Lippendienst aan vrije gemeente
Als je het kabinet op zijn woord moet geloven, krijgen gemeenten de komende jaren volop de ruimte. Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en premier Balkenende schetsten dit perspectief vorige week op het VNG-congres.
Het vertrouwen in de kracht van het lokale bestuur lijkt groot. Stukken groter dan onder de vorige kabinetten-Balkenende. En bij woorden alleen blijft het niet, zo willen de bewindslieden doen geloven. Ter Horst roemt in dat verband de vereenvoudiging van de regelgeving bij inburgering, het nog maar één keer verantwoording hoeven afleggen over de specifieke uitkeringen en bundeling van geldstromen. Zo is door toedoen van dit kabinet het aantal specifieke uitkeringen gedaald van 134 in 2007 naar 101 nu. De doelstelling – maximaal 45 aan het eind van de kabinetsperiode - is volgens haar haalbaar.
Balkenende deed er nog een schepje bovenop. De minister-president beloofde nog maar 37 specifieke uitkeringen aan het eind van zijn vierde rit. Hij ziet verder concreet meer ruimte voor autonomie en mogelijkheden van gemeenten op drie terreinen: vereenvoudiging van de klachtenprocedures, eenvoudigere regels voor subsidieverlening en het zelf door gemeenten laten bepalen hoe mensen het snelst kunnen inburgeren.
Over de belangrijkste indicator voor de gemeentelijke autonomie, een verruiming van het eigen belastinggebied, repte de premier met geen woord. PvdA-minister Ter Horst vindt het al heel wat dat de gemeenten met ingang van dit jaar weer de ruimte hebben gekregen om desgewenst meer onroerendezaakbelasting (ozb) te heffen. Op een verdere verruiming van het belastinggebied – gehalveerd door het vorige kabinet - liep zij amper vooruit. Het afmeten van de gemeentelijke autonomie aan de grootte van het eigen belastinggebied vindt zij ‘overdreven’. Wat ze over de verdere toekomst op dat vlak kwijt wilde, was dat ze daar nog over te spreken kwam ‘waarbij de staatssecretaris (Ank Bijleveld, red.) en ik vooral een sterke relatie zullen leggen met de opgaven waar gemeenten voor staan.’
Hoe dat te duiden? Kort na haar aantreden vorig jaar zei de minister er nog voor te zijn om op belastinggebied meer te delegeren aan gemeenten. ‘Dan zien mensen meer wat er in hun buurt mee wordt gedaan. In dat geval zal de inkomstenbelasting uiteraard omlaag moeten’, aldus de minister tegen Elsevier. Inmiddels is het Ter Horst duidelijk dat verruiming van het gemeentelijk belastinggebied politiek niet haalbaar is. De huidige voorzichtigheid van Ter Horst lijkt vooral tot doel te hebben gewekte verwachtingen te temperen. Haar partij wil wel, maar coalitiegenoot CDA ziet het nut er niet van in. Het CDA zoekt extra financiële ruimte voor gemeenten voornamelijk in de overheveling van tal van specifieke uitkeringen naar de vrij besteedbare algemene uitkering.
Hoe vrij de besteding van die algemene uitkering is, is echter vaag. In principe kunnen gemeenten geld dat ze via het Gemeentefonds van rijkswege krijgen voor bijvoorbeeld veiligheid aan andere zaken besteden. Toch zijn problemen te voorzien als ze het in speeltuinen blijken te stoppen, zoals er ook meteen landelijke discussie ontstond toen gemeenten minder geld kwijt bleken te zijn aan maatschappelijke ondersteuning dan verwacht. Anders gezegd, ruimte voor alternatieve aanwending is beperkt. Duidelijk mag zijn, dat zolang er geen verruiming plaatsvindt van de mate waarin gemeenten hun eigen inkomsten mogen bepalen, er van absolute vrijheid voor het lokale bestuur eigen beleidskeuzes te maken geen sprake is. Als oud-burgemeester van Nijmegen weet Ter Horst dat als geen ander.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.