Met correctief referendum meeste kans op hoge opkomst
De les van het mislukte Arnhemse 'preferendum' over de invulling van het Havenkwartier van Rijnboog is dat een correctief referendum de meeste burgers mobiliseert. 'Als bestuur moet je altijd een scenario achter de hand hebben.'
De burgers van Arnhem mochten op 6 juni 2007 een oordeel geven over hoe het Havenkwartier van Rijnboog in de toekomst ontwikkeld moest worden. De opkomst bleef met 10,2 procent onder de opkomstdrempel. 'Het preferendum kan worden beschouwd als een democratische mislukking: behalve dat er geen geldige uitslag kwam, bracht het preferendum ook geen duidelijk draagvlak voor de ontwikkeling van het Havenkwartier', concludeert de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur in het afgelopen dinsdag gepresenteerde onderzoeksrapport Een ongewenst preferendum.
Interpretatiediscussies
De onderzoekers vinden dat er beter een correctief referendum gehouden kan worden dan een raadplegend referendum, zoals het preferendum in Arnhem dat was. In het Arnhemse preferendum kon de burger kiezen tussen verschillende havenvarianten met alle daarbij behorende interpretatiediscussies over de mogelijke uitslagen, zeker als geen van de varianten een absolute meerderheid zou halen.
Een correctief referendum, zoals dat op landelijk niveau vorige week is aangekondigd door PvdA-Kamerlid Paul Kalma, heeft dat soort nadelen niet. Als het bij een correctief referendum niet lukt de opkomstdrempel te halen, kan dat worden uitgelegd als het ontbreken van grote weerstand tegen het gemeentelijk besluit waarover een referendum is aangevraagd. 'Een hoge of lage opkomst bij een correctief referendum zegt dus meer over de omstredenheid van het besluit (en over het vermogen van tegenstanders om het besluit omstreden te maken) dan over het succes van een referendum', aldus het onderzoeksrapport.
Bij raadplegende referenda moet er juist extra worden geïnvesteerd in opkomstbevordering. 'Want als de opkomstdrempel niet wordt gehaald, ligt er geen duidelijk advies van de kiezer en staat het gemeentebestuur democratisch gezien met lege handen. Bij een lage opkomst is er dan dus wel sprake van een mislukt referendum', concludeert het rapport.
Verkiezingen
De onderzoekers Marcel Boogers en Laurens de Graaf stellen voor referenda, en met name raadplegende referenda vanwege de noodzaak van het halen van de opkomstdrempel, te combineren met verkiezingen voor het Europees parlement, Staten- of gemeenteraadsverkiezingen. Samen met de landelijke verkiezingen is risicovol, zo bleek in Arnhem dat het preferendum met de Kamerverkiezingen wilde combineren. Die vlieger ging niet meer op nadat door de val van Balkenende-III de Kamerverkiezingen werden vervroegd.
De Tilburgse onderzoekers verwijten het Arnhemse gemeentebestuur dat het onvoldoende bewust was van wat er in een campagne allemaal kan gebeuren. Tegenstanders boycotten het preferendum waardoor de campagne zich ontwikkelde tot een slag om het publiek vertrouwen. 'Als bestuur moet je altijd scenario's achter de hand hebben om in te kunnen spelen op de dynamiek van zo'n campagne', zegt Boogers. Het Arnhemse stadsbestuur bleef koersen op het zoals afgesproken voeren van een open en eerlijk debat, ondernam geen publicitair en politiek tegenoffensief en wekte daarmee de indruk zich weinig aan te trekken van de kritiek van de tegenstanders. 'Daarmee werd onbedoeld voeding gegeven aan de negatieve beeldvorming over het gemeentebestuur.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.