Advertentie

‘Den Haag begrijpt wereld buiten Randstad niet’

Het onderzoek van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur onder ruim 4.600 respondenten wijst uit dat men zich in de regio Groningen en Twente overwegend vaker onbegrepen voelt.

11 maart 2021
kloof
Pixabay

De meeste mensen in Groningen en Twente vinden dat ze in Den Haag niet begrijpen wat er buiten de Randstad speelt. En dat gevoel niet te worden gehoord, is in het landelijk gebied aan de randen van Nederland nog sterker dan in het meer stedelijke gebied. Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur.

Onbegrepen

Het onderzoek onder ruim 4.600 respondenten wijst uit dat men zich in de regio Groningen en Twente overwegend vaker onbegrepen voelt. Zo geven 6 op 10 inwoners uit deze regio’s aan het eens te zijn met de opvatting dat de landelijke politiek niet begrijpt wat er speelt buiten de Randstad. Dat gevoel van miskenning is er sterker dan in de andere vier onderzochte regio’s: Zuid-Holland Zuid, Gelderland Zuid, Brabant Zuidoost en Noord-Holland Zuid.

Toekomstperspectief
Volgens de Groningse bestuurskundige Caspar van den Berg houdt het verband met de demografische samenstelling van de gebieden. ‘Het profiel van de mensen die er wonen’, verduidelijkt hij. ‘Hun opleiding, leeftijd, hun inkomen. Die factoren bepalen in hoge mate hoe je tegen de samenleving aankijkt.’ En dat moet je dan vervolgens in combinatie zien met het ervaren toekomstperspectief, de verwachting dat het met je streek beter zal gaan. Van den Berg: ‘Daar zijn aan de randen van het land grotere zorgen over dan in meer stedelijke gebieden. Veel mensen zijn er niet van overtuigd dat die zorgen adequaat worden opgepakt of gaan worden opgepakt. Veel nationaal beleid komt voort uit de probleemanalyse zoals die geldt in de grootstedelijke gebieden, terwijl de uitdagingen in de landelijke gebieden om een andere aanpak vragen. Dat geeft mensen het gevoel dat ze niet of op de verkeerde manier op de radar staan.’

Scheidslijn
De belangrijkste verschilmaker is de mate van stedelijkheid, de bevolkingsdichtheid. Het onderzoek maakt duidelijk dat de ontevredenheid over de landelijke politiek geleidelijk toeneemt naarmate de stedelijkheid afneemt. Dat verschil neemt met de jaren toe. Het is hier volgens hoogleraar Van den Berg niet zo erg als in de Verenigde Staten, maar er is wel reden voor alertheid. ‘We hebben zelf in de hand dat hier de scheidslijn niet zo erg wordt als in de VS of op het troosteloze platteland van Frankrijk of Spanje. De afstanden zijn hier niet zo enorm, maar de verscheidenheid is wel groot. Dat moet je niet wegredeneren, want er is wel degelijk iets aan de hand.’


De landelijke politiek begrijpt niet wat er buiten de Randstad speelt:

2017, gem.NL

Zuid-Holland-zuid

Gelderland-zuid

Twente

Groningen

Brabant-zuidoost

Noord-Holland-zuid

45%

 

34%

 

39%

 

61%

 

58%

 

42%

 

31%

 

 

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 5 van deze week (inlog)

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Anton / senior adviseur mobiliteit
De strekking van dit artikel suggereert een zeker tegenstelling, die er natuurlijk ook wel is. Maar een wedstrijdje "de randstad tegen de regio" is te weinig genuanceerd en niet altijd zinvol. Ook de criteria zijn ietwat de eenzijdig socilogisch. Er is namelijk wel iets aan de hand in fysiek/ruimtelijke zin en in de zin van "waar slaan de investeringen van het rijk neer?"

Allereerst," in welke regio zit je" (fysiek). Het begrip, "aan de randen van het land" is erg misleidend en doet geen recht. Neem de randstad. Die ligt aan zee en daarmee ook aan de rand van het land; aan de helft van het gebied woont niemand, er is enkel water. Het heeft ook niet voor niets randstad = stad aan de rand, grap ik wel eens.

De grensregio's in oost en zuid liggen aan de grens. Aan die andere kant van de grens gebeurt ook wat. Maar daar heeft het rijk zelden oog voor. Het is ook ver weg van Den Haag. Het wordt ook niet zichtbaar gemakt in statistieken, vergelijkende studies en potentie onderzoek. Het hangt er natuurlijk vanaf wie er woont in de zin, is het een dun bevolkt gebied met weinig dynamiek, of juist wel. In zuidoost-Nederland is dat laatste het geval. De nieuw hotspots en mainport zijn de economische kartrekker van de toekomst. Maar dat hoort men niet graag in de randstad; soms zit men nog behoorlijk in de 'ontkenningsfase'...

En je ziet het terug: in zuidoost Nederland wordt ook aanzienlijk minder geklaagd. Men heeft zichzelf sterk gemaakt. Al blijft het verschil in investeringen en beleid voor buiten de randstad aanzienlijk en veroorzaakt nog steeds een onbalans.
Peter / Projectmanager
Jammer dat het onderzoek niet was fijnmaziger is uitgevoerd. "de landelijke politiek begrijpt niet wat er speelt buiten de Randstad" is veel te algemeen.



Een betere stelling zou zijn "de landelijke politiek begrijpt niet wat er speelt buiten de grote steden".

Want ook in het rond de grote steden gelegen landelijke gebied stijgt de ergenis bij de bewoners - boeren én burgers - over de rücksichtslose verstedelijking, de grove ingrepen in groen, de verrommeling en het gebrek aan effectieve bescherming van flora en fauna.



Dit is uiteraard in eerste instantie te wijten aan provinciale en gemeentelijke besturen. Daarin zijn echter de landelijke partijen - ook de zgn. 'groene partijen' ruim vertegenwoordigd.

De landelijke politiek zou dus probleemloos moeten kunnen worden doorvertaald naar regionaal en lokaal niveau.

Niets is echter minder waar. Als men op regionaal en lokaal niveau al 'nut en noodzaak' ziet dan 'ontbreken de middelen'. Het blijft dan bij duur ingekochte 'Groenvisies' met veel plaatjes en weinig tastbaars.



Geen wonder dat boer en burger, boer en landschapsbeheerder de regie terug pakken. En elkaar in toenemende mate weten vinden. In lokale samenwerking en vrijwilligersgroepen, in duurzame productie van zuivel, groenten, vlees en honing.

En nu ook in de landelijke politiek, zoals bijv. de BoerBurgerBeweging die als lijst 23 mee doet aan de komende verkiezingen.

H. Wiersma / gepens.
Je kunt het nog meer verfijnen. Ze weten niet wat er buiten Den Haag gebeurt.
2C
Niet verbazend, dat de cijfers uit Zuid-Holland-Zuid en Noord-Holland-Zuid het laagst zijn in dit onderzoek, want dat is tenslotte de Randstad, waar ze de klacht natuurlijk niet of minder goed begrijpen.



Maar kennelijk is er dus wel iets ernstigs aan de hand, nl. dat delen van Nederland zich slecht vertegenwoordigd voelen. Het viel ook weer op toen de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer verkiezing in de bus viel: vier van de lijsttrekkers van partij 1 t/m 5 hebben als woonplaats 's-Gravenhage en verder valt op dat bij sommige partijen, o.a. D66 en GroenLinks, kandidaten uit Randstedelijke gemeenten zeer zijn oververtegenwoordigd (turf maar eens kandidaten met als woonplaats Amsterdam of Utrecht en de randgemeenten van die steden). De oorzaak ligt o.a. bij het proportionele kiesstelsel in Nederland, wat wellicht nog wordt versterkt door 'group think' en ons-kent-ons, als partijen de kandidatenlijsten samenstellen. Bij een districtenstelsel, zoals in veel andere landen, zou dit ernstige probleem minder optreden. Iedereen heeft het tegenwoordig over 'diversiteit en inclusie', maar daar lijkt het zeer aan te schorten, als het over regionale verdeling gaat, terwijl men het wel graag over de 'kleurtjes' en het geslacht heeft (misschien ook typisch Randstedelijk).



Misschien moeten politieke partijen het niet alleen hebben over een quota m.b.t. man/vrouw, maar ook over quota m.b.t. regionale verdeling. Hetzelfde geldt ook voor bijvoorbeeld de publieke omroep, waar werknemers met woonplaats Amsterdam extreem zijn oververtegenwoordigd, met een navenante Amsterdamse 'bias' in de media, wat zeer onrepresentatief is voor Nederland.
Jan H
1) zie: Bestuurlijk experimenteren in Friesland en Zeeland;

2) meer ruimte om te kiezen voor regionale kandidaten! Maar, formeel hebben politieke partijen die ruimte, omdat zij de kandidatenlijsten samenstellen. Dus de kiezer kan kiezen voor een regionale kandidaat. Maar dan is de vraag of zij/hij voldoende stemmen behaalt om de kiesdeler te halen. Misschien is de beste oplossing om de kieslijsten niet op nummer in te richten, maar op achternaam of gemeente. De kiesdeler bepaalt dan eerder wie rechtstreeks is gekozen en dus in eerste instantie het aantal zetels voor die partij. De stemmen op alle kandidaten die niet rechtstreeks zijn gekozen zijn worden dan met toepassing van dezelfde kiesdeler toebedeeld in de volgorde van de door de partij bepaalde volgorde.
H. Wiersma / gepens.
De beste oplossing is:

1. maak een einde aan de verdeel- en heersproblematiek van de kabinetten met 'de zgn. leider' Rutte door het aantal politieke partijen te verminderen (kiesdrempels). Rutte vaart alleen maar wel met zoveel mogelijk rechtse rebellen clubjes van rechts/rechts tot rechts/links.

2. ga de bestuurlijke indeling van ons land en inherent daaraan de verkiezingen regionaliseren.

Advertentie