Meer lokale burgemeesters is aan lokale partijen zelf
Kandidaten van lokale partijen zijn honkvaster en solliciteren daardom minder makkelijk op een burgemeestersvacature in een andere gemeente.
In Binnenlands Bestuur van 15 september jl. stond een opmerkelijke oproep van het samenwerkingsverband van onafhankelijke lokale partijen (OPNL) aan minister Hugo de Jonge. OPNL vraagt de minister ‘plaatsen te reserveren’ voor burgemeesters afkomstig uit lokale partijen. De reden is dat het aandeel van lokale en partijonafhankelijke burgemeesters (ruim 10 procent) te laag is in vergelijking met het aantal raadszetels van lokale partijen (ruim 36 procent). OPNL vreest dat met de aankomende Kamerverkiezingen veel landelijke politici op de arbeidsmarkt komen die de vacante burgemeestersposten innemen.
Ik kan OPNL geruststellen, want het heeft helemaal zelf de oplossing in handen. Maar eerst even dit: de minister kan in ons staatsbestel geen ‘plaatsen reserveren’. De minister gaat er niet over wie ergens burgemeester wordt. Want feitelijk hebben we in Nederland een door de gemeenteraad gekozen burgemeester. Gemeenteraden voeren de sollicitatiegesprekken met de kandidaat-burgemeesters en bepalen welke kandidaat er op nummer 1 van de aanbeveling komt te staan. En die aanbeveling wordt door de minister altijd gevolgd, tenzij uit screening blijkt dat er zwaarwegende belemmeringen zijn en dat is uiterst zelden.
Kortom, de ruim 36 procent lokale raadsleden in Nederland besluiten zelf, samen met de andere collega’s in de raden, wie hun nieuwe burgemeester wordt. Ze hebben zelf de sleutel in handen voor een meer divers burgemeesterskorps.
Dan nu de vraag: hoe komt het dan dat er nog steeds relatief weinig burgemeesters zijn die afkomstig zijn uit een lokale partij? Het probleem is dat mensen van lokale partijen weinig en soms ook helemaal niet solliciteren naar een bepaalde burgemeesterspost. En als er geen aanbod is bij een vacature, kunnen zij ook niet worden gekozen door de gemeenteraad. De oplossing zit ‘m dus in het vergroten van de visvijver van sollicitanten. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Mijn niet-wetenschappelijk onderbouwde theorie is namelijk dat kandidaten van lokale partijen ‘honkvaster’ zijn dan andere burgemeesterskandidaten. De sterke geworteldheid in hun eigen gemeente maakt dat zij minder makkelijk solliciteren op een burgemeestersvacature in een andere gemeente, want dat betekent dat ze moeten verhuizen. Of ze moeten wachten tot de zittend burgemeester in de eigen gemeente vertrekt. En dat kan heel lang duren.
De oproep aan de minister kan OPNL wellicht beter vervangen door een oproep aan lokale raadsleden zelf om op zaterdag 30 september a.s. op bezoek te gaan bij het Kennispunt Lokale Partijen. Zij geven dan een boeiende training ter voorbereiding op het burgemeestersambt.
Hilde Westera, directeur Nederlands Genootschap van Burgemeesters
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.