Nog niet klaar voor Wet dwangsom
Uitstel van de Wet dwangsom met twaalf maanden tot 1 januari 2010 komt gemeenten goed uit. De helft van de gemeenten is nog niet begonnen met de voorbereiding.
De belangrijkste maatregelen die gemeenten genomen hebben in het kader van de Wet dwangsom zijn een strakke termijnbewaking en het stroomlijnen en veranderen van procedures plus meer hoorzittingen. Dit blijkt uit een onderzoek dat het Haagse bureau Leeuwendaal heeft gehouden. Het rapport verschijnt een dezer dagen. De Wet dwangsom regelt dat gemeenten binnen de wettelijk vastgestelde termijn een beslissing moeten nemen op een verzoek of bezwaarschrift. Na afloop van die termijn kan de burger de overheid in gebreke stellen en moet er per dag dat er gewacht moet worden op een beslissing een dwangsom worden betaald. De dwangsom begint met twintig euro en kan na 42 dagen oplopen tot 1260 euro. Het kabinet besliste vorige week dat de wet pas in 2010 wordt ingevoerd.
'De vraag is wat uitstel met gemeenten doet. Het kan lucht geven voor een goede voorbereiding, maar het kan ook weer vertraging opleveren', zegt Corinne van der Salm van Leeuwendaal. Bijna alle gemeenten (87,5 procent) zeggen dat ze op tijd klaar zijn. 'Tegelijkertijd is bijna geen enkele gemeente met de voorbereiding begonnen. Het houden van een schouw is daarom misschien wel een goed idee', aldus Van der Salm. Het kabinet wil de termijnen in de Wet openbaarheid bestuur en de Wet algemeen bestuursrecht verruimen. De burger antwoorden binnen de huidige termijnen zal, zo meent het kabinet, zelfs met organisatorische maatregelen onmogelijk zijn. Het kabinet wil daarom van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg horen welke termijnen in welke wetten gemeenten en provincies door de wet dwangsom op hoge kosten zal jagen.
Serieuze zaak
Dat de Wet dwangsom voor gemeenten een serieuze zaak is, blijkt uit het onderzoek van Leeuwendaal. Totaal heeft gemiddeld 45 procent van de bezwaarschriften een langere afhandelingstermijn dan de wettelijke termijnen van veertien weken. De belangrijkste oorzaken voor te late beantwoording: gebrek aan menskracht, waarbij in een derde deel van de gemeenten sprake is van een structureel tekort; de tijd die nodig is voor het organiseren van hoorzittingen en het niet-tijdig aanleveren van stukken door de betreffende ambtelijke vakafdelingen. Veruit de meeste gemeenten hebben nog geen beleid geformuleerd hoe burgers te informeren. Informatie geven op de website is het belangrijkste actiepunt, gevolgd door publicatie in het lokale huis-aan-huisblad.
Verrassend was de reactie van enkele gemeenten die vinden dat het rijk de burger moet informeren en dat er niets gedaan hoeft te worden. 'Dat staat haaks op de wens van de Eerste Kamer om burgers zowel algemeen als individueel goed voor te lichten over de wet dwangsom', schrijft Leeuwendaal. Volgens de onderzoekers moeten gemeenten zich niet alleen concentreren op het wegwerken van achterstanden, maar ook andere organisatorische maatregelen overwegen zoals een goede registratie, de introductie van een rappeleringssysteem, dat een signaal afgeeft als termijnen dreigen te verstrijken, en meer aandacht voor communicatie.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.