Minister in Fryslân
Sietske Poepjes (CDA) is de jongste gedeputeerde van Nederland. ‘Een droom is uitgekomen’, zegt de 32-jarige vissersdochter uit Makkum, die vorige maand werd geïnstalleerd in het Provinciehuis in Leeuwarden.
Een gedeputeerde in pak ‘m beet Utrecht of Zuid-Holland hoeft niet bevreesd te zijn (of de hoop te koesteren) dat hij of zij in de winkelstraten van Nieuwegein of Schiedam wordt herkend. In Fryslân is dat gans anders, heeft Sietske Poepjes (32) gemerkt. Het IJsselmeerdorp Makkum liep vorige maand uit toen bekend werd dat vissersdochter (paling en garnalen), dorpsgenote en Statenlid Poepjes gedeputeerde zou worden in het Provinciehuis in Leeuwarden. De zaterdag nadat ze door scheidend gedeputeerde Sjoerd Galema van huis was gehaald in een elektrische Tesla sportwagen, ging ze nietsvermoedend schoenen kopen in Sneek (Sietske houdt van winkelen).
Sietske Poepjes: ‘ Opeens werd ik op straat herkend. Een gedeputeerde is hier een halve minister, wat zeg ik, een hele minister. Friezen zullen je niet snel aanspreken, maar als je bij de kassa staat, komen de verhalen los. Felicitaties, complimenten, maar ook de gebruikelijke preken. ‘‘Unthâld goed datsto foar de fryske mienskip wurkest.” Ik moet er nu rekening mee houden dat het boodschappen doen 3 kwartier langer duurt.’
Populariteit
De populariteit van provinciaal bestuurder Poepjes komt niet uit de lucht vallen. De jeugdigheid en de benaderbaarheid van ‘s lands jongste gedeputeerde spelen vast een rol, maar in het hoge noorden voelen de mensen zich in tegenstelling tot de andere provincies ook sterk betrokken bij de provincie. Poepjes: ‘Aan de borrel bij het laatste IPO-congres in Haarlem merk je hoeveel dichter de provincie Fryslân op de burger staat dan welke andere provincie ook en hoeveel meer de provincie hier wordt gewaardeerd.
Ook toen ik nog geen Statenlid was, hadden mensen in mijn omgeving een goed beeld van wat de provincie doet. We doen iets met onze taal en cultuur. We spreken in de Statenvergaderingen Fries, net als in de collegevergaderingen. De stukken zijn in het Fries. Het Fries zit in onze genen. Dit is myn memmetaal. Het is de taal waarin je leeft, waarin je scheldt, waarin je liefhebt. De provincie verbindt en stuurt daarbij. Maar ook heel praktisch: Fryslân is een plattelandsprovincie. Op dat vlak, denk aan natuurbeheer en infrastructuur, heeft de provincie heel veel in de melk te brokkelen.’
En dan zit Sietske Poepjes in de goede hoek als provinciebestuurder, want ze mag zich bemoeien met de digitale agenda, verkeer en vervoer, waterstaat en milieu. ‘Daarmee is een droom uitgekomen. Ik vind het leuk om aan de knoppen te zitten; om het verschil te kunnen maken. Niet voor sommige minsken, maar voor álle Friezen. En dat kan ik met mijn portefeuille.
Denk aan de verglasvezeling van Fryslân. Iedere Fries moet vanaf zijn eigen adres - of dat in de stad is, in een dorp of tussen de weilanden - over een hoogwaardige internetverbinding kunnen beschikken. Daarmee kun je grote sociale en economische winst behalen. Ouderen die zorg nodig hebben, moeten niet drie dorpen verderop worden geholpen in een bus die er niet meer is, maar met behulp van een beeldtelefoon direct verbinding kunnen leggen met een apotheek. Als gedeputeerde krijg ik nu mailtjes waarin de Friezen klagen dat het internet als stroop uit de kelder loopt. Ze willen dat ik dat regel.’
Machteloos
En dus is Poepjes aanspreekbaar en twittert ze zich (in het Fries) een ongeluk. ‘Doe je dat niet, dan gaan mensen zich machteloos voelen en afgesloten. Wat mij betreft was de geslotenheid van de partij ook de belangrijkste reden voor de laatste verkiezingsnederlagen van het CDA. Balkenende had in de loop van jaren een noodzakelijke club om zich heen verzameld, die verwerd tot een onneembaar bastion. Daarvoor zijn we terecht afgestraft’, aldus CDA’er Poepjes.
Ze is, zoals ze dat zelf noemt, eigen CDA-kweek en zegt: ‘Ik heb altijd een emotionele voorkeur gehad voor het CDA en werd als student partijlid, maar wel slapend, want in je studietijd heb je wel wat anders te doen. Na mijn studie heb ik de zomerschool gedaan om kennis te maken met de politiek en om te ervaren wat mij aan het CDA bond. In 2004 heb ik gesolliciteerd voor de Kaderschool van het CDA. Mijn ouders hebben dat betaald, want het was een hoop geld. Een prachtige en ontzettend leerzame tijd.
Het CDA heeft een evenwichtige kijk op de rol van de overheid. Doen wat moet, maar mensen wel hun vrijheid laten. Op de Kaderschool leerde ik één ding: als je wat wilt, moet je er zelf achteraan maar is er ook plek voor je. Wil je Kamerlid worden? Denk er eens over na. Die mogelijkheden werden ons altijd voorgehouden.’
Razendsnel
Na de Kaderschool aan het Steenkamp Instituut in Den Haag ging het razendsnel met de ambtenaar juridische zaken in de Oost-Friese gemeente Lemsterland. Ze kwam op plaats 13 bij de Statenverkiezingen van 2007 en klom uiteindelijk op naar de tweede plek in de CDA-fractie.
‘Ja, het CDA zag mij als een talent’, weet Poepjes. In juni meldde CDA-gedeputeerde Sjoerd Galema dat hij per 21 september zou vertrekken naar multinational Friesland Campina. De bestuurlijke carrière van Sietske Poepjes stond op het punt van beginnen. Poepjes: ‘Ik wilde het heel graag, maar dat zeg je natuurlijk niet hardop, en sprong een gat in de lucht toen ik door de partij kandidaat werd gesteld. Ik had na de laatste Statenverkiezingen nadrukkelijk gesolliciteerd naar de functie van vice-fractievoorzitter. Na 2 jaar zou ik met het oog op de verkiezingen van 2015 stuivertje wisselen met fractievoorzitter Henk van der Veen.
Ook in Fryslân moeten we met jonge gezichten in beeld komen. Het was voor niemand een geheim dat ik meer te vertellen wilde hebben en ambities had. Je ziet trouwens dat meer jonge mannen en vrouwen hun kop opsteken in de provinciale politiek. Dat is goed, want nu is de provincie nog veelal een zaak van oudere heren. We moeten geen jeugdkamp van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten maken, maar een mix van jong en oud is heilzaam. Oud brengt levenservaring met zich mee, jong brengt dynamiek.’
Zoutwinning
Die dynamiek is volgens gedeputeerde Poepjes bijvoorbeeld nodig om politiek Den Haag duidelijk te maken dat Fryslân af wil van de zoutwinning in het noordwesten van de provincie. De provincie, daartoe aangespoord door de gemeenten, heeft genoeg van de verzilting en de daling van de bodem. Verantwoordelijk CDA-minister van Economische Zaken Verhagen kan dus binnenkort een delegatie onder leiding van gedeputeerde Poepjes op de stoep verwachten.
Even verderop in het Haagse mag VVD-minister Schultz van Infrastructuur en Milieu zich opmaken voor een nieuwe lobby uit Leeuwarden onder aanvoering van Poepjes voor het provinciale primaat bij de aanleg van rijkswegen.
Sietske Poepjes: ‘Wij hebben met de A7 bij Sneek aangetoond dat we de kennis in huis hebben om nu het knooppunt bij Joure en de vervanging van de brug Skarster Rien tussen Lemmer en Joure door een aquaduct ter hand te nemen. En dat geldt ook voor de verbreding van de N31 bij Harlingen. De minister staat er wel voor open. Ze geeft het geld na 2020. Wij willen voorfinancieren, zodat het aquaduct er eerder ligt. Maar er is nog niets gebeurd. Het gaat over zoveel schijven binnen de afdelingen en de agentschappen, dat ik moet vrezen dat we er in Leeuwarden nooit meer iets van horen. Der hâlde wy net fan. We kunnen het hier zelf.’
Woordgrappen
Geen kinderachtige woordgrappen over Poepjes in Den Haag, maar nu we het er toch over hebben: heeft ze geen last van haar achternaam? In het leven van alledag en in het openbaar bestuur. De eigenaresse: ‘Mijn naamsbekendheid is groot, dat is een voordeel. Natuurlijk, je hebt ermee te maken, maar ik heb er nooit last van gehad. Tijdens mijn studententijd waren huisgenoten na een week gewend aan Poepjes.
Vooral buiten Fryslân reageert men verbaasd; hier is het geen rare naam. Ik vergeet het altijd, maar oh, daarom fronst die mijnheer zijn wenkbrauwen als hij hoort hoe ik heet. Bij het congres van het IPO in Haarlem zal dat vast niet anders zijn geweest. Het is zoals het is. Asto der lest fan hast, lit my der dan buten. Het is mijn naam. Hij is verre van elegant, ik had hem ook niet uitgezocht als ik een achternaam had mogen uitkiezen, maar hij hoort bij mij en ik heb het er maar mee te doen. Nu ik er over nadenk, weet ik niet eens of ik de naam van een eventuele echtgenoot zou aannemen. Het is toch een soort van geuzennaam. Ik zou moeite hebben om er afstand van te doen; wolst dat wol leauwe?’
CV
Sietske Poepjes (21 augustus 1979) komt uit een vissersgeslacht in het Friese Makkum. Ze studeerde staats-en bestuursrecht en rechtstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna ging ze als juriste werken bij de gemeente Lemsterland en werd ze juridisch adviseur van de Stichting Duurzame Garnalenvisserij. In 2004 werd Poepjes politiek actief, waarna ze in 2007 namens het CDA in Provinciale Staten van Fryslân kwam. Sinds 21 september 2011 is ze gedeputeerde met de portefeuilles verkeer en vervoer, waterstaat, milieu, internationale contacten en de digitale agenda.
‘No-nonsense, maar niet populistisch’
Wat is het mooiste van de politiek?
Dat je ogenschijnlijke tegenstellingen weet te overbruggen. Mensen komen voor hun eigen zaken op, want alleen zo komt het goed, denken ze. In de politiek komt dat van alle kanten samen. In de Staten van Fryslân, of als je naar Brussel gaat met de andere noordelijke provincies. Opeens merk je dan dat er veel overeenkomsten zijn en dat je het met z’n allen beter kunt doen. Dat geldt ook voor de samenwerking met politieke partijen.
En het ergste?
Als je bestuurlijke beslissingen neemt, doe je weleens één kant te kort. Bij het onvermijdelijke sluiten van een compromis stel je mensen teleur. Dat is niet leuk.
Je bent premier, wat verander je dan?
Minder regels. En dan ook écht minder regels. Want wat doen we nu? Er gaat een nieuwe wet over de ruimtelijke ordening heen, en dat zijn dan die minder regels. Objectief gezien is dat waar, maar in de praktijk moeten alle ambtenaren nieuwe regels leren. Dan gaat het weer helemaal mis, want niemand snapt echt hoe de vork in de steel zit. We moeten letterlijk wetten eruit gooien. Alle subwetten onder de ruimtelijke ordening zoals de Wegenwet, Woningwet - je wordt er gek van. Maak één wet op de ruimtelijke ordening en schrap de besluiten. Maar tegelijk: minder regels wel consequent handhaven.
Wie is je politieke voorbeeld?
In inspirerende zin is dat Barack Obama, in de keiharde politieke zin is dat oud CDAvoorzitter en huidig staatssecretaris Henk Bleker. Hij spreekt mij wel aan. Een beetje no-nonsense maar niet populistisch. Niet koste wat het kost de De Telegraaf- lezers naar de mond praten. Er steekt een verhaal achter. Het is zo mooi om hem bij Pauw & Witteman te zien, het contrast met dat bekakte Hooghaarlemmerdijks. Daar zit toch ook niet iedereen op te wachten? Bleker raakt daardoor niet geïntimideerd, sterker volgens mij zet hij zijn Groningse accent nog even aan.
Je politieke carrière eindigt abrupt. Wat dan?
Daar heb ik geen seconde over nagedacht. Ik ben net begonnen in Leeuwarden. Ik kan een mooi zwamverhaal houden, maar daar heb je niets aan. Maar ik zal hoe dan ook doen waar mijn hart in zit.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.