Ministeriële powerplay
Een rijksinpassingsplan (RIP) schakelt het verzet van lagere overheden tegen grote projecten uit. Het ontneemt lokale bestuurders het recht om te beslissen over de toekomst van hun eigen gemeente. Spanningen met het Rijk zijn het gevolg.
Nederland staat bekend om zijn trage besluitvormingsprocedures op het gebied van grote energie- en infrastructuurprojecten. Waar China in een handomdraai beslist dat het land een nieuwe elektriciteitsdam gaat bouwen, duurt het in Nederland soms wel 10 jaar voordat alle procedures zijn afgerond.
Lokale overheden hebben veel inspraak in de besluitvorming. Voor nieuwe grote projecten moeten hun bestemmingsplannen altijd worden gewijzigd. Dat kan jaren duren. En als de lokale overheden en het Rijk er toch niet uitkomen, kunnen de lokalen nog naar de Raad van State om jarenlang te procederen. Aan die situatie moet een einde komen, vindt het kabinet. Mede daarom is het rijksinpassingsplan (RIP) bedacht.
Dit instrument is in het leven geroepen om de besluitvorming rond energie- en infrastructuurprojecten efficiënter te maken. Sinds vorig jaar kan het RIP onder meer worden toegepast op nieuwe energieprojecten die van belang zijn voor de nationale economie, zoals windmolenparken of gasopslag in lege aardgasvelden.
Het RIP regelt dat de ministers van Ruimtelijke Ordening (VROM) en Economische Zaken (EZ) bestemmingsplannen eigenhandig kunnen wijzigen. De nieuwe regel schrijft wel voor dat ministers moeten overleggen met lokale overheden. Maar waar lokale bestuurders dwarsliggen, mogen ministers het bestemmingsplan geheel zelf aanpassen én doordrukken. Daarnaast geeft het RIP ministers de bevoegdheid om zelf vergunningen te verlenen aan opdrachtnemers van grote projecten.
Gasopslag
Eén van de eerste slachtoffers van het RIP is de gemeente Bergen. Als het aan de - inmiddels demissionaire - minister Van der Hoeven (EZ, CDA) ligt, moet het lege aardgasveld onder dit dorp in de toekomst worden gebruikt voor gasopslag. Gasbedrijf TAQA mag dan gas opslaan en bij schaarste oppompen en verkopen aan derden. Hoewel het plan er mooi uitziet, is de gemeente Bergen faliekant tegen. ‘Sinds 1972 hebben we al twee aardbevingen gehad door gaswinning. Met de gasopslag blijft het risico op een nieuwe ramp aanwezig’, aldus wethouder Adri Plomp (VVD).
Uit zorg voor de veiligheid van zijn inwoners ging hij afgelopen zomer met Van der Hoeven in overleg. ‘We vroegen: “Wat doet u als Bergen zegt: wij willen geen gasopslag.” De minister antwoordde: “Daar is het RIP voor en dan nemen wij het besluit van u over.” We voelden ons buitenspel gezet.’ Vervolgens kwam de minister conform de spelregels van het RIP naar Bergen om te luisteren naar tegenstanders. Naar aanleiding van het bezoek stelde ze een extra technisch onderzoek in naar de gevaren.
Amerikaanse wetenschappers concludeerden dat de kans op zware bevingen door gasopslag wel degelijk aanwezig is. Toch zette de minister door. In het najaar kwam ze met een concept-RIP. Geen enkel advies van Bergen was meegenomen. Onacceptabel, vindt Plomp. ‘Daarna hebben we opnieuw een overleg met haar gehad. Weer hebben we onze bezwaren kenbaar gemaakt.’ Nu wacht Bergen op het definitieve versie van het RIP. De wethouder leeft tussen hoop en vrees. ‘Je zit op de bagagedrager van een fiets met de minister aan het stuur. Als je eraf wordt gegooid, fietst de minister door en blijf je machteloos achter.’
Serieus
Volgens het ministerie van Economische Zaken heeft het RIP alles in zich om lokale bestuurders te betrekken bij het nieuwe besluitvormingsproces. ‘Als het eerste concept van het RIP is opgesteld, krijgen bestuurders 6 weken de tijd om hun zienswijzen kenbaar te maken. De minister neemt die zeer serieus en betrekt de bestuurders bij het opstellen van het RIP. Dat wordt ter inzage gelegd en belanghebbenden kunnen daarop opnieuw hun zienswijzen geven’, zegt woordvoerder Jan van Diepen. In Bergen is Van der Hoeven netjes te werk gegaan. Van doordrukken is geen sprake.
‘De minister heeft in augustus per busje met bestuurders de betrokken locaties bekeken. Onderweg is ze uitgestapt om petities van actievoerende tegenstanders in ontvangst te nemen. Ook heeft ze vragen beantwoord op een informatiebijeenkomst’, zegt Van Diepen. Na haar bezoeken heeft Van der Hoeven de bezwaren meegewogen in haar besluitvorming. Het doel van de werkwijze van de minister is het creëren van draagkracht voor grote energieprojecten bij bestuurders en bewoners.
‘De minister wil zicht hebben op standpunten en overwegingen van lokale bestuurders en andere belanghebbenden.’ Toch is de situatie in Bergen geen uitzondering. Ook in de gemeente Barendrecht roept het RIP problemen op. Van de regering moet hier CO2 worden opgeslagen in een leeg aardgasveld zodat Nederland zijn CO2-uitstoot kan terugdringen.
‘We gingen naar Van der Hoeven en zeiden: ‘Wat maakt u ons nou? Weet u dat draagvlak van groot belang is? U moet de psychologische effecten van CO2-opslag niet onderschatten bij de bevolking’, zegt wethouder Simon Zuurbier (VVD). De minister stelde onderzoeken in en er kwam een informatieavond voor de inwoners. Zuurbier: ‘In een van de eerste onderzoeken staat dat het een slecht idee is om CO2 op te slaan in dichtbevolkte gebieden. Wij twijfelen dus enorm aan dit plan.’
Van der Hoeven stelde met haar inmiddels afgetreden collega Cramer (VROM, PvdA) een nieuw veiligheidsonderzoek in dat uitwees dat de risico’s klein zijn. Ook na een bezoek aan de gemeente hielden ze vast aan hun plan. Het stadje was verbijsterd en verontwaardigd. ‘Ik kan dit plan niet verkopen en wil het ook niet verkopen’, zegt de wethouder. ‘Ik kom op voor de belangen van mijn bewoners en niet voor tegenstrijdige plannen van het Rijk.’ De bewindsvrouwen kwamen naar het hol van de leeuw voor een gesprek met boze burgers. Zuurbier weet wel waarom: ‘Als het toch mislukt, kunnen ze in Den Haag zeggen: we hebben er alles aan gedaan.’
De gemeenteraad stemde al in juni 2009 tegen het plan. ‘We zijn onlangs uitgenodigd om te overleggen over het RIP, maar dat doen we bewust niet. We volgen het proces vanaf de zijlijn.’ De Tweede Kamer eiste van Van der Hoeven dat ze binnen 3 maanden de nationale noodzaak van de CO2-opslag aantoont. Intussen beraamt Zuurbier zich over mazen in de procedures van het RIP. ‘Als het kan, willen we naar de burgerrechter en de voorzieningenrechter.’
Handig
Maar niet alle lokale bestuurders die te maken krijgen met het RIP staan op hun achterste poten. ‘De initiatiefnemers van het project Windpark Noordoostpolder onderhandelen al meer dan 10 jaar met het Rijk over een windmolenpark in onze gemeente. Voor ons het is RIP een handig middel om de komst van de molens te versnellen’, zegt woordvoerder Pauline Lodewegens van de gemeente Noordoostpolder. In deze gemeente moeten tussen de tachtig tot honderd grote windturbines komen. De bestuurders kunnen niet wachten op het RIP.
‘Je geeft het aanpassen van je bestemmingsplan bewust uit handen. Met het RIP weet je zeker dat de lijnen met het Rijk korter worden en dat je straks geen extra ambtenaren hoeft aan te nemen voor bijvoorbeeld het verlenen van vergunningen. Het scheelt een jaar in tijd. Daar zijn wij blij mee.’
De vreugde van de gemeente Noordoostpolder is echter niet voelbaar in de buurgemeente Urk. ‘Wij krijgen die torenhoge molens naast onze gemeentegrens. Ze verpesten het aangezicht van ons dorp’, zegt woordvoerder Van der Zwan. Voor zijn gemeente is het RIP eerder een vloek dan een zegen. ‘Wat hebben wij nou aan het RIP? Omdat de molens niet op ons grondgebied komen, hoeven wij niet eens mee te praten.’ De gemeenteraad heeft daarom zelf criteria opgesteld waaraan de windmolens moeten voldoen. Zo moeten ze onder andere 7 kilometer van de vuurtoren vandaan staan.
‘We hopen dat de minister onze bezwaren meeneemt, maar met zo’n RIP weet je het maar nooit.’ Volgens het ministerie verandert er door de val van het kabinet niets aan het RIP Noordoostpolder. ‘Het is een lopende zaak, het gaat door’, zegt een woordvoerder.
RIP bij één op de vijf projecten
Bij ongeveer 20 projecten ‘van nationaal belang’ wordt een RIP gemaakt. Eén plan is inmiddels vastgesteld: voor de zuidring van de hoogspanningsverbinding in de Randstad. RIP’s voor andere energie-infraprojecten zijn in voorbereiding, evenals voor drie waterbergingen zoals gepland in het rijksbeleid ‘Ruimte voor de rivier’. Ten slotte komen er RIP’s voor de ontpoldering van de Hedwigepolder en natuurmaatregelen in natuurgebied ’t Zwin. ‘Bij het bepalen of er een Rijksinpassingsplan nodig is, kijken we naar het nationale belang van het project’, zegt VROM-woordvoerder Jan-Jaap Eikelboom.
Er zijn criteria opgesteld om het nationale belang vast te stellen. Ook moet het gaan om projecten die letterlijk en figuurlijke grenzen van lokale overheden overschrijden. ‘De besluiten rondom een nieuwe kerncentrale kun je bijvoorbeeld niet in handen laten van een gemeente of provincie’, aldus Eikelboom. Van willekeurig toepassen bij - potentiële - dwarsliggers is volgens hem geen sprake: ‘Alle gemeenten die nu ontevreden zijn over het RIP, hebben wel degelijk met ons aan tafel gezeten.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.