Politiezorg terug naar lokale basis
Grensoverschrijdende criminaliteit, cybermisdaad en gegevensuitwisseling vereisen weliswaar een nationale en soms Europese of mondiale aanpak, maar dat betekent niet dat politie en samenleving van elkaar moeten worden losgekoppeld. Van een dergelijke ontkoppeling is in ons land in toenemende mate sprake.
Het begrip ‘nationale politie’ is een contradictio in terminis. Een politieorganisatie behoort vanuit haar aard in hoofdzaak lokaal georiënteerd te zijn en niet overwegend nationaal. Burgers vragen bescherming en nabijheid. Vandalisme, ordeverstoringen, moord et cetera zijn situatiegebonden. Veiligheid heeft een grote feitelijke en objectieve component, maar de subjectieve beleving van mensen is een niet te onderschatten factor.
Grensoverschrijdende criminaliteit, cybermisdaad en gegevensuitwisseling vereisen weliswaar een nationale en soms Europese of mondiale aanpak, maar dat betekent niet dat politie en samenleving van elkaar moeten worden losgekoppeld. Van een dergelijke ontkoppeling is in ons land in toenemende mate sprake.
Vanuit dat perspectief bekeken, is de in 2013 ingevoerde nationale politie een ramp voor het land. In 2017 concludeerde de door de minister van Justitie ingestelde commissie-Kuijken dat het project nationale politie nog talrijke mankementen vertoont. Van een mislukking durfde deze commissie net niet te spreken, maar per saldo was dat wel de eindconclusie. Burgemeesters en cdk’s stuurden de afgelopen jaren regelmatig brandbrieven naar het kabinet waarin wordt geklaagd over de afstand tussen politie en burgerij. In theorie is er invloed op de politiezorg van burgemeesters, gemeenteraden en veiligheidsregio’s, maar in de praktijk marginaliseert die invloed steeds verder. Het departement van Justitie en de minister vervullen een allesbepalende rol, samen met de gecentraliseerde leiding van het politiekorps.
Het veiligheidsbeleid was voorheen een dominant agendapunt in gemeenteraden. Als er ergens nog lokale autonomie bestaat, dan is het wel in de sfeer van openbare orde en veiligheid. De invulling van die lokale autonomie is sinds 2013 echter als sneeuw voor de zon verdwenen omdat de zeggenschap van het lokaal bestuur in deze sector nauwelijks nog enige substantie heeft. Voorheen was het uitgangspunt dat het gezag van de lokale autoriteiten maatgevend is voor het beheer over de politie: beheer volgt gezag. In de huidige verhoudingen is het nationale beheer over de politie allesbepalend voor de lokale gezagsuitoefening. Voorheen werd er voorzien in evenwicht en balans omdat de minister van Binnenlandse Zaken het beheer voor zijn rekening nam en de minister van Justitie de justitiële taakstelling van de politie bewaakte.
Na de overgang van het gehele politie- en veiligheidsbeleid naar Justitie zijn deze evenwichten totaal verstoord geraakt en zijn vooral het lokaal bestuur en de burgemeesters als gezagsdragers van de politie daarvan de dupe geworden. Met de vorming van regionale politie en de vorming van veiligheids regio’s begon een centralisatie die in 2013 uitmondde in de vorming van de nationale politie. Wie terugkijkt naar alle incidenten en problemen van de afgelopen jaren in en rond de nationale politie moet concluderen dat het project niet is geslaagd en ingrijpen dringend noodzakelijk is. Maar de grote vraag is dan natuurlijk in welke richting die ingreep zich zou moeten bewegen. Een hernieuwde en totale reorganisatie van het politieapparaat is uitgesloten.
Die delen van de politie die zich met nationale vraagstukken bezighouden, alsmede de justitiële politietaken moeten bij het departement van Justitie blijven. De minister van Justitie blijft de beheerder over deze ‘Kriminalpolizei plus’. Voor het reguliere en plaatselijke politiewerk – in ieder geval kwantitatief de belangrijkste politiefunctie – functioneert een nieuw op te richten korps ‘Ordnungspolizei’. Dat korps heeft een gemeentelijke of intergemeentelijke inbedding. Het plaatselijke gezag is de dominante partij in dit korps.
De minister van BZK voert het beheer op afstand. Deze ‘Ordnungspolizei’ werkt samen met het grote leger aan (semi-)particuliere vormen van bewaking, handhaving en beveiliging dat als paddenstoelen uit de grond is gerezen. Via een dergelijke formele splitsing van de politiefunctie – die zich nu al informeel en sluipend voltrekt – kan het verband tussen politie en samenleving krachtig en snel worden hersteld.
2. de gemeenten / vng gaan vragen om meer bevoegdheden voor de boa's (die betaald worden door gemeenten)
3) het rijk draagt taken over.
Voila, de taken worden gedaan, maar nu betaald door gemeenten in plaats van het rijk.