‘We ontleden de dynamiek van het wethouderschap’
In Nederland kan iedereen zonder vooropleiding wethouder worden, maar verwachtingen zijn torenhoog. Nu is er een handboek voor de wethouder.
Nederland wethoudersland. Veel zaken waarbij mensen de overheid ontmoeten vallen onder de verantwoordelijkheid van wethouders. In Nederland kan iedereen zonder vooropleiding wethouder worden. Ondanks dit ‘lekenbestuur’ zijn de verwachtingen van wethouders torenhoog. Een speciaal handboek voor de wethouder neemt de aanstaande, ervaren en afgetreden wethouder aan de hand.
In het ‘Handboek voor de wethouder’ delen allerlei auteurs hun inzichten over de veelzijdigheid en de dynamiek van het wethouderschap. Het boek wordt woensdagmiddag aangeboden aan minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het handboek kwam tot stand onder redactie van Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging.
Waarom was er eigenlijk nog geen handboek voor de wethouder?
‘Vier jaar geleden hebben we een wethoudersbundel verstrekt. Dat waren allerlei losse boekjes in een cassette met een inwerkprogramma erbij. Dat werd wel veel leesvoer. Het leek ons beter iets handzamers te geven, wat iets laagdrempeliger is. Dat bestond nog niet. Uit ons speurwerk bleek dat er honderd jaar geleden een juridisch handwerkboek voor wethouders is verschenen. Dat werd de inspiratie voor dit handboek. Het is een manier om ervaringen van wethouders onder de aandacht te brengen. Als Wethoudersvereniging houden we bijeenkomsten en workshops, maar er is ook een wereld te winnen bij niet-wethouders over wat wethouders doen, zoals ambtenaren en raadsleden.’
Het handboek is een naslagwerk voor de aanstaande, nieuwe, ervaren en afgetreden wethouders. Wat kan de aanstaande wethouder eruit halen?
‘Het eerste deel gaat over wat je moet weten als je wethouder wilt worden. Welke historie heeft het ambt? Maar ook: hoe moet je omgaan met de gemeenteraad? Hoe ga je om met je politieke aorta, je eigen fractie en partij? Die hele dynamiek proberen we voortijdig bekend te maken bij mensen die het erop willen wagen.’
Wat leert de ervaren wethouder?
‘Het middenstuk is gericht op wat je moet weten als je wethouder bent. Het ambt is heel dynamisch, het verandert continu, omdat de wereld ook steeds verandert. Bij de Wethoudersvereniging geloven we in een leven lang leren. Vanwege de dynamiek proberen we in het boek ook in te springen op de actualiteit. We laten wetenschappers aan het woord, mensen met een andere blik op het openbaar bestuur, zoals Geerten Boogaard en Julien van Ostaaijen. Dat zijn mooie hoofdstukken over hoe het ambt en de omgeving ervan zich ontwikkelen. Petra Habets schrijft over de politieke aorta en hoe vast je eraan zit. Die hoofdstukken bieden leuke nieuwe inzichten.’
En wat biedt het handboek aan de al afgetreden wethouder?
‘Voor het laatste deel hebben we een aantal voormalig en zittende wethouders gevraagd om aan te geven wat je moet weten als je wethouder-af bent. Er komt onder meer een re-integratiebureau aan het woord.’
Is het met de huidige personeelstekorten eigenlijk ook een probleem om wethouders te vinden?
‘Je ziet wel dat mensen vanwege de krapte op de arbeidsmarkt veeleisender en kieskeuriger kunnen worden: welke functie kies je uit? Voor sommige partijen blijkt het moeilijk om wethouders te vinden die aan hoge kwaliteitseisen voldoet die de samenleving over wethoudersambt heeft. Als je een goed betaalde stabiele baan hebt, laat je dat niet zo gemakkelijk los voor een onzekere baan waarin je de politieke wind van voren krijgt en je naam en imago op het spel staan. Wij zien het als onze taak het ambt aantrekkelijk te houden en mensen enthousiast te maken voor het ambt.’
Wat maakt het ambt zo mooi?
Het ambt is vooral mooi omdat je dingen voor de samenleving kunt realiseren, van betekenis kunt zijn op lokaal niveau en voor inwoners tastbaar impact kunt hebben. Er zijn weinig ambten die dat in zich hebben. Dat proberen we met dit boek onder de aandacht te brengen, ook voor mensen die twijfelen of ze uit het juiste hout zijn gesneden. Nu bij de collegevorming kloppen mensen wel bij ons aan of we nog een wethouder op het oog hebben. Dat komt voort uit een gebrek aan kandidaten in eigen gemeenten. Dat zie ik wel toenemen. Men is veel veeleisender geworden over wat wethouders moeten kunnen en wat de overheid moet regelen voor een samenleving. Op zoek naar een schaap met vijf poten is niet eenvoudig in een krappe arbeidsmarkt.’
Het handboek is ook nuttig voor mensen die in de omgeving van wethouders werken. Wat is het grootste misverstand dat er bestaat over het wethouderschap?
‘De grootste misvatting is dat het een erebaantje is. Alsof je het er als vrijwilliger even bij doet naast je reguliere baan. Het wordt wel verward met gemeenteraadslid. Maar het is natuurlijk meer dan een voltijdsbaan en heeft ook voltijds aandacht nodig. Ook in het samenspel in het gemeentehuis tussen gemeenteraad en college en ook met ambtenaren valt best wat tijdwinst te boeken met bevordering van het samenspel. Nieuwe wethouders hebben een goed jaar nodig om hun ambities in de steigers te zetten. De eerste honderd dagen zijn nodig om wegwijs te worden, maar als je die periode kunt verkorten, ben je eerder in staat om resultaten te boeken. Je werkt meer dan ooit samen met de ambtelijke organisatie, maatschappelijke instellingen en partners. Dat vergt andere competenties. In dit boek vertellen we uit welk hout je gesneden moet zijn en hoe je snel in die positie kunt komen. Er zijn de komende jaren immers vele uitdagingen. Den Haag stort de wetten uit en 1300 wethouders moeten het uitvoeren. Dat beseffen we nog niet zo goed. Pieter Verhoeve, burgemeester van Gouda, schrijft dat Nederland een wethoudersland is. Als dit boek eraan bijdraagt dat zij snel goed beslagen ten ijs komen, dan is onze missie geslaagd.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.