Niet- stemmers Alphen 'moeten niet gaan zeuren'
Het nieuw te vormen college van de fusiegemeente Alphen hoeft niet te teerhartig om te gaan met de mensen die niet zijn gaan stemmen, zegt onderzoeker Andre Krouwel.
De lage opkomst tijdens de tussentijdse verkiezingen in de fusiegemeente Alphen aan den Rijn maakt het nieuw te vormen stadsbestuur niet bij voorbaat vleugellam. De bestuurders hoeven zich niets aan te trekken van de lage opkomst en kunnen gewoon hun programma doorvoeren. ‘Degenen die thuis zijn gebleven moeten niet achteraf gaan zeuren, ze hebben hun kans gehad.’
Kieskompas
Dat is de stellige overtuiging van politiek onderzoeker Andre Krouwel, politicoloog aan de VU en oprichter van het Kieskompas. Hij doet al jaren onderzoek naar de stembusgang in Nederland. Zijn kieskompas biedt kiezers in binnen en buitenland inzicht in welke partij het beste bij hun opvatting past.
Boos op de VVD
In Alphen nam slechts 40 procent van de stemgerechtigden de moeite om woensdag tijdens de tussentijdse verkiezingen te gaan stemmen. Landelijk lag het percentage tijdens de laatste gemeenteraadverkiezingen in 2010 op 53 procent. Dit gemiddelde werd woensdag in Friesland, waar ook tussentijds werd gekozen, wel benaderd. Het CDA werd in Alphen weliswaar de grootste partij, maar grote winnaars waren toch de lokale partijen met een (zeer) rechts signatuur. ‘De mensen die wel gingen stemmen waren vooral boos op de VVD, deze partij is echt afgestraft’, aldus Krouwel.
Representativiteit in geding
Volgens hem is de representativiteit van een nieuwe coalitie door de lage opkomst in het geding. ‘Je kunt je afvragen of de nieuwe raad een afspiegeling is van de bevolking. Een meerderheid is in ieder geval niet boos genoeg om naar het stemlokaal te gaan. Laat staan de thuisblijvers die eigenlijk links zouden hebben gestemd. Zij zullen zichzelf niet herkennen in de nieuwe coalitie.’
Legitimiteit niet in geding
De coalitie mag niet door de hele bevolking zijn gekozen, maar daarmee is de legitimiteit van het nieuwe bestuur niet in gevaar. ‘Kenmerk van een representatieve democratie als de onze is nu precies dat de mensen die gaan stemmen bepalen wie er wordt gekozen. Dat zijn in ieder geval mensen met een passie of een visie die ze via de stembus willen nastreven of uitdragen Dat mag en moet het college in zijn beleid meenemen’
Thuisblijver moet niet zeuren
Het nieuwe bestuur mag dus best polariseren en hoeft daarbij niet al te teerhartig om te gaan met de opvattingen van de ‘onverschillige meerderheid’, zoals Krouwel dat ziet: ‘Deze mensen hebben hun kans gehad en moeten niet achteraf gaan zeuren als het beleid hen niet bevalt’, chargeert hij.
Protest is goed
Maar wat als de meerderheid zich massaal tegen een nieuw rechts college keert en binnen een half jaar op het raadhuisplein staat te demonstreren? Ook dan moet het college gewoon het programma uitvoeren waarop het is gekozen: ‘Zolang er geen stenen door de ramen gaan hoop ik dat de mensen gaan demonstreren. Dan weten ze dat ze volgende keer beter wel kunnen gaan stemmen’.
Reacties: 18
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ennne als de partij er voor jou niet bij zit, dan weet je wat de poltici dag in dag uit moeten doen-keuze4s maken leuk of niet. Trouwens als je het echt niks vindt kan je nog altijd je eigen partij oprichten (en dat snappen ze goed in Alphen aan de Rijn)
En meneer Krouwel ziet dat als een rechtvaardiging om op de ingeslagen weg door te gaan. Niet als een reden om als de sodemieter je als politicus of onderzoeker eens serieus bezig te gaan houden met die meerderheid, nee, het is een rechtvaardiging voor een minderheidsdictatuur.
Ik geloof dat meneer Krouwel een beetje z'n koers kwijt is. En z'n vak niet echt verstaat. En ik heb meelij met Alphen. In ieder geval met 60 procent van de Alphenaren.
Maar we hebben het zo goed in Nederland dat de politieke participatie niet zo hoeft. En laten we wel wezen; een gemiddelde gemeenteraad maakt er toch vaak een bizarre poppenkast van die nauwelijks wordt gedragen door ideologie of logisch beleid. Ik zie te vaak dat persoonlijke vetes, vriendjespolitiek en de vrees voor stemmenverlies, het debat overheersten. Als we daar eerst eens iets aan zouden kunnen gaan doen.
In de huidige situatie is alleen de nu ontstane situatie legitiem.
Om tijdens de komende rit bij te kunnen sturen, zou de invoering van een referendum wellicht louterend kunnen werken. Maar of de opkomst, c.q. interesse dan hoger zal zijn?
Logisch, zonder P.V.V. een lage opkomst.
Alleen hoogbejaard NPO publiek stemt nog op die oude linkse meuk van bijvoorbeeld het CDA.
Dit voorspel op de landelijke gemeenteraadsverkiezingen moet de kandidaten, die zich nu warm lopen voor die verkiezingen aan het denken zetten. Vooral de kandidaten van de partijen, die verbonden zijn met landelijke politieke partijen. Want niet alleen was de opkomst laag tot zeer laag (Alphen), de afkeer van de landelijke politiek vertaalde zich opnieuw in winst voor de “lokalen”.
Zetten we deze tendens af tegen de vaststelling in de publicatie van het boek “De gemeenteraad heeft geen toekomst” van Jasper Loots en Piet-Hein Peeters, dan wordt het perspectief nog somberder. Weinig kiezers schijnen momenteel nog doordrongen te zijn van wat er op het gemeentebestuur af komt in het kader van de kanteling in de zorg. Eén van de redenen voor de stelling van de auteurs n.l. dat de gemeenteraad bar weinig invloed zal kunnen uitoefenen op de taken, die het Rijk nu op het punt staat over te hevelen naar de gemeente. Het ontbreekt de raadsleden aan kennis en invloed om op verantwoordelijke wijze te besturen. Een sombere boodschap, die door niet de minstens op wetenschappelijk gebied wordt onderschreven.
Dan is het des te dramatischer, als het al waar is dat de raad onvoldoende bestuurskracht kan ontwikkelen, dat de kiezer slordig omgaat met zijn kiesrecht. We zitten nu in het voortraject voor die verkiezingen. Partijen buigen zich over kandidatenlijsten en programma’s. Daarnaast probeert men allerlei verleidingstechnieken in het kader van de verkiezingscampagne te ontwikkelen. Die uitdaging ligt op het bordje van een bedroevend klein groepje politiek actieve burgers. Daar begint het tekort. Wie maakt zich druk? “Ze doen maar” en “ik heb daar geen verstand van”. En vooral: “ik heb het te druk!” zijn de uitspraken waarmee participatie aan de politiek wordt ontweken.
Ondertussen blijkt keer op keer, dat de kiezer in toenemende mate de makkelijke uitweg zoekt in de stembus door “lokaal” te kiezen. Want daar voelt men betrokkenheid en ook ruimte voor een op emotie gebaseerde keuze. Als later blijkt, dat het uitbrengen van een stem geen enkele garantie is voor invloed op het beleid versterkt dat alleen maar de houding van onverschilligheid.
Welke kant willen we op met ons gemeentebestuur is dus juist nu een vraag, die van levensbelang is. Willen we, dat de Raad voldoende bestuurskracht heeft, dan is een legitimatie door veel kiezers een voorwaarde. Kiezers, moeten zich een oordeel kunnen vormen over de vraag of de kandidaten capabele bestuurders zijn. Programma’s, politieke achtergrond spelen ook een rol.
De uitgangspositie om goede kandidaten te selecteren is voor een volwaardige landelijke partij beter dan die van een kandidaat, die alleen lokaal georiënteerd is. Goed bestuur begint dus bij een goede politiek inhoudelijk achtergrond. Kandidaten, die voortkomen uit partijen die op verschillende bestuurlijke niveaus in het bestuur een rol spelen. Kandidaten die globaal kunnen denken en lokaal handelen. Omdat het om een wereld van mensen gaat!
En verder moeten thuisblijvers bij verkiezingen niet zeuren.
Age Kamermans,
Lijsttrekker GroenLinks de Liemers in de gemeente Zevenaar
De kieswet is zodanig vormgegeven dat de kiezer er nauwelijks of geen echte invloed heeft. Zij is puur symbolisch. Zo bezien is het geen wonder dat mensen niet meer gaan stemmen.
De hele bevolking boven een bepaalde leeftijd heeft actief en passief kiesrecht voor de zogeheten wetgevende macht (Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden). We zijn dus samen de baas in Nederland. Waarom zijn we dan elke regeringsperiode weer zo ontevreden over onze vertegenwoordigers? Wij hebben ze zelf gekozen, dus het is onze schuld. Sorry dat ik een mythe moet ontkrachten maar burgers zijn geen baas.
Je hebt pas iets te kiezen als je ook nee kunt zeggen. Die mogelijkheid laat onze kieswet niet toe. Ja zeggen, blanco stemmen of thuisblijven mogen alle drie, maar alleen de ja-stemmen tellen mee. Al stemt 99,9% blanco, diezelfde 150 tweede kamer-zetels worden gewoon gevuld. En het moment dat de formatie (of in dit geval: de college-onderhandelingen) start is elke partij de verkiezingsbeloften alweer vergeten. Nu kan ik me voorstellen dat de thuisblijvers geen invloed krijgen. Het is immers onbekend wat die mensen wilden. Maar wie blanco stemt, zegt feitelijk nee tegen alle kandidaten. Als deze nee-stemmen wel in de kiesdeler worden meegenomen, krijg je een mooi democratisch effect. Stel 25% stemt blanco, dan mag 25% van de zetels niet worden gevuld. Ik denk dat de partijkandidaten bij alle verkiezingen – Tweede Kamer, Provinciale Staten, gemeenteraad en waterschap - dan de kiezer veel serieuzer zouden nemen. Ongevulde zetels zijn hen een gruwel. Nu kunt u hen weinig tot niks schelen. Ze komen als vriendje van het partijbestuur toch wel op een verkiesbare plaats op de lijst en dus op het pluche.
Daar valt weinig tegen te doen. Natuurlijk kunt u eigenwijs zijn en stemmen op een kandidaat ergens onderaan de kieslijst. Maar als u dat doet, is er grote kans dat uw stem naar een kandidaat op een verkiesbare plaats gaat, wiens eigen stemmenaantal onder de kiesdeler bleef. De kandidaat van uw keuze moet echter zelfstandig de kiesdeler halen en die kans is nagenoeg nihil. De lijstvolgorde heeft dus veel meer invloed dan uw keuze. Ik wil het anders. Als volgens de kiesdeler een partij 12 zetels mag vullen, komen de 12 kandidaten met de meeste stemmen op het pluche, ongeacht hun plaats op de lijst.
Waarom zo’n kiessysteem niet wordt ingevoerd? De reden is m.i., dat de politiek kennelijk niet op ons burgers zit te wachten. Daardoor worden onze belangen maar mondjesmaat behartigd en zijn instanties zonder kiesrecht zoals banken, verzekeraars, grote belangengroepen en vriendennetwerken beter vertegenwoordigd dan wij, burgers. Maar niet getreurd, regelmatig krijgen wij een nieuwe ronde met nieuwe kansen. En het is uiteraard onze schuld als de nieuw gekozenen ons als vanouds negeren. Wat dom toch dat we nog steeds verkeerd kiezen, verkeerd thuisblijven en verkeerd blanco stemmen. Mijn moeder zei het al: of je door de hond of door de kat wordt gebeten, het doet allebei even zeer.