Miljarden nodig voor krimp platteland
Om de bevolkingsdaling op het platteland op te vangen, is de komende jaren zo’n 5 miljard euro nodig. De grote plattelandsgemeenten presenteren volgende week een handreiking om passend beleid te ontwikkelen. ‘Leefbaarheid is emotie.’
De P10, samenwerkingsverband van de tien grootste plattelandsgemeenten, heeft de afgelopen maanden laten onderzoeken wat er allemaal nodig is om de krimp op het platteland op te vangen.
Bestaande onderzoeksrapporten werden tegen het licht gehouden. Daarnaast werden bijeenkomsten belegd met onder anderen wetenschappers, ambtenaren van ministeries, corporatiedirecteuren en vertegenwoordigers van dorpsraden.
Er is vooral behoefte aan nieuw en onorthodox beleid, stelt de P10. Om dit goed van de grond te krijgen, zal in de komende 25 jaar een geldbedrag van om en nabij de 5 milard euro nodig zijn, zo blijkt uit het onderzoeksrapport, dat volgende week donderdag wordt gepresenteerd op een congres in Arnhem.
Verpaupering
Een groot deel van het geld gaat op aan de sloop van overbodig geworden woningen. Maar er moet ook worden geïnvesteerd in bijvoorbeeld het ontmantelen van bestaande voorzieningen, het tegengaan van verpaupering, het opnieuw inrichten van leeg komende plekken en het laten rijden van schoolbusjes tusen plattelandskernen. Daarnaast zal door de toenemende vergrijzing extra geld nodig zijn voor het verstrekken van hulpmiddelen en het aanpassen van woningen.
‘Wij pleiten voor een door het Rijk op te zetten fonds plattelandsvernieuwing’, zegt Henk Aalderink, voorzitter van de P10, burgemeester van Bronckhorst en bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). ‘We moeten nu investeren, om te voorkomen dat we straks een veelvoud van het geïnvesteerde bedrag moeten bijleggen. Er moet evenwicht komen tussen de stad en het platteland. Dit wil niet zeggen dat er voor beide even veel geld beschikbaar moet zijn. Maar de balans slaat nu wel erg nadrukkelijk door naar de steden. Daarom zeg ik tegen het Rijk: kom in beweging!’
Daarmee is niet gezegd dat alleen het Rijk over de brug moet komen, benadrukt Aalderink. Provincies, gemeenten, en het bedrijfsleven zullen eveneens een bijdrage moeten leveren. ‘Banken hebben er bijvoorbeeld alle belang bij om te participeren’, meent Arne van Hout, directeur van de afdeling Ontwikkeling in Bronckhorst en secretaris van de P10, ‘want wat zijn hun hypotheken nog waard als onder invloed van bevolkingskrimp woningen in waarde gaan dalen? Hetzelfde geldt voor corporaties. Ook zij hebben er belang bij dat hun onroerend goed niet te veel in waarde daalt.’
Oude schuur
Henk Aalderink doet daarnaast een beroep op de bevolking. ‘We moeten met zijn allen de schouders eronder zetten. En dan heb ik het even niet over geld. Van burgers mag worden verwacht dat zij zich actief inzetten om de leefbaarheid in hun dorp of regio op peil te houden. Bouw een leegstaand pand met hulp van vrijwilligers om tot gemeenschapshuis.
Maak een oude schuur geschikt voor kinderopvang. We staan aan het begin van een proces. Het platteland is altijd gewend geweest om de mouwen op te stropen. Maar we hebben in dit geval wel hulp nodig, want alleen redden we dit niet.’
Volgens Aalderink heeft de P10 ernaar gestreefd om de behoeften voor het platteland nauwgezet in beeld te brengen. ‘We hebben de vraag gesteld: wat is er nodig om het platteland leefbaar te houden? En voor het antwoord op die vraag willen we niet uit de heup schieten. Daarom was dit onderzoek nodig.’
Bijkomend aspect was dat de P10 zelf ook onvoldoende zicht had op alle aspecten van de bevolkingsdaling. ‘We wilden het voor onszelf inzichtelijk maken. Dat was ook de enige manier om een handleiding te kunnen maken. Via deze handleiding kunnen gemeenten straks zelf bepalen welke keuzes zij willen maken’, zegt Arne van Hout.
Ontmoeten
Binnen de P10 is Sluis de enige gemeente die nu al krimpt. De negen andere gemeenten uit het samenwerkingsverband behoren tot de zogeheten ‘anticipeerregio’s’ (zie kader). De mogelijke oplossingen die de P10 in de handleiding aanreikt, zijn bruikbaar voor elke plattelandsgemeente, aldus Van Hout.
Volgens Aalderink moeten gemeenten het zoeken in creatieve oplossingen: ‘Het begrip “leefbaarheid” is voor 90 procent emotie. Lege schoolgebouwtjes zijn er nu ook al; dat is niets nieuws. We gaan er daarom ook niet voor pleiten om in krimpgebieden nieuwe scholen te bouwen, of bestaande scholen geforceerd in stand te houden. Je kan nu eenmaal niet 32 schooltjes overeind houden in 34 kernen. Daarom moet je op andere manieren zorgen voor een plek waar onderwijs wordt gegeven.’
‘Ik denk aan een gebouw’, vervolgt Aalderink, ‘waarin je links een deur hebt om naar de naschoolse opvang te gaan, en rechts een deur naar de ouderenopvang. En verder kan er dus worden lesgegeven. De centrale hal maak je extra ruim, zodat de muziekvereniging er kan oefenen. Mensen willen nu eenmaal een plek waar ze elkaar kunnen ontmoeten; dát is leefbaarheid. Al zul je er wel voor moeten zorgen dat ook inwoners van omliggende kernen bij het gebouw kunnen komen. Dit betekent dat je bijvoorbeeld moet zorgen voor extra busvervoer.’
Agenda
Volgens Arne van Hout zijn in krimpgebieden al veel projecten van de grond gekomen die andere gemeenten kunnen inspireren. Ze worden in de handleiding uitgebreid beschreven. Toch is het putten uit praktijkervaringen niet voldoende, zegt Aalderink. ‘Er is ook bestuurlijk lef nodig’, is zijn overtuiging. ‘In de Achterhoek waren er plannen voor de bouw van 14 duizend woningen. Daarvan willen we er 8 duizend schrappen om leegstand en verloedering in de toekomst te voorkomen. Maar je maakt je als wethouder niet populair als je in de raad moet vertellen dat je veel minder huizen gaat bouwen, en dat er misschien ook nog een schadeclaim van een projectontwikkelaar komt.’
Gelukkig is tot op bijna alle niveaus doorgedrongen dat bevolkinsdaling aandacht verdient, zegt Aalderink. ‘De majesteit heeft het woord “krimp” zelfs in de Troonrede genoemd. Ik heb zitten smullen voor de tv. Kennelijk staat voor vrijwel iedereen inmiddels vast dat we iets moeten doen.’
Volgens Ria Waarle, adviseur bij BMC en door de P10 in de arm genomen als projectleider, worden succesvolle projecten de komende tijd ook op P10-website belicht. Tijdens het P10-congres wordt de handleiding, onder de titel Zomer in Nederland, een toekomstbestendig platteland, volgende week met alle deelnemers besproken en aangevuld. De uitkomsten worden ter kennis gebracht van de ministeries. Dit moet leiden tot ‘een gezamenlijke agenda’ voor de toekomst.
10 regio’s gaan krimpen
Volgens het landelijk actieplan Krimpen met Kwaliteit telt Nederland drie krimpregio’s (Noordoost-Groningen, Parkstad Limburg en Zeeuws Vlaanderen) en tien zogeheten ‘anticipeerregio’s’. In de drie krimpgebieden loopt het aantal inwoners en huishoudens al terug, in de tien andere gebieden gaat dit in de toekomst ‘substantieel en structureel’ gebeuren. Het rapport van de P10 is vooral van belang voor de tien anticipeerregio’s. Dit zijn: Midden- en Noord-Limburg, de Achterhoek, Oost-Drenthe, Twente, het Groene Hart, West-Brabant, Noordoost- en delen van West-Friesland, Kop van Noord Holland, Schouwen-Duivenland, Goeree-Overflakkee, Voorne-Putten en de Hoeksche Waard.
Het P10-congres wordt donderdag 7 oktober vanaf 13 uur gehouden in het provinciehuis te Arnhem. Voor meer informatie en aanmelding: www.P-10.nl
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Dan maar geen sporthal of zwembad, komen we wel overheen. Lekker rustig, ruimte, schone lucht en stilte. Ik kan niet wachten op de krimp. Laat maar komen.
btw. lol @ fotootje.
Het is schokkend deze onzin te moeten lezen. Het is uitermate schokkend te lezen dat er huizen afgebroken gaan worden; voorzover ik me herinner is het al gebeurd in Groningen ( prov. ). Zelf van 1947, geb en getogen in Asd, was mijn eerste huis een zolderkamer in onderhuur voor vader moeder en zoon.
Mijn jongste kind, een zoon van 1991 , kan ook geen woning krijgen; geloof dat het hier in Asd 10 jaar duurt, voordat er een huurwoning beschikbaar kan zijn.
U kunt allen verzinnen hoe je dan de druk van de ketel haalt; uiteraard niet door mensen die geboren en getogen zijn in de Randstad te exporteren naar een van de P-10 gemeenten;anders dus.
@EllyvanderKlauw