Lokale autonomie verder onder druk
Voor het decentrale bestuur dreigt er aanzienlijk onheil. De Haagse bezuinigingscommissies zijn op zoek naar vergaande bezuinigingsmogelijkheden. De ervaring leert dat het snijden in de nationale overheid meer moeite kost dan het verzinnen van kortingen voor de niet-nationale overheden. Snijden in eigen vlees doet altijd meer pijn dan snijden in andermans vlees. Bij alle grote bezuinigingsoperaties in het verleden heeft het decentrale bestuur een onevenredige bijdrage geleverd. Dat gaat nu waarschijnlijk opnieuw gebeuren.
In de verkiezingscampagnes voor de komende raadsverkiezingen zullen er vele aansprekende en creatieve voornemens de revue passeren. Na de verkiezing zal al heel vlot blijken dat de nieuwe colleges zich in hoofdzaak bezig zullen moeten houden met het verwerken van een bezuiniging die waarschijnlijk ergens rond de 10 procent van het totale budget zal liggen. Een aanzienlijke korting op het Gemeentefonds zal het meest in het oog springen. Bezuinigingen van een dergelijke omvang zetten de gemeentelijke autonomie verder onder grote druk en van die gemeentelijke autonomie is toch al niet veel meer over.
De gemeentelijke taken zijn ingedeeld in medebewind en autonomie. Veruit de meeste taken op lokaal niveau - globaal 85 procent - zijn medebewindstaken: de hogere overheid verplicht de gemeenten tot de uitvoering van nationaal beleid en van nationale wettelijke regelingen. Een deel van dat medebewind is mechanisch, wat betekent dat daar geen enkele vrije beleidsruimte voor de gemeenten is. Een voorbeeld is hier het organiseren van verkiezingen, want dat moet immers overal op gelijke wijze. Het wat meer vrije medebewind geeft de gemeenten enige beleidsruimte, maar ook daar nemen de marges af en is er veel regie en toezicht van de vakdepartementen. Bij financiële krimp nemen deze regie en dit toezicht verder toe.
De autonome sfeer van de gemeenten is te danken aan een open huishouding. Anders dan bijvoorbeeld de waterschappen – die een gesloten huishouding hebben - zijn gemeenten niet alleen belast met de uitvoering van hogere regelingen. De gemeenten hebben ook een vrije en open bevoegdheid om maatschappelijke problemen aan te pakken, ook zonder specifieke opdracht van de wetgever. Als bijvoorbeeld het gebruik en de verkoop van paddo’s in een gemeente tot problemen leidt en er is geen wetgeving of nationaal beleid op dat punt, dan kunnen gemeenten maatregelen nemen.
In het verleden zijn er talrijke voorbeelden geweest, waarbij gemeenten het initiatief namen voor het aandragen van oplossingen, bijvoorbeeld op het terrein van de armoedebestrijding, de volkshuisvesting, de ruimtelijke ordening etc. en waarbij dan na verloop van tijd de nationale overheid dit overnam of coördineerde. De gemeente functioneerde dan ook als kraamkamer bij de oplossing van maatschappelijke problemen.
In de meer recente periode is dit vrije initiatief van de gemeenten sterk onder druk komen te staan. Het medebewind eist vrijwel alle aandacht op. De ene wettelijke regeling is nog niet over de schutting van de gemeente gegooid of er volgt al weer een nieuwe, waarbij de gemeenten zich in een permanente reorganisatie bevinden om alle touwtjes en eindjes aan elkaar te knopen. Tijd, geld en ruimte om aandacht te besteden aan het vrije initiatief is er nauwelijks meer.
Het ambtelijk apparaat is overgespecialiseerd. Beleidsambtenaren met een generaal en overkoepelend inzicht komen nauwelijks meer voor. De gemeenten worden steeds meer een uitvoeringskantoor van de nationale overheid. Met de lokale autonomie staat het er dus niet goed voor en dat is een uiterst zorgelijke ontwikkeling.
Ook bij organisaties zoals de VNG en het IPO is de klassieke lokale autonomie een blinde vlek geworden. Medebewind wordt decentralisatie genoemd, maar echte decentralisatie ligt vooral in de sfeer van de autonomie. Het wordt tijd om de lokale autonomie weer in ere te herstellen, daarvoor geld en menskracht te leveren en dat mag best gepaard gaan met het afstoten van een aantal medebewindstaken. Nauwelijks meer tijd, geld en ruimte voor vrije initiatief
Douwe Jan Elzinga is hoogleraar Staatsrecht aan de RU Groningen
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.