Omvang winst drugshandel ‘van ondergeschikt belang’
Een onafhankelijke denktank kwam met een aantal revolutionaire adviezen om het drugsbeleid te verbeteren. ‘Interessant’, aldus de minister.
In een rapport over de aanpak van drugscriminaliteit in Nederland adviseert de onafhankelijke denktank DenkWerk onder meer xtc en cannabis te reguleren en juist hard op te treden tegen cocaïnesmokkel. Daarbij zou de focus moeten liggen op de havens. Minister Dilan Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid ondersteunt het laatste advies en noemt veel bevindingen ‘interessant’.
Denktank
D66-Kamerlid Joost Sneller wilde graag weten hoe de minister aankijkt tegen de adviezen in het rapport ‘Drugs de Baas’ van DenkWerk, waarin onder meer topambtenaar Bernard ter Haar, econoom Barbara Baarsma (Rabobank) en oud-minister Hans Wijers zitting in hebben. De kern van het rapport is dat niet alle drugs dezelfde aanpak vereisen en dat een fundamenteel anders en ‘geloofwaardig’ drugsbeleid daarom cruciaal is.
Interessant
Sneller wil van de minister weten welke conclusies en beleidsaanbevelingen uit het rapport zij deelt. Yeşilgöz antwoordt dat zij ‘met interesse’ kennis heeft genomen van het rapport, maar daar blijft het dan ook grotendeels bij. Alleen bij het advies om bij de aanpak van cocaïnesmokkel te focussen op de havens raakt het rapport direct aan het al ingezette plan van aanpak om grootschalige drugssmokkel via logistieke knooppunten tegen te gaan.
Logistieke knooppunten
Dit plan focust zich op vijf grote logistieke knooppunten: de Rotterdamse haven, de havens van Zeeland en West-Brabant, het Noordzeekanaalgebied, Schiphol en de bloemenveilingen. Verder wordt gekeken naar overkoepelende maatregelen, zoals het wegnemen van knelpunten in de informatiedeling, het maken van internationale afspraken met het oog op het gelijk speelveld en het onderzoeken van aangescherpte screeningsmogelijkheden. Er is 24 miljoen structureel beschikbaar voor deze aanpak. Eind 2022 krijgt de Tweede Kamer meer informatie over het plan.
Onderscheppingen
Maar op de meer revolutionaire adviezen reageert de minister meer afhoudend, zich bijvoorbeeld verschuilend achter internationale verdragen, zoals bij het advies om de binnenlandse keten van xtc te reguleren. Wel vindt ze het aannemelijk dat ‘onderscheppingen’ (in tegenstelling tot de situatie in de cocaïnehandel) amper impact hebben op het verdienmodel voor Nederlandse cannabis en synthetische drugs, zoals een van de bevindingen luidt. Logisch, omdat Nederland een productieland is van synthetische drugs of het middel afkomstig is van kleine aanbieders (cannabis) en onderscheppingen daardoor gemakkelijker te compenseren zijn of minder invloed hebben. Tegelijk vindt de minister dat een onderschepping wel de specifieke criminele groepering kan treffen, zeker als er ook succesvolle vervolging plaatsvindt.
MDMA
Legalisering van MDMA is volgens de minister dus niet mogelijk door ‘onze gebondenheid aan internationale verdragen’, maar wel noemt ze de staatscommissie die de status van MDMA gaat onderzoeken in het kader van de volksgezondheid en advies uitbrengt over de voor- en nadelen van medicinaal gebruik. Ook maakt de commissie een analyse vanuit verschillende disciplines van risico’s voor de gezondheid, preventie en de Europese context en relevante verdragen.
Ondergeschikt belang
De minister noemt de berekening van DenkWerk dat Nederlandse groothandelaren van xtc en speed jaarlijks niet ‘vele miljarden’ winst maken, maar tussen de 300 en 700 miljoen euro ‘interessant’, al wijst ze erop dat het om aannames gaat, net als in andere onderzoeken. Het kennen van de exacte omvang van de winst van Nederlandse groothandelaren vindt de minister ‘van ondergeschikt belang’. ‘Deze middelen zijn verboden omdat ze een risico vormen voor de gezondheid en veiligheid van mens en maatschappij’, schrijft ze. ‘Daarbij komt dat ook als het gaat om honderden miljoenen, deze criminele winsten zelf eveneens kwalijk zijn, bijvoorbeeld als het gaat om oneigenlijke concurrentie door criminele investeringen in legale bedrijfstakken.’
Methodiek
Van de berekeningsmethodiek en de analyse die tot de conclusie leiden van DenkWerk dat het onderscheppingspercentage van cocaïne in de havens van Rotterdam en Antwerpen tussen de 50 en 60 procent ligt, heeft het kabinet ‘met belangstelling kennisgenomen’. ‘Het betreft een methodiek die, voor zover ons bekend, nog niet eerder is toegepast. Wij zien in de toegepaste methodiek geen significante lacunes.’
Break-even point
DenkWerk noemt een “break-even point”, waarna cocaïnehandel niet meer winstgevend is. Daarvoor zou een onderscheppingspercentage van 75 procent vereist zijn. Volgens Yeşilgöz een ‘interessante invalshoek’, die het belang onderstreept van het inzetten op de mainports als belangrijk kanaal voor drugssmokkel. Ze vindt de focus op de Rotterdamse haven ‘logisch’, maar aandacht voor andere (lucht)havens in Nederland en andere logistieke stromen ook ‘noodzakelijk’. ‘We blijven ook alert op het waterbedeffect en het verschuiven van routes.’ Zo komt ze weer uit bij het plan van aanpak om grootschalige drugssmokkel via logistieke knooppunten tegen te gaan.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
1x = incident
Terugkerend = structureel
Dan komen ook de zgn onschuldige afnemers in beeld, die zijn wezenlijk onderdeel van het structurele probleem.