Nieuwe raadsleden verkijken zich op het werk
Gemeenteraden en gemeenteraadsleden moeten meer tijd besteden aan hun eigen raadswerk in plaats van aan randzaken om een te drukke agenda te voorkomen.
Gemeenteraden moeten meer tijd besteden aan hun eigen functioneren om een te drukke agenda te voorkomen. Dat vindt de Nederlandse Vereniging van Raadsleden.
Verwachting
Voorzitter Peter Otten, VVD-raadslid in Zeist, ontvangt steeds vaker signalen van raadsleden dat ze meer tijd kwijt zijn aan raadswerk. Hij merkt dat nieuwe raadsleden zich onvoldoende realiseren wat het betekent om raadslid te zijn, zeker in grote gemeenten. ‘Nieuwe raadsleden hebben soms ook de inhoudelijke verwachting dat ineens heel veel zal veranderen met hun komst. Dat kan tegenvallen.’
Bed&Breakfast
Otten reageerde hiermee op een ludieke actie van het Enschedese raadslid Niels van den Berg die van het gemeentehuis een bed&breakfast wil maken, omdat hij er zo vaak moet zijn. Van den Berg ziet al zijn raadstijd opgaan aan randprogramma’s, raadscommissies en informatiebijeenkomsten. Hij vindt dit ten koste gaan van zijn volksvertegenwoordigende rol. ‘In deze periode kom ik er niet of nauwelijks aan toe om de burgers met problemen daadwerkelijk op te zoeken en daar baal ik enorm van’, schrijft hij op zijn blog. ‘Het gaat zo niet langer, genoeg is genoeg, en die mening is ook menig collega raadslid toegedaan. Laten we een en ander enigszins behapbaar houden, een uitschieter kan, maar een bed and breakfast in het stadhuis is mijn nachtmerrie. Nee, zet mijn bedje dan toch liever bij de mensen thuis.’
Zapcultuur
Otten merkt dat vooral lokale partijen zich moeilijk kunnen oriënteren op raadsprocessen, omdat ze een minder lange traditie en minder ervaring hebben dan grote landelijke partijen. ‘Je ziet dat raadsleden na anderhalf of twee jaar afhaken.’ Otten ziet het vaker gebeuren en wijt dit aan de tijdsgeest. ‘Als je raadslid wilt worden, ben je daar het jaar ervoor al mee bezig. Bij elkaar ben je dus vijf jaar actief. In het perspectief van jonge mensen die in een zapcultuur leven en naast het werk ook nog een gezin hebben en willen sporten, is dit moeilijk te combineren. Je bent in ieder geval twee avonden in de week bezig met vergaderingen, soms wel drie of vier keer per week. En dan ook nog stukken lezen. Dit staat op gespannen voet met de zapcultuur.’
Bestuurscultuur
Gemeenteraden kunnen hier wel wat aan doen, vindt Otten, door stil te staan bij hoe ze hun werk inrichten. ‘Dat hangt samen met de bestuurscultuur. Sommige fracties houden zich alleen bezig met hoofdzaken, andere hangen in de ombudsfunctie van de loszittende stoeptegel. Maar je moet met z’n allen afspreken welke lijn je kiest.’ Ook de burgemeester en de raadsgriffier moeten dit signaleren en de aandacht erop vestigen. ‘Gemeenteraden en burgemeesters ruimen nu te weinig tijd in om te kijken naar hun eigen functioneren.’
Competenties
De werkdruk zal de komende jaren alleen maar toenemen, verwacht Otten. ‘Met de drie decentralisaties komt nog meer op de raad af. Tegelijkertijd wil het kabinet het aantal politieke ambtsdragers terugbrengen met 25 procent.’ De vereniging wil wel de helpende hand bieden aan raadsleden om beter te kijken naar hun eigen functioneren. ‘Op 12 november houden we ons jaarcongres, waar we een tool presenteren om competenties te meten. Daar komt dan een advies uit. Zo kunnen raadsleden aan hun competenties werken.’
Kaders
De vereniging organiseert ook aparte bijeenkomsten om raadsleden te leren hoe kaders te stellen in samenspraak met de burgemeester. ‘Je moet die samen met de griffie aan het begin van een raadsperiode vaststellen, een eigen programma neerleggen en werken aan je eigen permanente educatie. Burgemeesters en wethouders doen dit al. Raadsleden moeten zich kunnen meten met hen op hetzelfde kwaliteitsniveau.’
Of je komt niet meer aan de burger toe of je verlist het contact door alleen op hoofdlijnen kennis van zaken te hebben, lastig!
Nieuwsgierig hoe bij de taakverzwaring (meer taken, grotere gemeentes, minder raadsleden) het werk nog gedaan kan worden.
Ik ben bang dat de hobby dan alleen nog voor mesnen met € of tijd is weggelegd. Oftwel niet voor de actieve bevolking