes leraar aardrijkskunde in Apeldoorn en later docent aan de lerarenopleiding in Nijmegen. Hij werd in Beuningen namens D66 gemeenteraadslid en daarna wethouder. In 1988 werd hij benoemd tot burgemeester van Lienden. In 1999 gingen Buren, Lienden en Maurik op in de nieuwe gemeente Buren waarvan Tammes burgemeester werd. Tammes ging op 1 mei 2013 met pensioen, waarna hij het boek ‘200 jaar burgemeesters’ publiceerde over de burgemeesters van Buren. Tammes publiceerde onder het pseudoniem Nico van Abbenes vier politieke thrillers die zich afspelen in de gemeentepolitiek. In 2018 publiceerde hij bij Balans de biografie ‘Dwarsligger van beroep. Ridder van Rappard, de spraakmakendste burgemeester van Nederland.’
‘Een verdwaalde intellectueel. Hans Gruijters. Van kroegbaas tot eerste burgemeester van Lelystad’ van Klaas Tammes verschijnt op 28 februari bij uitgeverij Prometheus.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.